Berichten uit een Zorgcentrum (vervolg)
Het was winter en het sneeuwde die dag. Op de markt liep ik de nachtjaponnen als het ware "tegen het lijf". Ze waren lichtpaars, roze en groen van kleur, wapperden in een licht briesje vóór de kraam en ze leken min of meer op vormeloze zomerjurken van een lang vervlogen mode. Maar dit was waar mevrouw om gevraagd had. Ik gaf ze haar bij onze volgende ontmoeting ter inspectie. Bij die gelegenheid hield ze ze keurend tegen haar lichaam en trok ze er tenslotte één van aan, over haar kleding heen. Het was naar genoegen, al zouden de mouwen een stukje ingekort moeten worden.
Tussen de koffie en de appelsap, het bonbonnetje en het koekje vertelde mevrouw over haar carrière als stikster van lederen handschoenen in een fabriek in een verre, voorbije tijd, nog vóór de grote oorlog. En over die vakantie, eens in Lugano, toen zij het licht van de bliksem de groenblauwe hemel boven het Meer zag openscheuren.
Nu resteert slechts het "tuintje" dat we samen "ontwierpen" in haar kamer waartoe de zachtgele orchideeën behoren en de roze cyclaam, de rode amaryllis en de witte azalea.
Als ik het heb over de toekomst, of zelfs maar over de volgende week, raadt mevrouw me aan niet zulke gewaagde voorspellingen te doen. Het lijkt alsof de zwarte tinten van de schaduw van het onherroepelijke einde zich al uitstrekken over haar leven, alsof zij de grijpgrage klauwen van de dood al voelt.
"Helden en heldinnen vindt men overal. Onopgemerkt, in de straten, op pleinen, in het Openbaar Vervoer en in de verzorgingshuizen, als de takken en bladeren van iedere boom, als de hemel boven ons, als de sterren en de maan die ons iedere nacht vergezellen".
Geplaatst in de categorie: ouderen