Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen over eenzaamheid

Op kroegentocht in Amersfoort

Aan indrinken deed ik niet, want ik wilde niet bij voorbaat al halfdronken zijn, zodat ik het mooiste van de nacht zou missen. Meestal keek ik eerst een Franse film op een Belgisch net met ondertiteling. Op die manier heb ik honderden typisch Franse films bekeken, lekker slow, maar met vaak een gewaagde diepgang en natuurlijk de nodige, expliciete blootscenes. Rond half elf drukte ik de televisie uit en luisterde ik nog even voor de zoveelste keer naar 'So Lonely' van The Police of naar 'Thieves in the Temple Tonight' van Prince. In het trappenportaal sloeg de kou al vaak op mij toe, maar als een nachtridder schreed ik naar mijn ijzeren ros en niet veel later zwalkte ik alweer in de middeleeuwse binnenstad van good-old Amersfoort. Soms stonden de kroeggangers in grote getale buiten voor de kroeg, waardoor je bijna al geen zin meer had om je daar doorheen te worstelen voor je eerste blonde of donkerbruine rakker. Inmiddels kende ik alle kroegen en wist ik instinctief waar ik wel en niet naartoe moest gaan.

De drukste kroegen waren meestal ook het gezelligst en er gleden daar altijd wel een paar aangeschoten borsten langs je lijf. Door de harde, opzwepende muziek, de hitte, de rookgordijnen en de rumoerigheid raakte ik al gauw uit mijzelf en nam de omgeving mijn stemming over of juist andersom. Door de werking van de alcohol verdwenen de remmingen en vloog ik met mijn ogen als flipperballen van de meest sexy billen naar de meest sexy borsten. En dan al die mooie, lief glimlachende, onzin uitkramende paspophoofden daarboven, het ademde allemaal snel en gemakzuchtig vertier om de immense, gapende leemte daarachter te verhullen en af te weren. Het feestgedruis voor de nachtelijke eenzamen kende overtreffende trappen, maar dat was enkel zichtbaar voor geoefende kroeggangers zoals ik. De eerst zo vriendelijk ogende gesprekken gingen op den duur over in ordinaire scheldpartijen en opzichtige flirtations. Er was altijd wel een jongedame, die een wat al te spontane jongeman in het gezicht sloeg en tijdens het wisselen van de kroegen zag je altijd wel hier en daar iemand over zijn nek gaan of een aan elkaar geplakt, tongzoenend stelletje. Ik kon heel ver gaan, maar ik herhaalde altijd wel steeds waar ik mijn fiets had gelaten.

Nietsvermoedend liep ik op een keer een kroeg in, die ik nog niet kende, gek genoeg, maar het was wel opvallend, dat er voornamelijk jongemannen stonden te kibbelen, te knabbelen en te pimpelen. 'Hé! Jij lijkt spreken op Willem-Alexander!', zei mijn buurman met een vrouwelijke air. 'Nou, ik ben hem echt niet, hoor!', zei ik. 'Toch lijk je sprekend op hem!', ging hij door. Er begon me iets te dagen, want in die dagen verdacht de media Willem-Alexander ervan, dat hij homoseksueel zou zijn. Tjeempie, ik stond aan de bar in een homobar! 'Heb je soms zin om straks met mij mee naar huis te gaan?', vroeg iemand mij. Ik probeerde van mijn paniek niets te laten merken en dus keuvelde ik maar wat mee, totdat ik langzaam en extra dronkenschap veinzend de buitenlucht opzocht. Eenmaal bij mijn fiets keek ik of ik nog genoeg geld voor een zakje wiet had en dus tufte ik naar zo'n ongezellige coffeeshop, waar een groezelige dealer met wazige ogen mij een zakje Northern Light overhandigde. Nou, het Noorderlicht kon ik vaak na een avondje stappen wel gebruiken. Nog even langs een shoarma-tent voor een broodje shoarma met knoflooksaus om mee te nemen en ik ging met een voldaan gevoel huiswaarts.

Thuis zag ik dan de laatst gedraaide elpees open en bloot op een stapeltje liggen, mijn poes Alf (naar die komische serie) streek dan langs mijn benen en zij gaf mij troostrijke kopjes. Vooral haar snorharen vond ik leuk om aan te pingelen. Vier uur in de nacht. Noch even relaxen met een joint en dan helemaal onder zeil gaan. Ik leek wel een olifant, die maar niet wilde inslapen. Alle prikkels en beelden van de kroegentocht kwamen weer levendig op mij af. Door de wiet vormde ik gemakkelijk en ongeremd erotische fantasieën. Vooruit, nog wat whiskygenip en morgen opnieuw. Ik leefde werkelijk als een rock & roll star, terwijl ik nauwelijks een cent te makken had en dat verbaasde me nog het meest. Was die bijbelse uitspraak dus toch waar: 'Kijk naar de vogelen des velds, zij zaaien en zij maaien niet en toch voedt de Hemelse Vader hen!'.

Schrijver: Joanan Rutgers, 18 oktober 2015


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

4.8 met 4 stemmen 169



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)