Daniel Johnston - Some Things Last A Long Time
De Amerikaanse folk-zanger Daniel Dale Johnston is geboren op 22 januari 1961 in Sacramento. Hij is opgegroeid in New Cumberland en hij heeft vier oudere broers en zussen. Hij is afgestudeerd aan de Oak Glen High School en hij zat een paar weken op de Abilene Christian University.
Daarna deed hij een kunst-programma aan de Kent State University in East Liverpool. In die tijd heeft hij in 1981 zijn eerste album 'Songs of Pain' en later 'More Songs of Pain' opgenomen, op zijn eigen cassette-recorder in zijn ouderlijk huis. Hij begeleidde zichzelf op de piano.
Daniel is grotendeels geïnspireerd door zijn muze Laurie Allen, een blbliothecaresse, op wie hij zielsdiep verliefd was, maar ze beantwoordde zijn liefde nooit. Hij zingt over seks voor het huwelijk, het christendom en marihuana. In 1982 verscheen het album 'Don't Be Scared', een Stress Records cassette. Hij deelde overal zijn cassette's uit.
Daniel verhuisde naar Austin, hij werd bekend en hij ging optreden. In 1988 ging hij naar New York City, waar hij voor het eerst een studio-album opnam, bij de producer Stephen Bonner. Na dit album '1990' verslechterde zijn psychische gezondheid. In 1989 nam hij samen met Jad Fair het album 'It's Spooky' op.
In 1990 zat hij samen met zijn vader in een vliegtuig en kreeg hij een manische psychose, waardoor hij het vliegtuigsleuteltje uit het vliegtuig gooide. Hij dacht dat hij het stripspook Casper was. Zijn vader maakte een geslaagde noodlanding en ze hadden enkel lichte verwondingen.
Omdat Daniel aan schizofrenie en een bipolaire stoornis lijdt, werd hij gedwongen opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Kurt Cobain droeg een T-shirt met een afbeelding van Daniel's album 'Hi, How Are You' en hij vond Daniel's album 'Yip/Jump Music' één van zijn favoriete albums. Zijn samenwerking met Atlantic Records mislukte. Zijn broer Dick Johnston is zijn manager.
De indrukwekkende documentaire 'The Devil and Daniel Johnston' van Jeff Feuerzeig betekende een nog grotere doorbraak voor Daniel. Hij verzorgde wereldwijde optredens en zijn song 'True Love Will Find You In The End' over zijn vasthoudende liefde voor Laurie werd gebruikt voor een haarproduct-reclame. Brrr. In zijn song 'Life in vain' treedt hij in een vrij recente opname op met een muziekband en een kinderkoor. Hij heeft een dikke buik van de drank en de medicijnen en daardoor staat hij steeds heftig te trillen met zijn spiekbrief.
Zijn stem gaat door merg en been en lijkt op de stem van Neil Young, maar dan authentieker en kwetsbaarder. Naast zijn persoonlijk verval, blijft zijn muziek alsmaar stijgen in schoonheid en waarde. In 'Some Things Last A Long Time' gaat hij als een boezemvriend naast je zitten en vertelt hij jou zijn levenspijn. Ook in deze verdrietige lovesong bezingt hij zijn nooit verdwenen passie voor Laurie. Overigens, hij is niet tot nauwelijks door Laurie gekend, maar daar kan ze nou zeker niet meer omheen.
Geplaatst in de categorie: muziek
Ik liet mijn lieve moeder deze woorden weten. Zij weet bij wie ik toen op bezoek ging. Ik vertelde haar dat jij dit gezegd had. Ze was diep ontroerd.
Dank voor je wijze woorden, son of a preacher man.
Ja, ik ben een heks. Geboren heks. Oerheks. Witte magie. Ik geloof in het Licht en ik geloof in wonderen. Iedereen kan toveren. Geen hocus pocus nodig. We zijn allemaal gezegend met de kracht van de magische wereld die energie heet. Bidden, mediteren, een kaarsje branden, of welk ander ritueel ook, kan een wonder bewerkstelligen. Je gedachten en woorden naar het universum sturen, op welke manier ook, is magie. Wees er wel bedacht op dat het positieve wensen zijn, want je krijgt wat je vraagt, dus niet vragen wat je niet wilt (dus niet: ik wil geen appels, want dan krijg je dus appels), maar wat je wel wilt (ik wil peren, en dan krijg je ook peren). En geen dingen vragen die de vrije wil van anderen aantast, want dat zal het universum niet honoreren.
En denk erom: alles wat je een ander toewenst, keert driemaal bij je terug. Wicca Wet van Drie.
Ik weet nog dat ik met enige verbazing, maar misschien nog wel meer begrip dan verbazing, naar de mensen keek die ik daar rondlopen en zitten zag. De meesten duidelijk in zichzelf gekeerd. Een man die met langzame stappen en een thermometer in zijn mond over het gangpad liep. Ik had het vreemde gevoel dat ik op een plek was, waar mensen een onderkomen hadden gevonden, die eigenlijk veel normaler waren dan alle mensen buiten. Want toen al vond ik dat wat wij 'samenleving' noemen, niet liefdevol, niet saamhorig, en niet normaal is. Juist die mensen die niet mee bleken te kunnen in die onveilige buitenwereld, schenen mij vele malen normaler dan wie ook buiten de muren van hun burcht.