Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Hardlopen

En de tijd begon te lopen in 1979. De witblauw gekleurde brugklas ging voor het eerst van start op de schoolcross. Gymleraar Kees, met de lange benen en de grijns op zijn gezicht, fietste, met de stopwatch in de hand, met ons mee. De 4 stoere vrienden gingen ook hier de strijd met elkaar aan. Wilden niet onderdoen voor elkaar. Al gauw waren de kaarten geschut. Ik liep, tot mijn stomme verbazing, helemaal alleen voorop. “Waar blijven ze toch?” dacht ik. “Ze zullen zo dadelijk wel komen.” Gymleraar Kees, met de lange benen en de grijns op zijn gezicht, fietste naast me. “Het gaat goed?” zei hij, “ga zo door” en hield me vervolgens wat uit de wind.

Na twee en een halve kilometer was het gedaan. Voor het eerst in mijn leven won ik. Ik was twaalf jaar en was hardloper vanaf die dag. De jaren daarna voerde ik de ranglijst aan op de schoolcross. En bij een nieuw schoolrecord fietste ik met gymleraar Kees, met de lange benen en de grijns op zijn gezicht, samen naar de dichtstbijzijnde warme bakker. Hij trakteerde mij dan op een slagroomtaart, die ik, even later, trots met mijn vrienden in de schoolkantine opsmikkelde. Ik zal het nooit vergeten.

Het was een zwoele dinsdagavond in augustus 1982 toen ik deelnam aan mijn eerste atletiektraining op de tartanbaan. Ze zochten nog naar een snelle loper voor de zondag daarop, om in de finale van de jongenscompetitie de 3000 m te lopen. Er waren verschillende gegadigden voor de race. De één zag er nog sneller uit dan de ander. Allemaal strak in het pak. De trainer besloot om een selectiewedstrijd over 2000 m te organiseren. De winnaar werd geselecteerd voor de race van aanstaande zondag. Ik mocht ook meelopen, als ik wilde. Al was ik nieuw. Ik wilde me wel eens meten met echte atleten, dus ik stemde in.

Toen we startten liep ik, net als die eerste keer op school, ongewild eigenlijk onmiddellijk op kop. Wederom keek ik verbaasd achterom en dacht “waar blijft iedereen? Dit zijn toch atleten?” In elke bocht waarschuwde men mij, om het vooral wat rustiger aan te doen, “want anders ga je kapot!” Maar ik was nog helemaal niet moe en liep door. Wel vijf ronden lang hield ik het vol. Dit was toch maar stukje rennen vergeleken met de schoolcross. Dit was een peulenschilletje. Na een paar ronden kwam ik zelfs die jongens tegen waarmee ik was gestart. Op de baan keek men naar me op. Men sprak mij aan. Dit kende ik niet. Ik was trots. Die zondag daarna mocht ik dus lopen. Helemaal in Helmond, daar werd ik derde.

Daarna ben ik nooit echt doorgebroken tot op top niveau, maar dat geeft niet. De juiste spirit hiervoor ontbrak, of ik had toch net niet genoeg talent. Maar ik werd hardloper, in hart en nieren en ik heb dat 25 jaar met heel veel plezier gedaan. Ik trainde soms wel zes keer per week in de bossen, op de weg, in de bergen op de baan, in binnen- en buitenland. Ik startte en finishte, liep trainingen en wedstrijden, voorop en achterin. Soms wel 130 kilometer per week. Ik ontmoette de meest interessante mensen, heb wedstrijden kunnen winnen, maar heb vooral ook leren verliezen. En dat was soms helemaal mijn eigen schuld.
Terugkijkend heb ik, door het beoefenen van deze sport, eigenlijk alleen maar gewonnen. Het heeft mij gevormd. Ik heb besloten hardloper te blijven, ondanks dat ik ben gestopt (mijn kuiten zijn allergisch geworden voor hardlopen). En Kees, is gelukkig altijd die gymleraar met die lange benen en die grijns op zijn gezicht gebleven. Ik liep hem onlangs tegen het lijf. Hij kende me nog, dat doet me goed.

Schrijver: De Hertog, 3 september 2011


Geplaatst in de categorie: individu

4.2 met 6 stemmen 134



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)