Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Bali Twee

Zo af en toe moet men voor bepaalde zaken naar het kantoor van de deelgemeente in zijn of haar woonplaats. Afgelopen week waren mijn echtgenote en ik al even na openingstijd aldaar aanwezig, om haar nieuwe reispas op te halen. Gezien het vroege tijdstip waren er nog maar negen personen aanwezig en slechts twee van de in totaal zes loketten geopend.

Wat doe je dan meestal, als je toch even moet wachten? Dat is vermoedelijk voor iedereen verschillend; ik neem meestal de locatie met wat meer aandacht in mij op en observeer tegelijkertijd situaties en de daarbij betrokken personen. Zo lieten de aan het plafond bevestigde LCD-schermen zien, dat balie één en balie twee bezet waren. Na een poosje dwaalden mijn blikken dan ook naar de desbetreffende loketten en richtte ik mijn aandacht op hetgeen daar gebeurde.

Achter het glas van balie één zat een knappe, vriendelijk ogende, lichtgetinte jongedame. Zij was net klaar met een lokethandeling en drukte op een knopje. Tijdens het deuntje ‘dang dong dinnng’, zoals men het ook bv. op Schiphol of NS-stations hoort, verscheen op de LCD-schermen het nieuwe volgnummer voor haar balie. Dat herhaalde zich daarna nog twee keer met een tussenruimte van ongeveer vijf minuten. Inmiddels was het aantal klanten al met zeker tien personen gegroeid. Waarom was er geen teken van voortgang van balie twee?

Balie twee was nog steeds bezet. Er stond een man van middelbare leeftijd met een vertoornde gelaatsuitdrukking, druk gesticulerend zijn argumenten kracht bijzettend. Achter dit loket stond een naar schatting pensioengerechtigde medewerker van de deelgemeente, mager van postuur en met lichtgebogen rug, bewegingsloos en met een bleke gelaatskleur te luisteren. Zijn stoïcijnse blik door een groot en donker brilmontuur uit de jaren tachtig verried geen enkele emotie. Het grijzende, dunne en sluike haar bedekte aan de voorkant deels zijn gegroefd voorhoofd. Hij zou, zoals hij daar stond, het prototype van een kantoorklerk kunnen zijn, zoals die door cartoonisten meestal worden weergegeven.

Blijkbaar was de ontstane commotie de wachtende personen niet ontgaan. Tussen het licht opkomende geroezemoes hoorde men flarden van: “schiet eens op man – we hebben nog meer te doen – moet ik hier wortels schieten? – zet jouw turbo eens aan, ouwe”… De jongedame van balie één stond opeens naast haar oude collega, praatte rustig op hem in en wendde zich daarna met haar allervriendelijkste glimlach aan de inmiddels zeer boze klant. Zij boog iets voorover naar het computerscherm, verrichtte een paar handelingen, liep naar de printer en overhandigde de uitdraai aan haar collega. Deze schoof het, nog steeds met een onbewogen gelaat, door de opening van het loket. De nu toch wel zeer opgefokte klant griste het formulier letterlijk van de toonbank en stevende luid mopperend naar de uitgang. De jongedame keerde naar haar balie terug en er ging een zucht van verlichting uit van de wachtende klanten.

Wie er nu op had gerekend, dat balie twee de gong zou laten klinken, kwam bedrogen uit. De oude medewerker had op dat moment meer aandacht voor een vrouwelijke collega die, gekleed in een fluwelen toga, met een bruidspaar, getuigen en gasten door de hal kwam om door de deur van de trouwzaal te verdwijnen.

Een dame stond op. “Eindelijk” zei ze, in liep richting balie twee. De oude medewerker staarde haar nietszeggend aan en… draaide zich om! Hij rommelde iets in een geopende archiefkast en was op dit moment de situatie blijkbaar heer en meester. Hij straalde, met al zijn sloom lijkende handelingen, toch iets uit van: ‘Kom op zeg, ik laat me toch niet manipuleren door ongeduldige en niets begrijpende klanten.’ De dame was verbijsterd en ging tot slot weer zitten.

Nadat de oude medewerker van balie twee zich met een schuine blik naar de hal had vergewist dat de ruimte voor zijn loket leeg was, liep hij naar voren. Hij monsterde tergend langzaam, met een panoramische hoofdbeweging de gehele hal, gevuld met de ongeduldige en sommige reeds licht getergde klanten. Zijn strakke, hautaine blik, leek opeens iets van gezag uit te stralen, dat geen tegenspraak duldde. Hij, en ook alleen hij alleen, besliste op dit moment over het lot van de volgende klant. Zo was het en niet anders! Na nog even demonstratief lang zijn hand boven het knopje te hebben laten zweven, klonk eindelijk het verlossende ‘dang dong dinnng’ !!!

Eindelijk zat er weer schot in de afhandeling van de loketwerkzaamheden en ach, wij hadden nog maar twee wachtende voor ons.

Tot een volgende keer.

Schrijver: Günter Schulz, 25 april 2010


Geplaatst in de categorie: maatschappij

2.4 met 5 stemmen 288



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)