Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Ontslag

Vorig jaar nog zat ik aan de andere kant van deze tafel en stelde ik de vragen: “waar ben je trots op in jouw vorige baan?” of: “Wat zijn jouw goede en minder goede kanten?” Vandaag was dat, sinds jaren, dus weer andersom. Zo gaat dat. Er is dan ook veel gebeurd het afgelopen jaar. Dit heeft ertoe geleid dat ik met ontslag ben na bijna zeventien jaar dat ik werkzaam was bij een en dezelfde werkgever. We hebben in die tijd veel mooie dingen gedaan!

Het is vervelend allemaal zo dat ontslag, maar diep in mijn hart ben ik er eerlijk gezegd ook niet rauwig om. Het was, ondanks dat we met elkaar ook “leuke kleine overwinninkjes” boekten, de afgelopen jaren in de bureaucratie van jeugdzorg dweilen met de kraan open. De, ieder jaar sterk wijzigende gemeentelijke contractverplichtingen, vlogen ons letterlijk om de oren. Onze gemeente-partners wilden het allemaal net even anders, ze wilden het vooral goedkoper, maar dan wel met gelijkblijvende kwaliteit van zorg. En we hadden met zoveel gemeentes en hun verschillende voorwaarden te maken? Het was haast een onmogelijke opgave om zo veel eisen tegelijk in “provinciale” geautomatiseerde systemen door te voeren met almaar, zelfs tot onder de kostprijs, krimpende gemeentebudgetten. Met als gevolg steeds oplopende tekorten en steeds groter wordende problemen.

Gemeenteambtenaren toonden begrip. Wethouders zwaaiden hun machtige gemeente-politieke scepters en bestuurders van instellingen kregen nauwelijks grip op zaken in het nieuwe stelsel. Die wijze oude bestuurder was mooi op tijd vertrokken! Waar het provinciale model vanuit control perspectief netjes aansloot op behoefte van jeugdzorg-instellingen, draaien de gemeentelijke molens hun eigen programma in een eigen voor zorgaanbieders dissonant tempo. Wij moesten ons daar maar op aanpassen?! Immers wie betaalt bepaalt. De VNG stelde landelijke accountantsprotocol op, daar konden de gemeentes mooi op aansluiten, lekker gemakkelijk, maar er waren natuurlijk ook gemeentes die daar weer niet aan meededen. Zij verzonnen hun eigen protocollen, bouwden budgetplafonds in of verzonnen een soort succes verzekerd ingewikkeld zorgarrangement-afreken-methodiek waar niemand iets van begreep, met alle gevolgen van dien. Het stelsel zoals dat nu in Nederland is bedacht is naar mijn mening niet kostendekkend en wordt dat dus ook nooit! Er moet geld bij, heel veel geld. En het is nog steeds maar erg de vraag of de jongeren op tijd de juiste zorg krijgen!

Jaarlijks moest de productieverantwoording wel 100% (met een foutmarge van 3%) kloppen. En dat moesten instellingen het liefst met minder mensen voor mekaar krijgen, want al die overheadkosten, dat vindt men allemaal maar niets? En al die ambtenaren in al die gemeenten die met jeugdzorg bezig zijn dan!? Zet die kosten eens af tegen de kosten van die twaalf provinciale afdelinkjes met specialisten!? Enfin: De protocollen van de subsidienten vliegen de instellingen om de oren en leggen de lat hoog. Vanwaar toch dat plotse wantrouwen allemaal voor een toenmalig hofleverancier van jeugdzorg aan de provincie? Jeugdzorginstellingen zijn de vijand niet! En is de jeugd er werkelijk wel beter van geworden? Pleegouders in ieder geval nauwelijks, hun zorgvergoeding werd afgelopen jaren nagenoeg bevroren. Er dus was dus een tijd (nog niet zo heel lang geleden) dat “de jaarproductie” van de instelling op 1 a4-tje in de jaarrekening kon worden verantwoord. Stempel er op: klaar! Dat is nu toch niet meer voor te stellen in dit oerwoud van eisen. Nu moeten er jaarlijks wel tientallen dure stempels worden gezet. De accountancy vaart er wel bij.

Het is nu dan dus mijn beurt om in deze reorganisatie te vertrekken. En eerlijk gezegd voelde het die laatste maanden zo: “Zoek maar een andere gek die het wil doen!” En nu zit ik dus aan de overzijde van de sollicitatietafel en ik heb eerlijk gezegd eigenlijk geen idee of deze job echt is wat ik wil. Ze zijn overigens best aardig voor me.

Ik moet wel reëel blijven met mijn weerstanden als kostwinner van dit gezin. We zitten met die pubers wel in de duurste jaren. Het kan allemaal zo maar niet dat vrijpostig botvieren van mijn frustraties op linkedin. Ik ben laag in de vijftig en ik moet/wil nog minstens vijftien jaar werken. Er moet wel brood op de plank komen!

Dit is mijn eerste sollicitatie sinds het gedoe. En het was gelijk raak. Ik ben uitgenodigd voor een gesprek en dat doet me goed, dat geeft de burger hoop. Misschien is het wel onmiddellijk een schot in de roos, ziet men het in mij zitten, word ik aangenomen en hoef ik niet dat circus van UWV in.

Ik geef zo goed mogelijk antwoord op de vragen van de directeur en de standaardvragen van de erg opgewekte HRM-medewerkster. Ik geef voor mijn gevoel niet het juiste antwoord op de open vragen. Ik heb de standaard antwoorden om de standaardvragen te coveren nog niet goed op mijn netvlies. Ik heb eigenlijk meer tijd of training / voorbereiding nodig voor het formuleren van een passend antwoord. Maar ik weet ook; er is eigenlijk geen goed of fout antwoord. Ja, fout is het als ik niet genoeg bij mezelf blijf. En dat had ik me vooraf als doel gesteld.

Ondertussen denk ik: is dit werk niet weer te veel van datzelfde gedoe? Moet ik dadelijk alweer met die vervelende controleprotocollen aan de gang, in het verleden had ik daar eigenlijk nooit zo veel last van. Ja, toen was er nog geld om de boel adequaat in te richten.

Moet ik misschien ook mijn boeltje pakken en vertrekken zoals op dat programma “Ik vertrek” op de buis om daadwerkelijk een harde verandering door te voeren? Wanneer ik de laatste uitzending eventjes in gedachten terug haal kan ik wel stellen dat dat niets voor mij/ voor ons is. Ik ben erg gesteld op dit kikkerlandje en het dorp waarin wij wonen en ik wil niet altijd de zon. Ik houd van alle seizoenen en geniet dubbel van de lente en de herfst in onze bossen. Ik vind het ook fijn met regelmaat even “onze” Sint Jan in Den Bosch te zien en aan zijn voet een bakkie te doen. Ik geef beiden een ferme handdruk en bedank hen voor de uitnodiging en het prettige gesprek en fiets vervolgens vertwijfeld naar huis. Wil ik dit nog wel? Heb ik het goed gedaan? Geen idee.

Morgen ga ik aan tafel met een officiële loopbaanbegeleider. Daar had ik budget voor meegekregen. Netjes van ze. Wie weet levert dat voor mij iets op.

Schrijver: De Hertog, 4 juni 2019


Geplaatst in de categorie: werk

5.0 met 1 stemmen 77



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)