Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Voor vluchtelingen

De titel doet vermoeden dat ik er een andere mening op na houdt dan de hartenkreet 'Tegen vluchtelingen' van Joanan Rutgers, maar niets is minder waar. Hij is niet tegen vluchtelingen en ik natuurlijk ook niet. Hoe zou ik dat kunnen zijn. We zijn immers allemaal Eén, dus mijn hele spirituele wezen verzet zich daartegen. Maar ook begrijp ik uit eigen ervaring hoe het is om vluchteling te zijn.

Vluchteling in eigen land.

Mensen vluchten wereldwijd als het onveilig voor ze wordt. We denken dan vooral aan oorlogsgebieden die mensen het leven kan kosten als ze blijven. Maar ook in ons kleine landje zijn er mensen die moeten vluchten met gevaar voor eigen leven. Naar huizen waar de ramen kogelwerend glas hebben, voor het geval degene waar men voor vlucht ze toch weet op te sporen.

Ik heb in zo'n huis gewerkt als kinderhulpverleenster. Ik ken de angst van de vrouwen en de kinderen. Zonnebrillen en dikke make-up bij de vrouwen om de blauwe plekken te verhullen. Kinderen volledig stil en op slot, drie uur bezig met een individueel kind om behoedzaam contact te leggen. Of ze zijn juist heel open, trekken spontaan hun shirtje voor je omhoog om te laten zien wat gebeurd is: "kijk, papa heeft mij tegen de muur gegooid", lijfje bont en blauw.

Fysiek geweld is altijd een heel goede reden om te vluchten. Psychisch geweld ook, maar is vaak minder zichtbaar, daardoor geniepiger, nog gemener, en vaak ernstig ziekmakend. Mensen die door anderen gestalkt, getreiterd, geïntimideerd worden. In hun huis, op straat, op hun werk. Je nergens meer veilig voelen en geen politie die je helpen kan, want er is 'nog niks gebeurd'.

Lang geleden ben ik moeten vluchten uit mijn geliefde zuidelijke wereld. Ik werd lastig gevallen door een man op mijn werk, en dat nam steeds ernstigere vormen aan, ook buiten het werk. Ik was zijn enige slachtoffer niet, en heb nog geprobeerd samen met twee andere vrouwen een klacht tegen hem in te dienen. Maar zij durfden niet, te zeer al in zijn greep van de angst. Ze waren er beiden slecht aan toe, en ik vluchtte om erger te voorkomen.

Vluchten naar een wereld die vreemd voor mij was. Met ongeschreven codes over hoe met elkaar om te gaan. Omgangsvormen die heel anders waren dan de wereld waar ik vandaan kwam. Het eerste jaar had ik terug willen kruipen, ziek van heimwee. Na drie jaar begon ik te wennen aan de taal en de gebruiken. Na twintig jaar ben ik nog steeds een vreemde eend in de bijt met mijn zachte G, en dat zal ongetwijfeld altijd zo blijven.

Van de week stond ik bij de viskraam te praten met een jonge Braziliaan. We aten samen een visje en wisselden in ons beste Engels wetenswaardigheden uit. Hij was op zoek naar een woning, kwam hier studeren, en zijn vrouw zou ook naar Nederland komen, ook om hier te studeren. Hij was zeer geïnteresseerd in de plaatselijke gebruiken. Ik kon hem uit eigen ervaring vertellen welke dingen hij beter niet kon doen, want twintig jaar geleden maakte ik alle fouten die je hier niet maken moet.

Zijn zij nou gelukszoekers, dat ze hier willen komen wonen en studeren, misschien ook nog hier werken daarna? Al die rare rechtse praat op televisie, dat mensen 'onze' banen niet mogen hebben. Vervolgens laten we ze dus niet toe tot de arbeidsmarkt en verwijten we ze dat ze geen werk hebben, van 'ons' geld een uitkering 'trekken'. Dat is logica waar mijn hersens zeer van doen.

Logica die vooral gebezigd wordt in tijden van 'crisis'. "Jij bent niet van hier", is dan een 'logische' reden om iemand die baan niet te gunnen of te ontslaan. 'Eigen volk' eerst. Van hoe verder weg iemand komt, hoe minder 'eigen'.

De jonge Braziliaan blijkt een intelligente gesprekspartner. Hij vertelt hoe mooi hij het hier bij ons vindt, en hoe anders dingen in zijn land zijn. Hoeveel daklozen daar zijn, overal. Of wij die ook hebben, vraagt hij. En of we ze helpen en hoe dan. Ik vertel van de opvang en de straatkrant. De koopman van de viskraam luistert aandachtig naar ons gesprek, terwijl wij ons zijn gebakken kibbeling laten smaken. Opeens klinkt er een mooi liedje uit zijn kraam. Ik herkende de melodie van 'Mag ik dan bij jou' van Claudia de Breij.

"Als de oorlog komt,
En als ik dan moet schuilen,
Mag ik dan bij jou?
Als er een clubje komt,
Waar ik niet bij wil horen,
Mag ik dan bij jou?
Als er een regel komt
Waar ik niet aan voldoen kan
Mag ik dan bij jou?
En als ik iets moet zijn,
Wat ik nooit geweest ben,
Mag ik dan bij jou?"

Zouden ze dit soort liedjes nou ook draaien in de spreekkamers van de IND?


Zie ook: https://www.youtube.com/watch?v=o5uvsEs79hM

Schrijver: Gabriëla Mommers, 30 augustus 2015


Geplaatst in de categorie: actualiteit

4.0 met 3 stemmen 198



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Annejan Kuperus
Datum:
1 september 2015
Email:
ajkuperushotmail.com
Wat een mooie, boeiende en goed geschreven hartenkreet; op een leesbare wijze beschrijf jij zowel het mondiale- als jouw persoonlijke vluchten. Samen met de eveneens kibbeling etende Braziliaan een boom opgezet, gelardeerd met, naar ik vermoed, een heerlijke ravigotesaus... . Met plezier gelezen; eet smakelijk!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)