De onttakeling van een zilverkast
De zilverkast herinner ik me uit mijn vroegste jeugd. Een weelde aan glaswerk en een romantisch aandoend servies was zichtbaar achter haar glazen deuren. In de kamer waarin ik mijn "gouden jeugd" beleefde was zij prominent aanwezig en ik spiegelde me in haar als ik aan tafel met cederhouten purperen potloden tekende en kleurde.
Ze heeft de glaasjes meegenomen. Het waren de kleine glaasjes van fonkelend, fragiel kristal met de lichtgroene weerschijn in de geslepen kelkjes die alleen bij feestelijke gelegenheden de tafel sierden.
Toen mama, zoals gewoonlijk in haar laatste levensjaar als een egel in winterslaap opgerold lag in het bed, heeft ze voorzichtig de deur van de zilverkast geopend en haar slinkse, sluwe manoeuvre uitgevoerd.
Misschien had ze in haar berekening wel krantenpapier of vloeipapier in haar tas om de tere voorwerpen in te wikkelen. Ze leek zo lief, behulpzaam en welwillend als ze mama's verhalen aanhoorde over de hongerwinter, over de oorlog of over haar zwakzinnige zoon.
De kast toont niet meer haar volle, majesteitelijke luister nu het regiment van de glazen is uitgedund als een leger op het slagveld na de veldslag. Zij is beroofd van haar glans en glorie, verarmd, zoals wij, kinderen, berooid zijn door het afscheid van de allerliefste......
Geplaatst in de categorie: misdaad