Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Fatale fouten.

Hij ging gewoon een eindje rijden, een klein eindje en trok zijn beschermende motorpak niet aan. Zo stak ik eens op een slechte dag, doodmoe van langdurige financiële zorgen, via een bospad een brede snelweg over. Ik had de pijlen op de nieuwe autoweg met busbaan verkeerd begrepen. Dus stond ik midden op de wissellijn van de busbaan toen drie bussen rakelings, voor en achter mij langs gleden. Geen van de drie bussen remde af. Geen van hen toeterde om mij te waarschuwen. Even later stond ik bevend en levend aan de overkant.

Maar hij ligt in het ziekenhuis. De vader van mijn zoon. Hij is met zijn motor onder een tractor gekomen. Een been is overreden. Zijn leven stond op het spel omdat de botten van zijn ruggenwervels, zo leek, onherstelbaar gebroken waren en vervolgens de dreiging dat zijn been geamputeerd zou moeten worden. Dat waren de eerste berichten, nadat hij was vervoerd per traumahelikopter, in zalige onwetendheid, meer apparatuur dan mens, naar de intensive care.

‘Blijf van dat been af! Dit is een goede motorrijder, hij heeft nooit ongelukken. Wie heeft hem dúrven aanraken!’ Dat was mijn eerste reactie toen ik het nieuws hoorde van mijn zoon die in het huis van zijn vader was, toen hij het alarmerende nieuws hoorde van zijn oom en samen met zijn beste vriend naar het ziekenhuis is gereisd, in onzekerheid of zijn vader dit zou overleven. Het enige wat hij tijdens die reis ontzet kon uitbrengen was: “Een tráctor! Een tráctor! Een tráctor!”

Omdat ik wilde weten wat er precies gebeurd was, zocht ik naar nieuwsberichten op internet en vond het persbericht. Hij wilde inhalen en was op de helft waar bleek dat hij niet genoeg ruimte had. Hij is tussen de tractor en de aanhanger gekomen. Maar de feiten zijn nog onbekend. Hij moet een fatale inschattingsfout hebben gemaakt. Zijn motor ligt pal voor het linkervoorwiel van de tractor. Door de vaart is de motor mogelijk vooruitgeschoven zodat hij alle controle verloor en voor de kolossale wielen van de tractor terechtkwam op de straat. De boer had niet meer kunnen remmen, meldt het persbericht. Achter de motor, aan het oog onttrokken, pal vóór de tractor wemelt het van ambulancemensen. Praten. Sensatiemensen. Bloed. De gruwel golft door me heen.

‘Als God het zo wil’ proclameerde een vroom familielid. Een ander lid en daarna ik tikten fel op onze voorhoofden. Zoon stemde rustiger met hetzelfde in. Het slachtoffer mompelde bij het eerste levensteken: ‘Ik ben stom. Ik ben een sufferd.’

‘Dit mag niet gebeuren, dit heeft hij niet verdiend!’ Deze ontzette gedachte confronteerde mij met de centrale misdaad. Verdiende Hij het te sterven aan een kruis? Het antwoord dat ik vond op deze vraag is gebaseerd op mijn eigen bevindingen. De kroon op de schepping had me al vaker beziggehouden. De keuze om tegen een gebod van G’d in te gaan, kwam niet van de mens, maar van de drager van de jaloezie. De eerste mensen maakten een inschattingsfout met fatale afloop. Zij waren vóór dat moment immers zielsgelukkig in het paradijs, waarvan Hij had gezegd dat het goed was; waarvan Hij níet had gezegd dat het volmaakt was. Zij waren in de hof van Eden geplaatst om ’dien te bouwen, en dien te bewaren’, dus kwam na de zevende dag de allereerste werkdag. Het goud de edelstenen lagen al klaar bij de rivier, om samen met de mens de gouden stad te bouwen en tijdens die werkzaamheden de mens het onderscheid te leren kennen tussen goed en kwaad. Om aan het einde der tijden, samen met de mens de eeuwige zevende dag te vieren, in de Gouden Stad die is beschreven op de laatste bladzijden van de Bijbel.

Zoals je kleine kinderen waarschuwt voor vuur, om ze verantwoordelijkheid te leren, zodat ze weten hóe ze met vuur om moeten gaan. Zo stond die boom in het midden: niet aankomen, anders ga je dood.

De Bijbel had nooit geschreven hoeven worden, als de allereerste werkdag wel was aangebroken. De mens is immers geschapen om over de aarde te heersen. Ik geloof niet dat G’d bloed wil, ellende, lijden, dood. Ik geloof niet in een god die blinde verering en gehoorzaamheid wil. Ik geloof niet dat G’d een boom pal voor de neus van de mensen zet en ze dan voorgoed verbiedt er één oog op te slaan. Kom op, dát zou sadistisch zijn. Ik denk dat er gearbeid had moeten worden. Zonder bloed, zweet en tranen. En als hier een kern van waarheid in zit, had Jezus niet hoeven sterven aan een kruis. Want dit mag niet gebeuren, dit heeft Hij niet verdiend! Dit mag niet gebeuren, dit heeft hij niet verdiend!

Maar het is wel gebeurd, het gebeurde wel.

‘Lieve [.], niemand gunt je dit, dit heb je niet verdiend, dit is niet jouw schuld, jij bent niet ‘stom’ en jij bent geen ‘sufferd’, wat je wel bent is een goede motorrijder. Elke dag maken mensen verkeerde inschattingen zonder fatale gevolgen. Dat betreft zijn we allemaal schuldig. Wij weten nu dat G’d alle dingen ten goede keert voor wie Hem liefhebben en die naar zijn voorbehouden geroepen zijn. Dus van nu af aan wacht ik, met vasthoudendheid, op de genadevolle cadeaus die jij van onze G’d gaat krijgen.’

Schrijver: Qieneke Elzenhout, 17 november 2013


Geplaatst in de categorie: rampen

4.0 met 1 stemmen 163



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)