Aan mijn Onbereikbare Geliefde.....
In alle seizoenen ben ik naar je toe gegaan; als vogels hun nesten bouwden in de hoge bomen en hun kleintjes voorzagen van het voer; als de rode rozen van de zomer je tuintje verfraaiden, als het groen van de bomen reeds verlevendigd werd door enkele gele bladeren....
En je zat vóór me; je mooie, bijna symmetrische, klassieke gezicht werd half verlicht door de zon en je wangen met de baardstoppels, die ik eens mocht strelen, kwamen uit boven de boord van je antracietgrijze trui.
Ik beschouwde je als mijn Onbereikbare Geliefde en vaak speelde een oud, Duits, melancholiek wijsje door mijn brein:
"Reich' mir zum Abschied noch einmal die Hände; schön war das Märchen, jetzt ist es zu Ende".
Maar het was nog niet van toepassing; nog niet, nog niet...
Nog altijd stond daar de fauteuil met lichtblauwe bekleding: "mijn stoel", waarin ik tegenover je zat en mijn tranen en woorden op je afvuurde; nog altijd, nog altijd....
Geplaatst in de categorie: liefde