Over de man die ik "vader" noemde....
Hij had zijn bescheiden carrière ten einde toe volvoerd. Men had hem de rang van "commies" toebedeeld. Hij maakte dag aan dag de gang naar het Kafkaëske kantoor aan de Stationsstraat, doorsneden door labyrintische gangen. De gedachte aan de ongelukkige zoon moet hem gekweld en geobsedeerd hebben tijdens zijn dagelijkse bezigheden.
Op een foto, die ik nog altijd bezit, zie ik hem zitten achter zijn troosteloze metalen bureau, neerkijkend op zijn paperassen. De papiermassa moest uitdijen tot gigantische dimensies en zich vermenigvuldigen zoals fokgrage konijnen hun nageslacht alsmaar vermeerderen.
De collega's trapten hem op zijn weerloze, kwetsbare en overgevoelige hart en ziel, die als het ware aan de oppervlakte lagen.
Thuis vluchtte hij in schoonheidsfantasieën en in enkele filosofische geschriften uit zijn schamele bibliotheekje.
In het verpleeghuis kwamen de collega's niet meer langs, die hem bij zijn naam "Willem" genoemd hadden. Hij was mijn vader....
Geplaatst in de categorie: afscheid