Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Stamcafé te Buitenpost

Zij zaten afzijdig van de primitieve kroegenstam, in hun afgewezen positie ergens voor een beslagen raam. De afgestompte, Amerikaanse B-acteurs vreesden voor een dreigende inkrimping van hun jachtgebied, ondergedompeld in hun saaie bier en achterlijke manieren, krijsend als kippen zonder kop. Al jaren waren ze verliefd op dezelfde ordinaire snol, wat nog jaren zo zal blijven, gezien hun abominabele versierkunsten. De verstofte muziek van de gekroonde bierkoning Hazes bleek duidelijk de keuze van een vadsige barmeid. Hun gesprek bereikte, ook als tegenwicht, een filosofische hoogte, die de bezopen wilden godezijdank door hun banale, beestachtige herrie niet konden verstaan, daar men anders met ongewassen nicotinevuisten op hen af zou komen, inplaats van vastgeroeste, dorpse gestichtsblikken, wat hen overigens net zo tergde. De twee aan-en-uit-flitsende gokmachines werden continu bezet door al op jeugdige leeftijd verlopen, wulpse grieten en rauwe, aan de moderne tijd ontsnapte barbaren, verwoeste struikrovers. Een leeg filmscherm was het armoedige bewijs van hun tesamen bekeken voetbalwedstrijd, eerder die dag. Een rovershol vol partijloze hooligans, vermoedden zij.
Voor de grap probeerde een van de twee contact te maken met een van die vreemde wezens, wat even leek te lukken, maar al snel was het weer overwinteren op Nova Zembla voor de broeders van de ultieme verlichting. Het subtiele van de trieste feestvierders uit deze donkere gehuchten schuilt nergens in, zelfs niet in hun uitgedoofde pupillen, ook niet ver weg, niet in hun intiemste plekken, nergens in. De kunstbroeders fietsten naar een armendorp (Kollum, waar ze als kind gewoond hadden, qua uitstraling bijna een leprakolonie) wat hogerop, over pikdonkere paden, langs geurige koeienstallen; de deuren geopend, felle belichting, enorme melktieten die hen hoerig aangaapten. Eenzame, polygame boeren lusten wel een koetjesreep in de vorm van de meest langwerpige, zwabberende tepels. Een tikkeltje mokkend dan. In café 'De Roskam' hadden ze als kind de zware accordeon van Johnny Woodhouse gehoord. Johnny had zichzelf daar vereeuwigd met die pompende klankmachine en die verdomde hoeveelheid knopjes. Opeens stonden ze op een mallotige kermis uit vervlogen tijden. Pal naast de veelal geparkeerde botsauto's stonden de toeristische grafzerken in de spotlights, echt een macaber dorp, wellicht uit gebrek aan een spookhuis. De dreunende, oorverdovende lariekoekmuziek zou tenminste een verslapen Lazarus doen opstaan. Nooit gehoord van heilige grond. Hier was men vervreemd in hun eigen taal en zonder pardon blijven steken in hun magere jaren.
Hier was ik als kind bijna verdronken en kreeg mijn vriend, die mij gered had, tien gulden voor mijn leven.
Hier stal ik ooit honderd gulden uit de beurs van mijn vader, omdat ik trek in een ijsje had en de verkoopster verraadde me.
Hier huilde ik, omdat ik geen korte broek verdroeg, hier was ik verliefd op juffrouw Van der Zee, hier schommelde ik met mijn vriendinnetje Margriet.
Hier zag ik door een raampje hoe de slager een koe doodde met zijn loodzware, dikke pistool, zag het bloed stromen, zag hoe hij erop inhakte. Kon dat nooit rijmen met zijn zachtaardige kanten. Mocht me bij hem verstoppen, toen ik (toen al!) een keer van school ben gestuurd. Ik mocht zijn behaarde armen voelen. 'Krijg je later ook!', zei hij, is inderdaad uitgekomen.
Hier woonde onze huisvriendin Lena, een eenzaam en apart vrouwtje, die de boerenbontverzameling van mijn ouders aanvulde.
Hier deelde mijn vader ooit het bed met een man uit Amsterdam.
Hier moest hij met mij gestolen spullen terugbrengen, die ik samen met een vriend uit de boten in de jachthaven had gestolen. In die tijd was het dat ik rebel werd, door mijn kapuchon op te houden tijdens een kerkdienst verstoorde ik de preek van mijn vader, die vroeg of ik hem af wilde doen, wat ik niet deed, waardoor hij van de preekstoel af liep en heel boos werd. Een knap staaltje van moed, want die preken waren hem alles. Een pact met de duivel als je het mij vraagt, want als je hem per ongeluk stoorde, tijdens de preekschrijverij, dan werd je uitzonderlijk agressief de deur gewezen.
Hier kregen we ons eerste hondje van ene Eppie, een echte zwarte pietennaam.
Hier kregen we een antiekhandelaar (van dezelfde soort als mijn vader) op bezoek, die bevriend was met Hans Wiegel, scheen het.
Enzovoort, maar nu terug naar Buitenpost.

Schrijver: Joanan Rutgers, 5 augustus 2009


Geplaatst in de categorie: emoties

2.4 met 7 stemmen 313



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)