Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Een verslag van mijn STN

Nu was het eindelijk dan zover, de opnamedag 12 februari ging alles van een leien dakje. Ja we hadden zelfs met zijn tweeën een tweepersoonskamer, zelfs de neurochirurg vond dat we het prima voor elkaar hadden en de verzorging was uitstekend, we hebben nooit een onvertogen woord gehoord.

Zo sliep Johannes dus de nacht voor de operatie bij mij, we hadden de apomorfinepomp laten zitten en deze was door dokter Van der Laar qua bolus nog iets hoger ingesteld en gedurende de nacht kon ik mij dus zelf een bolus toedienen zodat de verstijving iets minder zou zijn.
Om half 7 gaf ik mij mijn laatste bolus, heb daarna Johannes wakker gemaakt en hebben nog even samen een peukie gedaan.

Om half acht dinsdagmorgen was het dan zover, het uur der waarheid brak aan, zowel voor mij, mijn gezin en enkele zeer goede vrienden en vriendinnen plus de hele thuiszorg die allemaal een kaarsje brandend hielden en het operatieteam, een team dat toch al gauw uit een man of 10 bestond.

Johannes had mij samen met de verpleegkundige naar de operatieafdeling gebracht, waar het spitsuur was en er geen tijd was voor een lang afscheid - wat waarschijnlijk maar goed was ook; het had de hele situatie voor Johannes alleen nog maar zwaarder gemaakt.

Ik werd naar OK 9 gebracht, tijd om na te denken kreeg je niet, er gebeurde plotseling zoveel tegelijk, er werd geschoren en nog eens geschoren.
Toen dook ineens Cor Kliphuis over mij heen onder luid gejoel, hij was diegene die het frame kwam rechtzetten. Samen met, zo voelde het aan, nog wel 6 anderen achter mij, werd het frame recht en vastgezet onderweg naar de CT scan.
Daar werd ik door een aantal personen van het ene naar het andere getild en weer terug.
Terug op de OK moest ik nog een keer verplaatst worden waarbij men mijn infuus uit mijn hand trok; het opnieuw plaatsen bracht nogal wat pijn met zich mee.

Toen begon de neurochirurg mijn hoofdhuid los te maken en werden de boorgaatjes gemaakt, ik heb de boor nog aan horen gaan maar daarna weet ik niet erg veel.
Het eerste concrete wat ik mij weer herinner was dat er gezegd werd dat mijn roesje wat zwaar was geweest en ik daardoor nog al wat duf was, waarop ik antwoordde “nee hoor ik ben niet duf, ik hoor Dr Rutgers zijn stem”. Eigenlijk was dat een goed moment gedurende de operatie, die je toch als lijdend voorwerp ondergaat,om één vertrouwde stem te horen tussen al die vreemde stemmen in.
Goed, nu was het tijd om de elektrodes te gaan testen: hierbij moest ik van Dr Rutgers wel zeker 100 keer mijn duim en ringvinger op elkaar plaatsen en heb ik wel zeker 1000 lampjes moeten indraaien waarna ik steeds maar weer tot tien moest tellen en snel dat ik hiermee was, bovendien moest ik Dr Rutgers zijn vinger steeds maar weer volgen en zeggen of ik 1 of 2 vingers zag.
Na 3 kwartier werd de eerste elektrode vastgezet, het leek wel met zo'n momentsleutel vast is vast.

Toen begon deel twee, maar ik had eerst Dr Rutgers zover gekregen dat hij
Johannes even bericht zou geven dat de eerste elektrode geplaatst was. Dit hadden we afgesproken terwijl ik voor controle bij hem was.
Hij zei toen nog dat dit niet standaard was maar goed, ik ben ook niet standaard en deze operatie ook niet.
Hij kwam terug met de mededeling dat hij Johannes even gebeld had. Ondertussen was de neurochirurg verder gegaan en had mij daarbij verschrikkelijk veel pijn gedaan.
Wat hij precies aan het doen was wist ik toen nog niet. Achteraf trok hij de draden van links naar rechts, op een gegeven moment heb ik het wel gezegd.
Toen kwam de anesthesiste eraan en zei tegen mij dat ze mij zo weer in slaap zou brengen, waarop de neurochirurg antwoordde dat dit niet kon want ze moesten nog een elektrode plaatsen.
Er waren ook twee ok-assistenten speciaal voor mij. Nu wilde het wel eens gebeuren dat ik contact zocht met mijn linkerhand waarop af en toe niet gereageerd wer: ik kan je dat onbeschrijflijke eenzame gevoel niet uitleggen.
Toen werd het tijd voor de andere elektrode maar ondertussen gingen de test-elektrodes stuk; dit alles kreeg ik mee en ik mag wel zeggen dat ik er niet geruster op werd.
De neurochirurg vroeg toen nog of mijn meegebrachte muziek wat harder mocht.
Wat ik ook heel erg naar vond maar verder geen lichamelijke pijn met zich meebracht, was het slangetje dat ik soms boven mijn hoofd zag en waarin resten uit mijn hoofd werden afgezogen.
Toen uiteindelijk de tweede elektrode ook vast zat was ik werkelijk uitgeteld, hondsmoe en bekaf.
Ik heb de hele operatie bewust meegemaakt van 10.15 uur tot 14.15 uur
en vanaf dat moment weet ik het niet meer.

Ik weet dat ik wakker werd op de uitslaapkamer met een enorme pijn van de onderhuids ingeplante stimulator en dat ik daarna zeker nog wel anderhalf uur geweigerd heb om mijn Johannes te zien.
Ik riep steeds maar weer: dit moet mijn man niet zien, dit kan hij niet aan.
Uiteindelijk zagen we elkaar toch, nadat ze mij eerst vol opiaten hadden gespoten om de pijn te verlichten.
Later werd ik dan naar mijn kamer gebracht waar ik al mijn kinderen weer zag en zij mij.
Ik was zo vreselijk moe dat ik om half zeven iedereen naar huis gestuurd heb maar ik moest er eerst nog voor zorgen dat mijn lief niet zelf naar huis zou rijden.
Het was een loodzware dag geweest, eentje die je niet licht vergeet.

Schrijver: Meta Oost, 23 april 2007


Geplaatst in de categorie: ziekte

2.3 met 10 stemmen 1.572



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)