Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Ida Gerhardt, het geknede beeld ontleed

In de boekrecensie van Jaap Goedegebuure over de biografie 'Dwars tegen de keer. Leven en werk van Ida Gerhardt' van Mieke Koenen (Trouw, 18 oktober 2014) krijgen we al een ontnuchterende vooruitblik op het onlangs verschenen boek. Verschenen bij de erudiete uitgeverij Athenaeum, Polak & Van Gennep, waar Ida haar dichtbundels het liefste liet uitgeven.

Tot de verschijning van dit boek leefde ik altijd in de veronderstelling, dat Ida een soort literaire/roomse heilige was, die enkel hoogstaande verzen heeft geschreven, die louter door ingewijden begrepen kunnen worden. De hogepriester van die ingewijde elite was anderhalf jaar mijn buurbroeder in de Sint-Adelbertabdij te Egmond-Binnen. Dat was/is pater Frans Berkelmans, die zeer bevriend met Ida was. Gymnasiumniveau doet wonderen. Hij heeft een indrukwekkende serie boeken geschreven, waarmee hij Ida's poëzie tot in de diepste uithoeken heeft geanalyseerd. Ik heb me al die tijd blauw geërgerd aan zijn tiepmachinegetik.

Pater Frans hield wel eens een intieme lezing over een speciaal gedicht van Ida, waarna hij vaak mokkend om de weinige aandacht naar zijn cel terug dribbelde. Hij was vroeger bevriend met Kees Fens en toen die in de onmin geraakte, haakte hij aan bij Wam de Moor, net zo'n literaire grootheid. Ik heb Kees of Wam wel eens gezien.

Maar dit gaat over Ida en haar platgestreken, opgepoetste, onwrikbare imago-verdediging. Dingen, die ik nog niet wist: Haar beminde/verafgoodde leermeester J.H. Leopold heeft haar op een botte/wrede manier laten vallen. Zelf deed ze dat later met veel vrienden en verwanten. Haar oudere zus Truus had eerder dan haar succes als dichteres en door haar huwelijk belandde die in de high society. Dat maakte Ida stinkend jaloers en ze heeft dan ook later met haar lesbische partner en duidelijke spiegelbeeld Marie van der Zeyde de poëzie van Truus tot de grond toe afgebroken.

Ida en Marie hielden er satanische praktijken op na, want ze spanden samen tegen alle echte en denkbeeldige, literaire vijanden en ze stuurden hun schrijfwerk rechtstreeks naar de guillotine. Deze verbitterde en verzuurde dames zijn dus dezelfden, die als neusbloedende braverikken de Psalmen van David hebben vertaald en waardoor er in alle Nederlandstalige kloosterorden uit hun vertaalde Psalmen wordt gezongen. Ook ik heb dat nog gedaan. Daar schaam ik me nu zeker over. Ik wist nog niet beter.

De moeder van Ida was een psychiatrische patiënte, die extreem driftig was en zichzelf destructief haatte. Het gebrek aan liefde van de moeder is overgeslagen naar de dochter, die ook nog eens het verlies van een vroeggestorven broertje moest opvullen. Ida had een laag zelfbeeld en dat resulteerde in een manische hang naar bevestiging en waardering. Ze had in feite een jongen moeten zijn, maar ze voldeed daar grotendeels aan, want ze was innerlijk en uiterlijk weinig vrouwelijk. Haar mannelijke kenmerken hadden de overhand en dat ze net als Anna Blaman volstrekt lesbisch was, was haar zelf ook wel duidelijk.

Jeetjemina zeg, wat ben ik opgelucht met deze biografische gegevens van Marie Koenen, waardoor ik de zichzelf heilig verklaarde Ida eindelijk als een gelijkwaardige kan beschouwen, iemand, die is doorspekt met de gymnasiumleer, maar daardoor als mens en woordkunstenares niet boven wie dan ook verheven is. Uiteindelijk gaat het in de lyriek om de intentie, niet om de wetenswaardigheden. Daarom vind ik de Vlaamse Alice Nahon net zo indrukwekkend. Nel Benschop voert te ver, maar ik bedoel maar.

Ida had dus net als alle mensen geen vlekkeloos karakter en dat is godzijdank nu eens duidelijk aangetoond. Dus die Ida Gerhardt, die ik ooit in de kloostertuin bij de Lioba-zusters zag lopen, is niet de heilige, waarvoor ik haar toen aan zag, maar gewoon net zo beschadigd en worstelend als jij en ik. Haar valse ellebogenwerk maakt haar poëtische erfenis er niet stralender op, maar ondanks haar gemene fratsen heeft ze het toch maar geflikt om naam te maken binnen de Nederlandse poëziegeschiedenis en voor een groot deel ook nog eens absoluut terecht.

Ik stuurde haar eens mijn hommage over haar, 'De lyrische libel', waar ik een vriendelijke reactie op kreeg, niet van haar persoonlijk, maar van haar secretaresse of Marie, dat weet ik niet meer, en dat het gedicht bij Ida in goede aarde was gevallen. Pfff! Ze was toen niet meer in staat om zelf te reageren. De brief zal wel ergens tussen al mijn paperassen liggen, ik ben een stapelaar, geen archivaris.

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 oktober 2014


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 5 stemmen 252



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
21 oktober 2014
Email:
gabrielamommersyahoo.com
Waaruit maar weer blijkt dat we tegen niemand hoeven opkijken. Neerkijken overigens ook niet. Beide is zinloos en belemmert te zien wie de ander werkelijk is

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)