Uitgespeeld.
Uitgespeeld.
Dit is de laatste keer. Hij heeft mij losgelaten, want ik hoor de kinderstem niet meer boven iedereen uit.
Het is negen uur. Zondagochtend. Een jongeman met roodblond haar, samen met een ongeveer zesjarig blond meisje, heeft deze tijd ook gekozen. Ze komen uit Portugal, raad ik. Wat ze tegen elkaar zeggen, versta ik niet, maar het klinkt super gezellig.
Hij heeft de glimlach op mijn gezicht gezien.
Vader en dochter doen me herinneren aan de tijd dat mijn zoontje nog een kind was. Samen de boodschappen doen. Het meisje draagt een wit jurkje met een zwarte maillot, gooit haar dunne benen lenig over de rand van de kar en kletst alsmaar door. Probeert haar vader zo nu en dan te beïnvloeden om dit of dat te kopen. "Mjammie!"
Zijn stem is diep en geruststellend. Hij loopt voor me uit. Hij is goed gebouwd. Zijn uitstraling is alternatief. Het is zijn bedoeling dat ik hem aanspreek, anders had hij het zelf allang kunnen doen. Hij wil dat ik op hem in speel. Ik weiger.
Wat wil hij van mij? Ik schat hem in de dertig. Net zo oud als mijn zoon. Veel te jong om mijn gezelschap te willen. Als iemand iets van mij wil of in mij ziet, dan wil ik niet via een mini drama, maar rechtstreeks worden aangesproken. Mensen die zich niet willen laten kennen, trekken mij niet meer. Vaak zijn ze laf als het erop aan komt. Als getuigen vielen ze me af. Ik herken ze sneller dan de narcisten. Die zoeken deze types uit als vazallen, flying monkeys genoemd. Of het zijn onbewust slachtoffers.
Als ik deze zondag aan kom fietsen heeft hij de boodschappen net in de auto gezet. Rijdt de kar in het rek en een paar tellen erna haal ik er een uit. Ongewild paradeer ik deze keer.
Ik ben een nieuwe fase van mijn leven ingegaan als hersteld gedupeerde van zielsmisbruik. Het lijkt op een omkering naar het geloof. Een veranderd leven. Ogen die open gaan en niet opnieuw willen sluiten. Het ziet er hier op aarde niet meer vertrouwd uit.
Onlangs heb ik kennisgemaakt met mijn nieuwe buurvrouw. Ze woont alweer meer dan een maand met haar vriend schuin onder mij. Ik schat haar ergens in de twintig. Soms zag ik haar net wegglippen aan het keukenraam in plaats van te groeten. Met een hand strijkt ze het steile haar, dat tot in de nek is geknipt, weg uit haar gezicht. Mijn vorige buurvrouw stond altijd vurig te poetsen en keek net de andere kant op. Alsof het huis je tot lafheid uitnodigt. De bedoeling van de architect van dit woningcomplex was dat je elkaar gemakkelijk kunt groeten. De realiteit is dat het een weg-duik-paradijs is geworden.
Bij de tweede ontmoeting weet ik het zeker. Ze sluit de deur van haar huis en vertrekt. Groet mij. Loopt verder. Het is een knap en alternatief meisje. Ik moet haar zien. Haar aanspreken. Ik weiger.
Mensen die lopen te paraderen met zichzelf zijn onzeker en dikwijls onbetrouwbare mensen die aantrekkelijk gevonden willen worden, die aardig zijn om erbij te horen. Ze denken dat ik ook zo ben. Jarenlang was dit ook zo. Maar ik ga nergens meer op in. Ik wil alleen mensen treffen die echt bij mij passen. Die uitkomen voor wat en wie ze zijn. En niet zijn. Ben liever alleen met mezelf dan in verkeerd gezelschap.
Ik ben een van de herstelden die aan het eind alleen staan. Ik ben uitgespeeld.
21 juli 2025
Geplaatst in de categorie: vriendschap