Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen over geschiedenis

Genoeg commotie dichtbij

Natuurlijk had ik ook wel net als Tommy Wieringa graag bij Barack Obama op bezoek gegaan, op reis naar Washington, dwars door de coronabarricades heen, naar het White House koekeloeren en wat slimme vragen verzinnen, maar toen Nieuwsuur mij als eerste belde, had ik geen zin op op te nemen, want je wordt nu eenmaal hartstikke lethargisch van al die absurde coronamaatregelingen.

In mijn gang hangt een oude landkaart van Nicolas Joannis Piscator uit 1628, waarop Friesland, Groningen, Drenthe en Noord-Duitsland staan. Een ruig gebied met allemaal eilanden erboven. Boven de Noordzee lag de Oceanus Germanicus. Mijn geboorteplaats wordt er 'Beem' genoemd, exact in de Groningse, Nedersaskische taal. Even verder dromend kom ik bij het aansluitende Denemarken terecht, waar ik sinds mijn ontvlamde, vurige passie voor de helderziende genezeres Elisa Anni Lisette Nielsen een speciale band mee voel. Zij schijnt nu in Aarhus te wonen, maar pin haar daar niet vast, want zij vliegt het liefste zo los mogelijk. Vlak voor de corona-ellende had ik eindelijk weer eens serieuze plannen om een reis naar het buitenland te gaan maken. Het leek me fantastisch om met een bus door Denemarken te struinen. Ik voelde ineens een sterke trek naar Scandinavië. Nu het dromen van een ontdekkingsreis alsmaar wordt uitgesteld, droom ik ook van Finland, Zweden en Noorwegen. Gewoon al die landen in één keer bewonderen. Het liefste samen met Elisa Namaste als gids, maar hoe dan ook, zij zal altijd met mij verbonden zijn, iets wat ik van het Tibetaans-boeddhisme heb geleerd.

Ondertussen stond de tijd niet stil en gebeurde er voldoende rondom mijn residentie/schrijfpaleis. Op een dag in de afgelopen zomer was er veel rumoer op straat en zag ik een brandweerauto met een lange schuifladder in beweging, een ambulance en enkele politieauto's, naast de gebruikelijke nieuwsgierigen achter de rood-witte linten. Ik ging op mijn balkon staan kijken en ik zag een brandweerman naar mij wijzen, althans ik dacht naar mij, maar het was naar het balkon van mijn Poolse onderbuurvrouw. Ik wilde nog schreeuwen, dat alles okay met mij was en dat ik niet meegenomen hoefde worden, maar het drong uiteindelijk tot mij door, dat het om mijn onderbuurvrouw ging. Het kon om corona gaan, maar het kon overal om gaan. Na een tijdje zag ik hoe mijn onderbuurvrouw via een draagbaar bed naar beneden werd getakeld. Ze lag er stokstijf bij en ik weet dat ze Parkinson heeft. Ik had kunnen zwaaien, maar ze had haar ogen dicht. Tja, je zult maar hoogtevrees hebben en je wordt zo uit je huis gehaald. Ze werd heel zorgzaam behandeld en in de ambulance weggereden. Een paar weken later zag ik haar terug bij de gezamenlijke fietsenhokken. Er was een ziekenbroeder bij, die zat te meten hoe hoog het oprijding voor de scootmobiel moest worden. De onderbuurvrouw en ik gaven elkaar een hand en zij zei: 'Ik leef nog!'. Wat er precies met haar gebeurd is, weet ik nog steeds niets, maar waarschijnlijk is ze ernstig gevallen. Ze heeft extra beveiliging aangelegd en ik zie haar de laatste tijd bijna nooit meer, soms nog ergens met haar boodschappentas op wieltjes. Toen ik ooit bij haar in huis was, zag ik een foto van haar Poolse moeder, die ik erg knap vind, wat ik haar gezegd heb, meen ik. Toen rookte ik nog en deelde ze sigaretten uit.

Dus zeg niet dat ik niets meemaak, omdat ik veel thuis moet zitten, hoewel niet veel meer dan anders. Mijn nieuwe buren voor ongeveer twee jaar schat ik waren vrolijke jongelui met een jong kind, een jongen, die af en toe op bezoek was en vaak krijste, waardoor zijn vader keihard begon te vloeken en 'Hou je bek!' schreeuwde. 'Het houdt niet op, niet vanzelf' denk je dan even, maar je weet nooit hoe de vork echt in de steel zit en er leek al jeugdzorg omheen te bungelen, ook omdat het zoontje vaak lange tijd niet aanwezig was. De jongeman was mager en hij had enkele tatoeages, er stond o.a. 'Be free' op zijn onderarm, een leus, die ik van harte beaam. Tijdens de Kerst hadden ze de voordeur overdreven versierd en het balkon vol lichtjes opgetuigd. Wanneer ik in mijn ligstoel zonnebaadde, rook ik sterke wietgeuren en zag ik hem wel eens gelukzalig voor zich uit kijken. Ze hadden iets van vijf poesen, die geregeld over de balkonrailing liepen. Sommige poesen keken mij soms met holle ogen aan. 'Ook stoned natuurlijk!', dacht ik dan. Hun favoriete vervoersmiddel was een blauwe scootmobiel met een sticker, waar 'Get tatooted' op stond. Zij werkte een tijd als kassière bij de Albert Heijn, maar zij leek mij niet te herkennen. Wel bij het flesseninleverapparaat, toen ze zei, dat ze het niet breed hadden.

