Van de wolf en het hart
Waar de nacht valt aan de eindeloze horizon voel ik de herinnering aan groen gras. Blauw zwervend in het jongensboek.
Ik herinner mij de mooiste dromen over de grillige natuur van Jeroen tijdens zijn zwerftochten over het woeste buitenland.
Puur en ongewassen kwam hij bij mij om aardbeien te plukken en te verwerken voor de jam.
De maan scheen op de stenen bij het veldje achter de boomgaard en verlichtte het graf van zijn oude overleden vriend, de eenzame wolf Hubert.
Nog eenmaal hief hij zijn kop naar het maanlicht onder de hemel en verwierf toen de zeggingskracht van het onbestemde verlangen.
Ik gaf hem een kleine handdoek, een schone pyjama en een tandenborstel, zodat hij op het zoldertje kon overleven.
Hij leek verliefd. Het was een lente van vlinders, muziek en gevoelens, wederzijdse gevoelens.
Inzender: Henk van Dijk, 6 oktober 2014
Geplaatst in de categorie: individu