Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

De moeizame wereld van een schrijver

Zojuist zag ik Thomas Rosenboom op NPO2 met een nieuw schrijftalent in de weer. Ik heb ooit een lezing van Thomas in hartje Amsterdam meegemaakt, vlakbij het spookhuis van Harry Mulisch. Toen leek zijn postuur ook al niet bij zijn griezelig pedante stem te passen. Ik vond het nog erger om opnieuw de arrogante tronie van hofnar Mai Spijkers te zien, die beweerde, dat je jezelf als nieuwbakken schrijver naar voren moet weten te wringen, dat hij de persoon achter het manuscript belangrijker vindt dan het manuscript zelf. Hij wil de gedrevenheid kunnen voelen, aanraken en ruiken.

Maar daar heb je als beginnende auteur voldoende sociale vaardigheden voor nodig en laten die nou net bij mij ontbreken. Kun je nagaan, als ik die wel had gehad, dan kreeg ik ook uitnodigingen voor het Boekenbal, DWDD, Zomergasten en Pauw. Ik heb best heel wat in mijn schrijfarsenaal, wat ik digitaal gezien ruimschoots heb bewezen, maar de ouderwetse uitgevers bereik ik niet.

Dit is trouwens niet helemaal waar, want ik heb wel drie ex-uitgevers gehad en ik stond in vele literaire bladen/tijdschriften, met name in België, waar men schrijvers meer waardeert en in de watten legt. Door mijn geestesgesteldheid zit ik van nature al in een ondoorbreekbaar isolement en ik ben werkelijk tot extreme dingen overgegaan om die sociale handicap te willen doorbreken, maar op een gegeven moment moet je jezelf bij de beperkende feiten neerleggen. Zoiets ging niet vanzelf, maar na heel veel valpartijen, transformaties en New Age toestanden. Tenslotte kom je altijd weer heel dicht bij je ware ik terecht en kun je maar beter vrede sluiten met je beperkingen. Ik denk zelfs dat ik er niet gelukkiger op zou worden als ik meer met mijn schrijvende en uitgevende soortgenoten zou omgaan. Ik bedoel in het echt hé. Ik spreek uit ervaring, want dan zouden mijn beperkingen alleen maar meer opvallen en leed aanrichten, het zou mijn isolement alleen maar extra vergroten.

Ik heb Adriaan van Dis wel eens vluchtig een gedicht voor hem gegeven en hij reageerde even gentlemanachtig als altijd, maar toch ging ik er als een bange haas vandoor. Toen ik dat bij Boudewijn Büch ook deed, snauwde hij mij af en zei hij 'Ik moet niets van jou, jongen!'

Ik heb heel wat schrijvers en dichters zien voordragen, maar ze ook daadwerkelijk benaderen, vind ik nog steeds één van de engste dingen, die er zijn. Terwijl, ik zat wel op de voorste rij, toen Anna Enquist haar poëzie voordroeg. Ik kick op die spannende nabijheid, maar voor de rest blijf ik van top tot teen zwaarverdoofd voor mij uit staren, wat natuurlijk niet erg uitnodigend is. Ik zit nog steeds in een kinderlijk stadium, waarin ik denk dat iedereen wel mijn gedachten en gevoelens kan lezen. Nog net geen katatonie.
Met Gerrit Komrij durfde ik wel enkele woorden te wisselen, maar wel na het nodige bier en zeer terughoudend. Tijdens een lezing van Joost Zwagerman durfde ik hem tegen te spreken, waarna Aad Kosto mij 'een familielid van de Verlaine's' noemde. Ik heb het echt overal serieus geprobeerd, maar die schrijvers zijn in feite allemaal gesloten eilanden, waar ik (soort zoekt soort) natuurlijk volop op lijk.

Ik zou best eens een avondje met Jessica Durlacher willen bomen en doorzakken, maar dat vindt Leon de Winter dan weer niks. Het is ook altijd wat. Van Kristien Hemmerechts kreeg ik een bedankje voor wat ik haar via Facebook had geschreven, maar daar blijft het dan ook bij. Ergens logisch, want na Herman's overlijden is ze inmiddels weer hertrouwd. Bovendien is ze een tikkeltje te oud voor mij.
Ik heb ook enkele bekende dichteressen als Facebookvriendinnen, maar de communicatie blijft vaak bij één of twee berichten. Facebook is echt een laatste reddingspoging voor een loser en zielepoot als mij. Ik heb zelfs Tweede Kamerleden als Facebookvrienden, zoals de dochter van Jan Marijnissen en de zesde op de lijst van D66.
Atte Jongstra, Oek de Jong en Dirk Scheringa (jaja) zijn één van mijn weinige, mannelijke Facebookvrienden, want mannen vertrouw ik al heel lang niet meer, waar seksueel misbruik aan ten grondslag ligt.

Ik herinner me Erik, die bij de lokale, biologische winkel Gaia werkte en supergespierd was. Erik en ik maakten altijd vette jokes met elkaar en hij geloofde net als ik dat mijn nog te schrijven boek 'Geprekken met mijn agapornide' een absolute bestseller zou worden. Ik hield hem van de fictieve vorderingen op de hoogte. Wat hebben we samen wat afgelachen, terwijl we in het kleine binnenplaatsje sigaretten rookten en biertjes dronken. De winkel ging op de fles en Erik vertelde me dat hij bij de Israëlische Mossad ging aanmonsteren, waarna ik hem nooit heb terug gezien.

Anekdote: Ik kom de winkel binnen en Erik loopt verschrikt op mij af. 'Ze hebben jouw vriend vermoord!', zegt hij op dramatische wijze. 'Hé, wat?!', zeg ik. 'Ja, het was zojuist op het nieuws, Theo van Gogh is vermoord!' De rillingen gingen door mijn lijf. Ik had Theo ooit vanuit een coffeeshop naar mij zien loeren met zijn rechterkijkhanddakje boven zijn speurende ogen. Theo had inderdaad een geestverwante vriend van mij kunnen zijn. Vele andere schrijvers ook, maar ik zit nu eenmaal met dat ontbrekende gen, waardoor Mai Spijkers mij bij voorbaat al door de plee spoelt.

Schrijver: Joanan Rutgers, 27 maart 2017


Geplaatst in de categorie: psychologie

4.5 met 4 stemmen 119



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Karel Jong
Datum:
27 maart 2017
Mooie bijdrage. Deze mix van persoonlijk en de strijd om het bestaan, vind ik meestal de sterkere stukken van Joanan. Inderdaad zijn sociale vaardigheden nodig om met ellebogen, slijmjurken en overdreven zelfvertrouwen je boek overal te promoten, Extremen kom ik ook tegen. De dichter die na zijn pensioen enkele zielige versjes over ouder worden publiceert en mogelijke sponsoren intensief benadert om dat bundeltje maar te bekostigen. Je moet het maar durven.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)