Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Telefoon

Toen de telefoon ging op de Spoedeisende Hulp nam ik de telefoon van de haak en ratelde het standaard zinnetje in de hoorn.

De stem aan de andere kant van de lijn klonk jong, aarzelend en was slecht te verstaan door een brommend geluid op de achtergrond.

Toen de betekenis van de vraag tot mij doordrong, stonden mijn zintuigen plotseling op scherp.

‘Hoe lang duurt het tot je dood gaat wanneer je een scooter in de kamer zet met de motor aan?’

Het was een meisjesstem die deze vraag stelde. De nummermelder gaf slechts ISDN aan. Geen nummer om te noteren of eventueel terug te bellen, geen nummer om door de politie te laten checken.

'Waarom wil je niet meer leven?’ vroeg ik aan het meisje.
Het meisje aan de andere kant van de telefoon antwoordde niet direct.

‘Ik wil gewoon dood, meer niet.’

‘Wil je wat over jezelf vertellen, waar woon je, hoe oud ben je? Hoe heet je?’

‘Ik wil alleen weten hoe lang het duurt voordat je dood bent. Of je dood gaat, ik bedoel door de uitlaatgassen van de brommer.’

‘Is dat het geluid op de achtergrond?' vroeg ik bezorgd.

‘Ja, dat is mijn scooter,’ antwoordde ze; haar stem leek lijzig te klinken, of verbeeldde ik me dit maar?

‘Doe de bromfiets even uit zodat we rustig kunnen praten, of kom hier even naar toe,’ vroeg ik terloops.

'Nee… ik doe hem niet uit en ik kom echt niet naar je toe. Ik weet ook wel dat je me gaat proberen tegen te houden, denk maar niet dat ik hem uit doe.'

‘Nou dan niet! Het duurt een hele tijd voordat je zo misselijk bent dat je gaat overgeven en heftige hoofdpijn krijgt. Je maag zal zich omdraaien en je zult je heel ziek voelen, maar je gaat niet dood.’

Ik blufte want ik wist echt niet hoe lang het zou duren voordat ze eerst bewusteloos zou zijn, om dan in een comateuze slaap te geraken.

‘Ik geloof je niet,’ zei het meisje. ‘In films zie je het ook dat ze toch doodgaan. Ik wil alleen weten hoe lang het duurt.’

‘Wil je misschien dat ik iemand waarschuw, je familie of een vriend?’

‘Ze vinden me wel! ‘Het werd stil…

‘Als je mij nu je naam geeft, mijn naam is Willy, hoe heet jij?’

‘Dat gaat je geen barst aan.’

‘Je kunt toch vertellen hoe je heet of waar je woont of minstens waarom je dit wilt doen.’

‘Het gaat niemand iets aan, zeg me gewoon hoe lang het duurt en laat me met rust.’ Ze draaide de zaak om alsof ik haar had opgebeld.

Ik voelde een lichte paniek opkomen omdat ik niet in staat zou zijn haar tegen te houden en probeerde een andere toon.

Niets hielp; het gesprek rekken had weinig zin omdat ze geen telefoonnummer of naam of adres wilde geven. Ze wilde maar één ding, dood.

Ze klonk zo triest. Ze luisterde naar raadgevingen om ze vervolgens meteen naar de prullenbak te verwijzen. Ze hield haar redeloze alleenspraak en maakte mijn verontrusting niet kleiner. Machteloos liet ik haar praten.

Even plotseling als ze de telefoon had laten rinkelen maakte zij een eind aan het gesprek.
‘Nou dag hoor, zei ze, bedankt voor het praten.’

Het monotone geluid van de telefoon dreunde tegen mijn trommelvliezen ten teken dat de verbinding was verbroken. Even later legde ik de hoorn uiteindelijk toch weer op het toestel. Ze had echt neergelegd. De verbinding was verbroken en niemand kon er iets mee doen. Een gesprekje van enkele minuten. Naamloos zou ze verworden tot een onprettige herinnering.

De hele avond bleef dat weeë gevoel in mijn maag. Een kind wilde dood, ik wist het en kon het niet verhinderen.

Elke keer als de telefoon ging, hoopte ik stiekem dat dit het meisje zou zijn, of dat er een stel giechelende meiden aan de andere kant van de lijn proestend van de lach het akelige gevoel weg zouden nemen. Niets van dat alles gebeurde.

De avond duurde langer dan anders. De wijzers van de klok trokken zich tergend langzaam op langs de cijfers.

Rond elf uur stapten er een paar agenten en een brandweerman de spoedeisende hulp binnen. Een van hen had vergiftigingsverschijnselen.

Eerder op de avond waren ze door de buurman van een jonge dame geroepen omdat de hele flat naar uitlaatgassen stonk.
'Welke idioot laat nu zijn bromfiets een hele avond in de kamer draaien?'

Ze hadden haar bewusteloos op bed gevonden en waren maar net op tijd.
Het meisje was uiteindelijk naar het AMC gebracht en was inmiddels buiten levensgevaar. Het lot had deze mannen naar dit ziekenhuis geleid.

Ze dronken een kop koffie samen en ik vertelde van het telefoongesprek. Hoe machteloos ik me voelde in dergelijke situaties. De andere dienstverleners voelden dezelfde frustratie. Dezelfde onmacht.

Opgelucht kon ik een half uur later naar huis gaan. Mijn dienst zat erop. In het AMC zou een team met deskundige hulpverleners hun best doen om het ontregelde leven weer op de rails te zetten.

Hopelijk zou het met dit meisje weer goed komen. Gelukkig had ze nog een wakkere buurman en waren er nog mensen bereid om anderen te helpen. Zelfs al werden ze er soms zelf ziek van, en werd hun hulp niet altijd op prijs gesteld.

Wat een kind ertoe drijft de dood te verkiezen boven het leven zal niemand kunnen begrijpen; misschien is het te hoog gegrepen om dat te willen bevatten.

Voor mij was het een heftige ervaring op een zo cruciaal moment contact met dit kind te hebben gehad zonder te kunnen ingrijpen.

Dat ik nooit zal weten wie het meisje was en waarom ze tot deze drastische daad kwam, maakte niet uit nu ik wist dat dit kind deze nacht veilig zou zijn.

Schrijver: Willy Vittali, 13 augustus 2009


Geplaatst in de categorie: maatschappij

4.6 met 8 stemmen 390



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Outsider
Datum:
15 augustus 2009
Helemaal met Schulz eens, ook van mij een dikke 10.
Naam:
Günter Schulz
Datum:
14 augustus 2009
Email:
ag.schulztiscali.nl
Op het puntje van m'n (computer)stoel ademloos gelezen. Met gevoel, met betrokkenheid en tevens met respect geschreven. Toppie, Willy!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)