Een bedrieglijke zomer? of Een laatste thuis in de wereld?
Een frivool citroengeel vlindertje dartelde die morgen in de door haarzelf verzorgde voortuin van mijn drieënnegentigjarige tante. Het kondigde een nieuwe zomer aan, tevens een zomer in het leven van de oude mevrouw waar we zeer op hoopten maar die wellicht nauwelijks nog in het verschiet lag.
We hadden via de provinciehoofdstad het dorp bereikt waar mijn laatst overgebleven familielid haar leven nog altijd voortzet.
De eenvormige huizen rijgen zich aaneen en in deze vroege meidagen wappert her en der de nationale driekleur.
In Engelen heb ik een laatste thuis gevonden te midden van het oude meubilair, te midden van de erfstukken uit negentien tien, een laatste thuis dat mij zal ontvallen en dat geen bestendigheid zal kennen.
De geliefde tante, naar wie ik eens vluchtte in dolzinnige escapades van mijn jeugdige onbezonnenheid, de laatst overgeblevene, zal mij niet blijven. Spoedig zal ook zij ten prooi vallen aan het onvermijdelijke, onherroepelijke noodlot dat ons allen wacht.
En altijd was zij er op die cruciale momenten, als de beslissingen genomen moesten worden: op die "scharniermomenten" van het leven...
Ik heb tante ten afscheid gekust op de beide wangen. Toen ik aangekomen was in mijn geboortestad, "begroetten" mij naast mijn woning de bomen, al in zomertooi.
10 mei 2024
Geplaatst in de categorie: familie