Een zielig dier aan de kant van de weg
Terugkerend van de Rabobank, waar twee elegante, joyeuze jonge jongens met weemoedige bruine, respectievelijk grijze ogen en gekleed in geruit colbert en pantalon, zoals past bij die zaak, me hadden geholpen met mijn bankzaken en voortwandelend in de smorende, de zenuwen verlammende hitte, trof ik aan de kant van de weg, op een vensterbank, een zielige, aandoenlijke vogel aan met een verlamde poot die me hulpeloos en hulpbehoevend in de ogen staarde en het was alsof daarmee heel het menselijk tekort, heel de ontzagwekkende gebrekkigheid en treurnis van deze wereld, heel het gigantische gemis van de werkelijke liefde, van de werkelijke opperste schoonheid op me afkwam en daarom vloeiden eindelijk mijn tranen zonder ophouden......
Geplaatst in de categorie: verdriet