Verlies van decorum
Tijdens mijn werk word ik gebeld door de arts van het verpleeghuis. Mijn moeders agitatie neemt de laatste weken toe. De arts, vriendelijk en respectvol, doet me de (onhoudbare) situaties met mijn moeder in de hoofdrol, uit de doeken, spreekt over een zeer lichte dosering antipsychotica. De scherpe kantjes zouden er wat af gaan, natuurlijk hielden ze haar goed in de gaten. Licht geschokt luister ik naar hem. Ik reageer al even vriendelijk en respectvol. Iemand moet de eer van onze familie hoog houden. Tot in mijn vezels voel ik de ontmanteling van mijn moeders wezen. Het ene schilletje na het andere wordt afgepeld. De ratio verdwijnt en primaire emoties worden rauw opgediend.
Wonen in een woongroep, het zou gezellig kunnen zijn. Met een hoofd in de war, is er meer sprake van een waanzinnige trip. Je zult maar opgesloten zitten en niet begrijpen, waarom je niet naast je man aan tafel mag zitten tijdens het eten. Je hebt toch net samen een stuk gefietst en boodschappen gedaan, waar bemoeien ze zich mee?
Mijn moeder is bezig aan haar laatste reis en leeft in haar eigen wereld. De medebewoner die ze voor mijn (overleden) vader aanziet, leeft in zijn werkelijkheid. Zijn vrouw bezoekt hem trouw en kan mijn moeder wel schieten. Op haar beurt veelt mijn moeder deze vrouw niet. Het zorgdossier van mijn moeder leest als een soap.
Het telefoontje komt een kwartier voor het einde van het overleg, tijdens het beeldbellen met mijn collega’s. Ik zie ze niet in beeld, hoor slechts hun stemmen. Gezamenlijk namen we de powerpoint presentatie door. Toen ik het gesprek met de verpleeghuisarts had beëindigd, las ik het appje van mijn collega: Gaat het? Ik kreeg het idee dat je er niet helemaal lekker in zat, aan je gezicht te zien. Ook ontvang ik een mailtje van een andere collega met dezelfde vraag.
Ik voel het bloed uit mijn hoofd wegtrekken. Zij hadden mij wel gezien! Hoe had ik gekeken? Met mijn pijnlijke hoofd was ik moe en humeurig geweest. En had ik niet geïrriteerd gefronst bij die opmerking van Jos? Koortsachtig speur ik mijn geheugen af, sla mijn hand voor mijn mond. Over verlies van decorum gesproken.
Tijd voor een ommetje. Ik wandel het pad af naar de rivier, kijk toe hoe de veerpont even inhoudt om het containerschip van links te laten passeren. God wat jammer dat ik het niet met mijn moeder kan delen, ze had er hard om gelachen.
Inzender: Monique Louis, 13 september 2020
Geplaatst in de categorie: ouders