De droom
Net voordat ik wakker werd verscheen zij in mijn droom, volslank maar net niet Rubensiaans. Zij sloot mij in haar armen en lepelde mijn achterkant van gelijk. Haar lange, lange benen sloten mij in, genot onvermijdelijk.
Ik weet van haar bestaan, ik wil haar maar dan moet ik dromen gaan. Helaas, de ochtend breekt aan, een droom spat uiteen.
Geplaatst in de categorie: verdriet
(G.Bomans)