Scènes uit onze jeugd (vervolg)
En zo is het ook geweest in de jaren van onze jeugd: tweemaal per jaar maakten wij de wandeling; legden wij de afstand af die ons scheidde van het witte huis, prominent aan het Piusplein, waar tandarts C. resideerde. Onze weg voerde bij die gelegenheden langs het zwarte water van de Piushaven waar een soort van rijnaken dobberden op de stroom en over de ronde, soms beregende gladde keien, tevens langs de ijzerhandel van Van R. met haar gigantische en voor ons kinderen welhaast angstaanjagende opeenstapeling van oude, roestige metalen.
Ons doel waren de wachtkamer en de "behandelkamer" van tandarts C, waar we welhaast eindeloos zouden moeten wachten op de pijniging die ons te wachten stond terwijl het snerpende en angstaanjagende geluid van de boor al vanuit de aangrenzende kamer tot onze oren doordrong en een onheilspellend vooruitzicht inhield.
Als je dan eindelijk aan de beurt was moest je bij wijze van spreken "rusten" tegen de borst en de witte jas van de tandarts die de boor onvervaard en plompverloren hanteerde en op je fragiele kindergebit zette zodat de snerpende onverdraaglijke, onverdoofde pijn doordrong in je hele lichaam
Zo verliepen onze bezoeken aan het witte huis aan het Piusplein. Als we na afloop de blauwe hemel weer aanschouwden, vroegen we ons terdege af hoe we een en ander aangedurfd hadden en
vervolgens aanvaardden we te voet de terugweg naar huis langs de Piushaven
Geplaatst in de categorie: geschiedenis