Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Filosofie

Woemi heeft weer eens wat nieuws. De filosofie, toe maar. Eerst was er die kamer. Opeens had ze er genoeg van, van de zusterflat, de wekelijkse feestjes in de bar, het gebruikelijke geroddel, de vuiligheid in een gedeelde keuken. Ze wilde iets anders. Iets voor zichzelf, iets met hem, het paddenjong. En bovendien was er Peter Smit. Het was zo goedkoop en gemakkelijk geweest. Wat drankjes aan de bar, wat geveinsde aandacht. Een keer samen koken en toen. Het. Ze was gelukkig niet zo dom om haar schoenen voor zijn kamerdeur te laten staan, dan wist gelijk de hele flat het. Nu maar de halve.

'Er is niks gebeurd' verzekerde ze het paddenjong. Een kortstondige, hevige verliefdheid. Dat was het, ze gelooft het vast en zeker. Een keertje seks. Echt goeie seks, niet dat 'hup erop', snel klaar en eraf. Woemi gloeit nog dagen na. Het paddenjong doet er het zwijgen toe. Gaat kaarten met vrienden en bezuipt zich in de kroeg. Als hij terugkomt, na dagen, belooft hij haar te geloven. Hij doet niks liever, op Woemi heeft hij zijn kaarten gezet, met Woemi zal hij straks, later als ze groot zijn, de Citroen Break volgooien met kinderen en zooi en ermee naar Italië rijden, ondertussen zingend en gelukkig zijnd. Later ja, want nu zijn ze nog kinderen. Is Woemi zeventien gebleven en hij het paddenjong, nog steeds maar zwabberend in dat gekkenhuis. Zo kom je er nooit natuurlijk, realiseert Woemi zich maar al te goed. En ze neemt het voortouw.

Zij wijst naar de kamer, de eerste kamer die ze met hem deelde. Midden in de stad, op een steenworp afstand van Lautje. Veel te klein, veel te duur, eigenlijk gewoon hopeloos. Eronder was een restaurant. 'Een Italiaan' zegt ze. 'Een Joegoslaaf' zeg ik. Ze zegt er niks van. Ze is eraan gewend dat ik corrigeer, verbeter, haar in rede val of de les lees. Sommige mensen weten nu eenmaal alles beter. Ik ben er zo een. Maar dit weet ik echt zeker.

Hier, juist hier zat ik voor het eerst met Mischa. We aten er een mixed grill, lekker veel voor lekker weinig. Precies waar Mischa van hield: van veel voor weinig. Zo kocht ze de supermarkt leeg, en de Zeeman. Liet me trots haar nieuwe overbodige aanschaf zien: 'kijk, wat een leuk jurkje, kostte niks'. En daarna of ik haar wat kon lenen, ze stond weer eens rood. Ik zei er eens wat van. Maakte eens een scène. Het hielp niet, natuurlijk niet. Het verlangen naar de krantjes met de aanbiedingen blijft, het haast kinderlijke genoegen om te kopen ook. Maar daar in die Joegoslaaf zei ik nog niks. Daar was ik nog gewoon verliefd. Daar at ik dapper met Mischa mee totdat ik met het land en al uit elkaar barstte. Misschien stiefelde Woemi wel voorbij ons tafeltje terwijl we daar zo onbedaarlijk zaten te vreten. Wat kan een leven toch raar lopen.

Woemi gunt me geen blik. Ze is vol van nieuwe plannen. Ze gaat het rijbewijs halen heeft ze besloten. Geen cent te makken maar toch gewoon doen. Nog geen jaar later scheurt ze rond in een oude gedeukte Corsa. En ze wil een kind.
'Hier?' vraagt het paddenjong en hij wijst vertwijfeld de kleine kamer in.
'Nee, natuurlijk niet' zegt ze, 'we gaan iets kopen'.
'Iets kopen, van welk geld?' Het paddenjong mag dan wel niet van deze wereld zijn, helemaal van lotje is hij niet. En geen bank gaat ze wat lenen, dat staat vast.
'Nog nooit van een subprime-hypotheek gehoord?' Nee, nog nooit.
'Laat maar aan mij over.' Waar heeft ze hem eigenlijk nog voor nodig? Ja, voor dat ene.
'Ik wil een kind' verklaart ze aan haar vriendinnen. 'Ik weet alleen nog niet van wie' Even droomt ze van een klein Petertje. Nu moet het maar van hem zijn. Ze heeft geen zin om nog veel meer tijd te verliezen.
'Wat ga je doen?' vraagt ze aan het paddenjong. Ze hoeft het hem niet te vragen, ze weet het al. Kaarten, roken, drinken. Uit dat benauwde hok. Normaal heeft ze er geen problemen mee, is ze vrij, kan ze even lekker doen en laten wat ze zelf wil. En als hij weer thuiskomt hoeft er ook niks meer. Wel zo makkelijk. Maar nu? Als ze iets wil moet het nu gebeuren heeft ze uitgerekend.

'Kom eens eventjes hier'.
Ze kan net zo goed zeggen: 'seks, nu, hier', maar dat staat zo onbehouwen. Niet dat het veel uitmaakt. Het paddenjong wil altijd wel. Mannen willen altijd wel. Als ze hun pik maar ergens in kunnen hangen. Aan mensenkennis hebben Woemi en haar vriendinnen geen gebrek.

Beneden verlost Mischa me van mijn laatste vlees. Ze glimlacht gelukzalig. 'Lekker hè' zegt ze, totaal overbodig.
'Lekker hè' zegt het paddenjong als hij van haar afrolt. Het was weer eens snel, kort en krachtig. Kan hij nog even kaarten. En kan Woemi nog even lezen. David Hume. 'Be a philosopher, be still a man' .
Dat praktische, dat gewone, dat spreekt haar aan. Alleen de rede die telt. Wat je van God moet vinden? Bedenk dat zelf maar. En bij alles de twijfel, het weten dat we niet weten. Het mannetje Keerom, dat is Hume, alles is anders dan het lijkt, alles moet opnieuw bekeken, betast worden, ieder keer weer opnieuw. En bovendien: Woemi staat haar mannetje. Om de hoek staat haar auto, het huis dat ze wil kopen heeft ze allang gezien. In haar buik groeit haar kind, weer, maar nu mag het blijven.

Ik glimlach. Filosofie, het valt te proberen. Het is in ieder geval weer eens wat anders dan Ajax, het fietsen of Napoleon. Het is gewoon Woemi.

Schrijver: jorrit, 11 augustus 2009


Geplaatst in de categorie: filosofie

4.5 met 13 stemmen 1.044



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)