Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Stervensproces.

Eigenlijk was ze een vreemde voor mij, de vrouw die stervende was.
Ik zat naast haar bed en door haar bewegende armen in het niets - alsof ze houvast zocht - bleef ik bij haar.
Er kwam gerochel uit haar keel en ze probeerde te hoesten, maar het slijm kwam niet los. Ze had longontsteking.
Soms lukte het mij om haar hand vast te houden en die te aaien en ik probeerde haar te sussen door haar toe te spreken, lieve woorden en dan werd ze even rustig.
Wonderbaarlijk.
Ikzelf zat in een rolstoel en was niet mobiel genoeg om alles te kunnen doen voor haar. Ik voelde me daarin zeer machteloos. Met alle mentale kracht - in mij - moest ik gewoon bij haar blijven, eigenlijk een bovenaardse kracht.
Af en toe kwam een verpleegkundige haar 'checken', een soort van routine en een meewarige blik naar mij toe en dat was alles.
Tja, het speelde zich af in een verzorgingstehuis.
Voor mij was het tijdelijk, voor die vrouw niet.
Ze had geen familie die haar bij kon staan en dat vond ik onmenselijk. Zelfs geen kennissen of buren die - blijkbaar - geen tijd hadden om maar even, gewoon even bij haar te zijn..
Ik wist haar voornaam, Helena, een mooie naam.
Ik probeerde haar dan ook met die naam te bereiken, door haar elke keer weer te troosten, of die ene hand te kunnen pakken voor houvast.
Meer kon ik niet doen, dacht ik.
En tóch ging ik ineens neuriën, een kinderliedje, terwijl ik haar hand vast had. Ze werd rustig en ik bedacht meer kinderlijke liedjes om haar te kunnen bereiken.
Het ging vanzelf en ondanks haar benauwdheid en het zwakker worden in haar ademhaling, ging ik verder.
Zelfs toen de verpleegkundige haar wat morfine gaf en een slaapmiddel, bleef ik neuriën en ik bleef haar aanraken.
Haar gezicht, haar handen.
Soms maakte ik nog wat grapjes, waarom weet ik niet, want een deel van haar gezicht werd wit, ze lag op haar zij en ik wist het..
Ik huilde en lachte tegelijk, zachtjes en keek toe.
Ik kon haar niet meer bereiken, haar adem stokte af en toe.
En toen zakte ze langzaam weg, na nog een paar keer ademhalen met grote tussenpauzes.
Zij had haar rust gevonden, ik niet.
Want toen werd alles zakelijk afgehandeld, ik kon gaan, want zij moest worden afgelegd.
Abrupt werd ik bij haar weggehaald door een verpleegkundige en naar mijn bed gebracht. Het was genoeg voor mij geweest.
'Ga maar lekker slapen'
Ik voelde me verdoofd en kon op dat moment niet helder denken. Ik had iemand zien sterven, vlak voor mijn ogen en lag te staren naar het plafond.
Het was inmiddels 4 uur in de ochtend, het was zomer, dus het werd al een beetje licht buiten.
Om 7 uur lag ik nog wakker en ik had dus de hele nacht niet geslapen.
Toen kwam er een verpleegkundige, die de dagdienst had, naar mij toe en vroeg of ik nog even naar Helena toe wilde.
Ze was vriendelijk en ze hielp me in de rolstoel en ze bracht mij naar de rouwkamer.
'Neem maar de tijd voor afscheid'
Ze gaf me een schouderklopje.
Toch met een brok in de keel 'rolde' ik naar het bed.
Het was een pop, het was geen Helena..
De contouren van haar gezicht waren anders, totaal anders dan de avond en nacht ervoor.
Ik kwam tot de conclusie dat ik al afscheid had genomen.
Van de echte Helena.

Schrijver: Alida Booij, 26 september 2014


Geplaatst in de categorie: afscheid

4.0 met 1 stemmen 100



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)