Sint-Anna van Stene
Majestueus zie je de Sint-Petrus en Sint Pauluskerk als je met de trein, het treinstation in Oostende binnen spoort. Dit uithangbord van "de stad aan zee" waar haar glasramen voorbije koningen van onze dynastie vertonen en waar dit neo-gotische gebouw de vergelijking kan doorstaan met "De Dom van Keulen."
In de stationsbuurt ligt het schip "De Mercator" te wachten op een bezoek.
Vooruitgeschoven aan de kustlijn is er "Het Casino" waar je met lege beurzen de binnenkant niet kan zien. "Koningin der badsteden" is al lang de bijnaam van Oostende.
James Ensor, man met vele maskers, bij leven niet zonder weerstand, waar dit kalenderjaar 2024 uitgeroepen is als "James Ensor-jaar". De laatste gedrukte honderd Belgische frank dragen nog altijd zijn afbeelding.
Levendige legendes waar de zanger Arno Hintjes de andere aangespoelde zanger Marvin Gaye gerechten heeft opgediend.
Centraal aan de kustlijn gelegen stad spoelen er niet langer, zoals overal, zeesterren meer aan. Fruitig is de zee al lang niet meer in de drukbevaren Noordzee. Fruitbomen zijn er schaars. Binnen het gaan en komen zoals eb en vloed trekt de zee altijd mensen aan die willen herbronnen. Jodium willen inademen.
Zuidelijk gelegen verankerd aan de stad ligt het dorpje Stene, met haar gezellige restaurantjes. De Steense dijk, haar vroegere verdedigingslinie die niet langer de inval van Noormannen verwacht. Halfweg de jaren tachtig heb ik veelvuldig dit pittoresk dorpje gezien in een trede als macadam, macadam,macadam, dam, dam steenweg, steenweg.
Schorre in mijn stem waar ik het witgekalkte Sint-Annakerkje zou ontmoeten. Rustplaats van een Tempelier, de broer van de dichter Guido Gezelle, Jozef Gezelle, eveneens priester, familie van de andere grote naam, Stijn Streuvels.
Dakpannen fladderen door de luchtverplaatsing van stalen vogels die wat verder in de luchthaven landen. Stuifmeel van cultuurvormen in de ont-wiekte windmolen die door stormschade als een witte vuurtoren blijft oplichten.
De Ridderzaal waar wapens gesmeed eendracht bewaren.
De Pauwstaartjes, non-duiven, kapucijn-duiven, meerdere sierduiven, appelsientjes, vredesvolle sferen doen opsnuiven.
Op fladderende vlinders, vlasschoon, waren toen in mijn buik bij het inkijken in azuurblauwe ogen. De open deur in de nabijheid van het Sint-Annakerkje vertellen afgekort iets over de lente, over de natuur, over iets hemels beleven.
Nu ik zelf in de herfst van het leven ben en er al takken afgevallen zijn. Bladeren verkleuren. Tijd in groeven tonen. De afbeeldingen, afdrukken van James Ensor, vastgelegd op het witte doek als maagdelijke stranden het verleden hebben ingekleurd.
Kleurschakeringen in vlashaarden het hart blijven verwarmen. Krekels die Stene bezoeken.
De morgen die de koekoek doet roepen. Arno die al zingend zijn vosje heeft begroet. TC Matic die open bloeit. De Mercator die de Noormannen huiswaarts doet varen, de ark in Sint-Anna wil bewaren. De zee haar geheimen wil openbaren. Fruitige zeevruchten wil baren. Kansarmen kansrijk wil maken. Overvloed, ingeschonken in eeuwige vormen. Nachtvlinders de molenwieken in graan en ere herstellen. Eeuwig het licht wil laten branden. Zeelucht ons lichaam doet herleven. De zeespiegel golven breken. Samen een maaltijd willen serveren. Alles niet laten verteren. Steeds opnieuw beleven. Sint-Anna, Stene, kom weer tot leven. Snij uw brood om uit te delen. Zeesterren die de Poolster aanraken. Blauwe lucht en water, tijdloos wil ik u bewaren, van rimpels vrijwaren.
14 september 2024
Geplaatst in de categorie: filosofie