Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

In het voormalig weeshuis

'Hoe een kind, klein maar verbeten, zich de dood at in het bloed.' ( Ida Gerhardt )

Ik meende, heel even, dat ik Rutger Kopland zag ( het kan toch ) zoals een vadermens zijn verdwaalde kind gaat zoeken.
Ik weet niet wat hij deed of wat hij zocht, het leek op een voorwendsel, maar hij was er ontegenzeglijk, want hij vond me tussen de bundels poëzie ergens bij de letter R, waar ik mijn
echte vader nooit gevonden heb, laat staan mijzelf. Allemaal wanen, muren, en in het beste geval ijsbrekers tegen de wurgende onzichtbaarheid. Kopland bestond. Ziehier, een waanzinnige. Voor ik het voor altijd vergeet te vragen, omarm me! Troost me, raak me aan! Maar beloof me een schim te zijn.

Vanochtend, in mijn eigen huis, na een nacht van uitzichtloze eenzaamheid, schoof ik traag de zware paleisgordijnen open en in een flits fietste hij voorbij, dezelfde man van gisteren in het weeshuis, welk land zal er toch in zijn kop zitten? Is het Charon of een engel? Zie ik
hem alleen en komt hij mij straks meenemen naar zijn Huis? Zo ja, Vader, ik ben niet bang meer. Ik laat gerust de boeken achter mij, de kunstmatige dromen die mijn dodencel verzachten. Geen woord neem ik mee waar mogelijk de liefde is. Waar was ik tien maanden voor mijn geboorte? Há, ik zal
het opnieuw wel merken. Als brandhout. Als een in ijs vastgevroren karper met de lippen tot kusgebaar vereeuwigd.

Schrijver: Joanan Rutgers, 22 november 2009


Geplaatst in de categorie: psychologie

3.5 met 2 stemmen 148



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)