Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Gekwetst

De Kollumer kaas smaakt niet meer sinds ik weet dat ik daar symbolisch verdronken ben, want wat is redding als het voor een gulden is, want dat was ik dus waard in de ogen van mijn vader, daar koop je verdomme nog geen maaltijd voor, misschien een blik erwtensoep of een rolletje drop, jawel, of een belachelijk ijsje, het staat gelijk aan de zondagse collecte, al was dat soms een kwartje meer, nee, mijn redder zal niet ondersteboven zijn geweest van vreugde om het loon, tenzij het natuurlijk een goed christen was en daar ging mijn vader meestal blindelings vanuit, als het hem maar niet teveel kostte, de Dagobert Duck!, want aan joie de vivre ontbreekt het nogal eens bij gierige geesteszieken, die niets beters te doen hebben dan verstoppertje-spelen in de starre kerk en hun kinderen systematisch de zon afpakken, omdat hun straffende, voortdurend kritische god (= traditie) dat nu eenmaal voorschrijft, want echt, ze doen het zonder pardon en het liefst met de vrome smoel gericht op een denkbeeldige hemel waar de schijn heilig is.
Mijn vader ging als een gestoorde dominee (tegenwoordig is i van z'n geloof gevallen, wat de boel nog eens extra bizar/krankzinnig/tergend/ontluisterend maakt!) letterlijk hoger staan dan de rest. Tragisch, als de smaak van Kollumer kaas.
Al die wilde avonturen uit mijn jeugd: van polsstok springen met vaak al gauw te natte laarzen tot soldaatje spelen op de oorlogsbunkers in de koeienwei, van boten plunderen in de jachthaven tot duiken van de bruggen, van varen door het Friese water tot het stelen van zakjes Venco-drop, lege bierflessen en radio's, op zoek naar schatten in verwoeste huizen, plekken of mensen vol gevaar, het treiteren van de dorpsgekken en het flipperen en snoepen van gestolen geld, het gappen van bestofte wijnflessen en het neuzen in vergeelde naaktblaadjes, van zand taarten bakken en op de kop staan, veel op de kop staan, zwemmen op verboden plekken en me blauw laten trappen op het schoolplein door een stoute tongzoenvriendin, sigaretten halen voor de gefrustreerde meester, die mij trapte voor mijn kont, juffrouw Ribben plagen met haar dikke borsten, die ze in mijn nek duwde als ik haar wat vroeg (tsjongejonge, wat was ik opeens leergierig!) en van de vrolijke slager bebloede koeiehorens meenemen naar huis, waar mijn aan smetvrees lijdende moeder van over haar nek ging, zelf parfums maken en een ijsje kopend met een gestolen briefje van honderd uit de dikke beurs van mijn verkrampte vader, betrapt natuurlijk.
Tegen de slager hysterisch schreeuwen: 'Ik heb het niet gedaan, heit!', wanneer een agent zijn winkel binnenloopt voor wat vlees. Ik kreeg een extra groot stuk boterhamworst die dag.
Wraak natuurlijk en geleerd hoe ik verdriet verbijten moest, hoe ik mijn behoeften ontkende en hoe ik in contact trad met de marsmannetjes en ingestralende kleurwezens, die mijn hersens doorboorden, hoe ik ze ook dichtmetselde.
Hoe ik verdwaald raakte in Toppers in strip en andere stripboeken en hoe ik er nooit, maar dan ook nooit meer uit terugkeerde. Maar alles smaakte beter dan kaas uit Kollum.

Schrijver: Joanan Rutgers, 18 februari 2010


Geplaatst in de categorie: emoties

3.2 met 4 stemmen 617



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)