Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Taboe.

Altijd scheen de zon, de zon scheen altijd. Wij waren de rijke mensen, de bijzondere mensen, de mensen met de blinkende meerwaarde, dat waren wij. Spelen en eten in de boomgaard, van het dak afspringen en over de sloten, verplichte pianolessen, eindeloze cadeaus van sinterklaas en prijzen winnen op concoursen met onze pony’s.

In mijn jong volwassen leven zag ik nergens gevaar. Maar ik ging nooit te ver. Ik wilde niet gepakt worden. Niemand zou me geloven als ik de waarheid vertelde, die uit mijn muurvast ingekapselde lichaam barstte met fobieën en neurosen. Dat kind is gek. Help de moeder.

Een warme mond die gif spuwt, knijpende zorgende handen, die de waarheid laten verdwijnen als addergebroed in het lichaam. Met de leugen die vrolijk de weg verspert, om als een slang gemakkelijk de oren in te glijden van de goedgelovige hulpverlener. Zodat ik, als ik terugkijk naar mijn jeugd, de statige vrijstaande witte villa altijd op een heuvel zie schitteren. En de zon schijnt altijd, altijd scheen de zon.

Vaderloos klampte ik mij vast aan mijn broer, maar hij reageerde niet. Hij werd langzaam opgegeten en mijn vader was en is dood. Later trouwde ik dode mannen en gaf ik me vol vertrouwen over aan het web van de spin. Ik moet zorgen dat de haat verandert in liefde. Dat de doden herrijzen. Dat is mijn levensopdracht, want als ik en alleen ik, de haat heb omgetoverd in liefde, zal er vrede zijn, pas dan zal ik geliefd zijn.

Haar gezicht is bleek, serieus en lijdzaam, ze heeft het moeilijk en hongert naar een offer in de wetenschap dat het altijd bereikbaar is. Je bent van mij, mijn vlees en bloed, mijn bezit, mijn dochter, ik heb je gemaakt, ik heb recht op jouw leven, ik ben jouw god.

Later keek ik rond bij anderen en zag warme gordijnen voor donkere ramen. Smoezelige boerengezinnen. Intimiteit. Moeders in dampende keukens die teder naar hun kinderen lachten, vaders die met hen praatten. Maar de goede moeder zwoegde na werktijd achter de naaimachine, voor het koude avondoog tegenover de buren.

Zwiep, zwiep, zwiep in de wollen overgooier door moeder gemaakt en de stoere wandelschoenen, leunend tussen het aanrecht en de keukentafel. De beentjes in maillot heen en weer. De kleren zijn heel mooi. Buiten schijnt de zon. Ik wil iets met kleren doen. Later. Later trek ik tien keer per dag andere kleren aan. En dan gaat het licht uit. Maar ik zal het heus wel doen.

Later waren er vele moeders in moderne kleren met kruizen om hun nek. Welgestelde meisjes sterven niet in een klooster. Ze worden opgevoed. De operatie was zeer fatsoenlijk en onzichtbaar efficiënt. Had ik maar blauwe plekken, zichtbare littekens van de verwoesting van mijn ziel.

Zal mijn mond de woorden vormen, mijn tong articuleren in duidelijke taal, het opschrijven zoals het was? Nee, de mensen zullen boos en verlegen verstommen, haten, adviseren, in sentimenten verbloemen, verstoppen in pedagogische verdraaide psychologische archieven met beveiligde peperdure kassa‘s.

Er is me een been afgehakt, maar ik moet blij zijn dat ik die andere nog heb. Ik ben rijp voor de maatschappij, maar ik kan niet lopen. En er zijn geen bewijzen dat mij iets misdadigs is aangedaan.

Altijd scheen de zon, de zon scheen altijd. In mijn jeugd. Ik heb altijd geweten, dat dát wat ik wist, tegen de stroom in, onzichtbaar in versmoorde zachte witte doeken, met de aan het oog onttrokken vloeken, de Haat was. Maar die gedachte is verboden.

Schrijver: Qieneke Elzenhout, 1 december 2013


Geplaatst in de categorie: familie

4.0 met 2 stemmen 112



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Qieneke Elzenhout
Datum:
3 december 2013
Kwam van diep en fijn om opbouwende kritiek te lezen, waar ik iets mee kan.
Naam:
Len Cornelis
Datum:
2 december 2013
Hier en daar erg 'losjes' gestrooide zinnen. Maar zowel opgeroepen sfeer als de feitelijke herinneringen, leveren zeker mooie bijdrage op.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)