Daar ging wat aan vooraf. Omdat ik weer eens heel veel last van mijn bovenburen had, timmerde ik keihard met een hamer tegen de muur, waardoor mijn zijburen met de scootmobiel al snel bij mij aan de deurbel hingen, dat wil zeggen, zij stond trillend en stotterend voor mij en ze zei, dat ze het 'niet zo netjes' vond, totdat ik uitlegde, dat het niet voor hun bedoeld was, maar voor de bovenburen, waar ik al jaren last van had. Hij stond in zijn deuropening wat te lachen volgens mij. Hij had misschien toen al wat anders aan zijn hoofd, maar daar kom ik zo op. Ik zag hem nog als kassamedewerker bij de 'Big Bazar', en ik vroeg hem of er nog van die fietsreparatiesets waren. Die waren er niet. Hij deed altijd heel opgeruimd en aardig. Zij ook trouwens. Op een dag, niet eens zolang geleden, kwam ik thuis en was er van alles aan de hand in en rond hun flatwoning. Een buurman van dezelfde galerij vertelde me alvast wat er gebeurd was. 'Een inval!', zei hij, 'een rattenplaag!'. Met die rattenplaag bedoelde hij zo'n zes gewapende politie-agenten, die de deur van mijn buren hadden ingebeukt. Mijn buurman was net aan zijn heup geopereerd, maar hij werd gedwongen om tegen de grond te gaan liggen, net als mijn buurvrouw. Het kind van een andere buurvrouw was heel erg geschrokken. Toen ik op de galerij aankwam, waren mijn buren aan naar het bureau gebracht. Ik rook een heel sterke wietgeur en inderdaad, de aap kwam uit de mouw, er was pal naast mij een wietplantage ontmanteld. Even later werd dat ook zichtbaar, want de agenten ruimden alles op. De oogst lag eerst nog wat op de galerij, waardoor een buurman en ik erg vrolijk werden, net als de agenten trouwens. Er werd om van alles en nog wat gelachen. Blijkbaar werkt die wiet ook zonder het te roken. De dure warmte-installaties werden naar beneden gesmeten, evenals de grote oogst.

Later spraken mijn buurman en ik mijn buurvrouw nog. Ze hadden nu meer dan 20.000 euro schuld en ze zouden woonruimte in Utrecht krijgen, in een woning van de politie of zo. Alle spullen van waarde waren door de politie in beslag genomen, ook haar horlogeverzameling en de dure laptop van haar vriend. 'Een illegale wietplantage, dat is niet zo netjes, buurvrouw!', had ik kunnen zeggen, maar dacht ik. Zo'n onderneming is overigens ook gevaarlijk, want brandgevaarlijk. Zij zei, dat ze niets van die wietplantage had gemerkt, omdat ze niet in die kamer mocht komen. Hij had de boel blijkbaar geregeld via een bekende, die ook opgepakt is en wel degelijk een wapen in zijn huis had. Een kat in het financiële nauw maakt rare sprongen, zal ik maar denken. Ik zei nog tegen haar: 'Je moet naar Canada gaan, daar mag je wiet kweken zoveel als je wilt!'. Ieder weldenkend mens is natuurlijk voor legalisatie. Dat kat-en-muis-spel tussen wietliefhebbers en wethandhavers is absoluut achterlijk en belachelijk. Ik zie die bak met groen geluk nog de hoek om gaan. Groen geluk, revolutionair en geniaal evolutionair, ook al is het tijdelijk en illusionair. Use the kick of dreams. Blijf idealistisch. Of zoals ik her en der wel eens de slogan 'Fuck the system!' zag staan. Ik zag mijn buren met hun zoontje nog een keer op hun blauwe scootmobiel voorbij rijden. Ze waren vrolijk en ze groetten vriendelijk. Ze waren dakloos en die scootmobiel was alles wat ze nog hadden. Drie mensen op een scootmobiel, rijdend van nergens naar nergens in een kille, strenge en verstarde wereld, die hen niet kan en wil begrijpen. Stay free.

Schrijver: Joanan Rutgers
18 november 2020


Geplaatst in de categorie: geschiedenis

2.3 met 7 stemmen 1.253



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)