Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Treurbeuk

Ons dorp heeft een eigen kleine begraafplaats. Hij ligt net buiten het dorp, ergens onderaan een dijk. Op ongeregelde tijden is het er druk. Soms ook zijn er mensen, die verse bloemen op een graf leggen, maar meestal is het er stil.

Vandaag loop ik weer op de dijk en naarmate ik dichter bij de begraafplaats kom, wordt het verscheurende geluid van een motorzaag steeds luider hoorbaar. Op de parkeerplaats naast de ingang van de begraafplaats staan enkele kleine vrachtwagens van de dienst gemeentewerken. Het is lente. Een dun zonnetje doet een bescheiden poging de natuur uit haar koele winterslaap te wekken. De struiken en bomen staan er kaal bij. Als het geluid van de motorzaag is weggestorven, klinken de geluiden van het land helder en ver door de ijle lucht. Nog even en de vale winterse kleuren worden overspoeld door de gevarieerde, zachte pasteltinten, die de lente zozeer verbindt met dat wat wij weleens pril noemen. Vanaf de dijk zie ik op de begraafplaats mannen in oranje overalls, met helmen en een soort koptelefoons op, rondom het kale skelet van een reusachtige oude treurbeuk staan. De afgezaagde takken lijken in doodse vertwijfeling omhoog te reiken.

Ik loop een eindje de begraafplaats op. De mannen op de grond gebaren naar een man, die met de motorzaag op het eind van een tegen de boom geplaatste ladder staat. Ik zie en hoor ze iets tegen elkaar schreeuwen en even later verscheurt opnieuw het geluid van de motorzaag de relatieve stilte. Een dik stuk van één van de reeds afgezaagde zijtakken valt naar beneden. Het geluid van de motorzaag verstomt. Een man die naast de boom staat slaat metalen haken, die aan de uiteinden van zware kettingen zitten, in de afgezaagde zijtak, waarna een tractor, eveneens met veel herrie, de stam naar de uitgang sleept.

Met een bezwaard gemoed kijk ik naar de kale rest van wat kort tevoren nog een reusachtig levend natuurmonument was en in mijn gedachten doemt ineens het door de kunstenaar Zadkine gebeeldhouwde monument op van de mens, waaruit het hart is gerukt. De verzinnebeelding van de onmacht en verdrukking én tegelijkertijd het verzet tegen de onverklaarbare vernielzucht van de mens, kroon der schepping. Bij het verlaten van de begraafplaats kijk ik nog één keer om naar het ontzielde skelet van de boom. Mijn hart huilt.

Schrijver: hans uil, 24 januari 2008


Geplaatst in de categorie: filosofie

2.8 met 6 stemmen 353



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)