Inloggen
voeg je column toe

Columns over familie

Alvast de brandweer bellen...

Mijn neef was leraar Frans, destijds. Pas jaren later heb ik begrepen dat hij een gerespecteerd docent moet zijn geweest. Ik kan niet meer nagaan hoe zijn passie voor de Franse cultuur ontstond. De zwartgallige liedjes van Juliette Gréco of de pretentieuze liefdesklachten van Françoise Hardy, dat lijkt me onwaarschijnlijk. Wel weet ik dat hij France Gall door dik en dun adoreerde. Peter kende al haar nummers, woord voor woord.

Toen ik mij nog door mijn magere studententijd sleepte, kocht hij al een huis in Drumpt, bij Tiel-Noord, niet ver van de buurt waar een zekere ingenieur Mantouw woonde. Het waren de jaren van de kwiek over een tuinhek springende Josephus Luns, het land werd plotseling opgeschrikt door treinkapingen en bezettingen van Indonesische ambassades en de heer Mantouw maakte, met antropoloog André Köbben, deel uit van de regeringsadviescommissie ‘Overleg Nederlanders-Zuidmolukkers’. Toen Mantouw als woordvoerder optrad en hij in de achtuurjournaals (Frits Thors, Fred Emmer) verscheen duurde het niet lang of mijn neef kreeg telefonische bedreigingen. Heethoofden zijn nu eenmaal onnauwkeurig met details: ‘ik weet je te vinden, als ik jou was zou ik de brandweer alvast bellen...’. Neef Peter verzocht om extra surveillance; toentertijd nam de politie je melding serieus.

Iedere schoolvakantie trokken hij en zijn vrouw naar ‘la douce France’. Ze kenden alle uithoeken van dat mooie grote land en namen altijd hun intrek in een comfortabel hotel met quisine française. Hij was een van de weinige landgenoten die zich de luxe van een Citroën-met-Maserati-aandrijving (bij de autoliefhebber beter bekend als ‘het Johan Cruijff-model’) veroorloofde.

Alles wat Frans was interesseerde hem, maar toen ik hem vroeg naar Johnny Halliday (de Franse Elvis, ik had een verpletterend openluchtconcert van hem gezien), trok hij een vies gezicht: ‘die schreeuwerd, die vind ik helemaal niks’.

Nederlandse belangstelling voor chansons laait alleen in vakantietijd wat op. Vroeger had je Bécaud, Brassens, Montand, Trenet. Sinds ook Aznavour ons is ontvallen controleer ik af en toe alleen of Charles Dumont onder de levenden verkeert en of hij misschien ergens optreedt. Van ‘nieuwelingen’ als Benjamin Biolay ben ik niet onder de indruk.

Schrijver: Ton Mantoua
3 juni 2020


Geplaatst in de categorie: familie

5.0 met 2 stemmen 84



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)