In Ermelo
Op het terrein van het psychiatrische ziekenhuis in Ermelo, vlak langs de spoorlijn, vertoefde ik in de therapeutische gemeenschap op De Strook. De naam refereert aan de goeroe van de borderline-patiënten, die strokes, zeg maar complimenten, als het hoogste goed zag. Professor Kouwenhoven introduceerde die van oorsprong Amerikaanse leer. Op De Strook was de psychiater Ernst nog wat een rare kwiebus, die elke ochtend met zijn ronkende motor arriveerde, maar vervolgens de hele dag onzichtbaar in zijn kamer bleef, misschien alsnog proberend zijn bevoegdheid tot psychiater te behalen. In twee jaar tijd sprak ik hem iets van vier keer. De man was volkomen onbetrokken bij zijn patiënten, die veelal aan een borderline persoonlijkheidsstoornis leden, voor de meeste psychiaters een gegronde reden om af te haken. Ik tafeltenniste, maakte schilderijen, zong in een zelfopgerichte punkband, rookte in een soort van theehuis, keek naar de herten, koos menu A of B, A was heerlijke nasi met saté, staarde me suf naar de meest bizarre optredens, vernam dat Kees, die mij ooit een whisky had geschonken, op de spoorlijn was geëindigd.
Ik kon gaan en staan waar ik wilde, merkte ik en daarom zat ik 's avonds veelal in de kroeg Twins, zo rond het midden van de winkelstraat in Ermelo. Ze draaiden daar veelal bluesmuziek en dat kwam mij wel goed uit. 'I still got the blues for you'. Roken als een ketter en Turk en zuipen als een Tempelier. Laat alle moeite doen om ongezien naar de slaapkamer te glippen, wat op een nacht mislukte. Een medepatiënt weigerde met mij op één kamer te slapen en daardoor werd ik met twee 'politieagenten' naar de gesloten afdeling gebracht. Bij een open veld zette ik het op een lopen en na enkele meters wisten de nuchtere Pipo's mij te overmeesteren en naar een kale cel te brengen, waar ik naakt onder een dekentje de slaap moest vatten. Ik keek nog door het raam naar buiten en ik voelde me totaal verloren.
In de overliggende cel had ik een tijd daarvoor een vriend bezocht, die door alcohol te gronde was gegaan. Hij had mij teder gekust, omdat ik de moeite had genomen om hem daar op te zoeken. We maakten ooit op een PAAZ-afdeling diep in de Amersfoortse nachten samen gedichten, rijmend op elkaar. Hij leek sprekend op Oscar Wilde en dat ontroerde mij natuurlijk. Hij had zelfs een lied gemaakt en gezongen. Ik hield ontzettend veel van zijn humor, meer nog dan van de superdikke, superstijve tepels van een ex-stewardess, die duidelijk zichtbaar in haar T-shirts pronkten.
Na dat isolatieceltrauma ving een superaardige verpleegster mij op, die zich plaatsvervangend geneerde voor de gang van zaken. Ik voelde haar zeer oprechte liefde naar mij toe stromen. Zij was als een engel voor mij en door haar putte ik onvermoede krachten. Ze was één van de vele veerkrachtbeschermers, die ik in mijn leven ben tegengekomen. Ik heb mijn leven aan hen te danken. Zonder hen had ik nooit de begaafde schrijver geworden, die ik nu ben.
Mede-patiënt Jan heeft psychiater Ernst voor de rechter gesleept en hij heeft de zaak gewonnen. Psychiater Ernst heeft volstrekt onvoldoende hulp geboden bij de veelal aan borderline lijdende patiënten. Hij heeft hen willens wetens aan hun lot overgelaten. En dat jarenlang en zonder gewetenswroeging. De patiënten hielpen elkaar en daarmee was de kous af. Psycholoog Groentje Jeroentje probeerde nog wat bij te dragen, maar hij snuffelde en knutselde maar wat.
De zelfdoding van de zeer artistieke en liefdevolle Tom, met wie ik een heerlijk gebakje had gegeten, pistoolschot in een hotelkamer in Antwerpen, verwijt ik dan ook aan de nalatigheid van die totaal onbetrokken psychiater Ernst, dodelijke ernst.
Geplaatst in de categorie: psychologie
Heb er zeer goede herinneringen aan!
En dan heb ik het niet eens over de 'bewoners' die ik me bija allemaal nog herinner. Ik denk nog weleens aan hen. Tom was de eerste suicide die ik van nabij meemaakte. Ik stond ver van alles af wat er gebeurde maar liep er wel rond en kreeg e.e.a. mee.
Tom en Kees hadden beter verdiend. Heel moedig van Jan om de psychiater voor de rechter te slepen. En heel goed dat je op je eigen onnavolgbare wijze hierover schrijft. Te vaak nog wordt onderschat hoe fataal fouten in de psychische hulpverlening kunnen zijn.
Tevens vind ik het een raar fenomeen dat zoveel instellingen voor psychiatrie door heel het land zich zo vaak dicht in de buurt van een spoorlijn bevinden. Hoe vaak mijn treinreis in de loop der jaren niet vertraagd is geweest door weer een 'aanrijding met een persoon', het is niet meer te tellen. Daar zou echt iets aan moeten gebeuren. Niet vanwege mijn treinreis, maar vanwege die persoon.
Dank dat je dit met ons gedeeld hebt.