Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

Buitengesloten

Na de dood van mijn geliefde Emma Petronella, en de dood van mijn oude vader kort daarna, kwam ik in een sociaal isolement terecht. Doordat ik lange tijd met niemand over onze intensieve relatie had durven praten, was er na haar sterven ook weinig ruimte in mijn sociale contacten om over de gevoelens van rouw te praten.
Ik sloot mezelf steeds meer op in mijn huis, had het leven van een kluizenaar en vond slechts heil in het vervaardigen van kleine tekeningen die het formaat hadden van een luciferdoosje.

Ik had last van zwaarmoedige stemmingen die het me onmogelijk maakten mijn sociale contacten te onderhouden. Mijn twee goede vrienden begonnen zich zorgen te maken.
Toen ik merkte dat ik mezelf begon te verwaarlozen en de eenzaamheid te hardnekkig werd, ben ik naar de huisarts op het nabij gelegen plein gegaan. Via haar kwam ik terecht bij een psychologe, een vrouw die veel jonger dan ik was, en er in geloofde dat je het leven positief tegemoet moest treden.

Zij bracht mij in contact met een sociaal werker. Ik vertelde mijn verhaal, over mijn verwarde moeder, mijn overleden vader, mijn mentaal gehandicapte jongere broer, en de psychiatrische aandoeningen waar ik zelf mee worstelde. De hulpverlener die tegen over mij zat had mooie begrijpende ogen, hij werd er voor betaald om partij voor mij te kiezen, maar ik voelde weer die leegte van het besef dat ik mijn familie niet kon helpen met al het leed, en dat maakte me weerloos van verlangen naar genegenheid.
Ik vroeg me af of de klimroos op het graf van Frits de winter wel zou overleven. Er woonden andere mensen in het pand, dat na de dood van Emma was verkocht. Het was een dwaze gedachte, ze hadden de tuin vast naar eigen inzicht ingericht en de klimroos verwijderd direct na de verhuizing.

Ik dwaalde een zestal eenzame minuten in de prachtige ogen van mijn cliënt ondersteuner. Hij was van Arabische afkomst en het was goed te zien dat hij homoseksueel was. Hij droeg geen hemd, zag er goed verzorgd uit en had een moderne uitdagende blik in zijn ogen.
De vragen die hij stelde waren niet overdreven prikkelend, maar ik moest me in allerlei bochten wringen om er een antwoord op te vinden. Ik wilde niet ouder over komen dan ik was, omdat ik een hulpvraag had, maar het lukte me ook niet om me jonger voor te doen.
Er overviel mij een verlegenheid die gevoelens van heimwee bij mij opriep.
Het waren gewoon de vragen die hij moest stellen, vanwege de zakelijke achtergrond van zijn beroep, maar ik vond het lastig om mij zo bloot te geven met intieme details over mijn hulpvraag.

Toen ik zijn ogen verliet was ik nog wel dezelfde Bjarne, maar niet helemaal meer dezelfde Bjarne van voordat ik in zijn ogen ging wandelen.
Diezelfde avond nog werd ik overvallen door een huilbui. Mijn vader was nu al vier maanden dood, Emma Petronella lag al een jaar in haar graf, en de maatschappij vroeg mij om weer in de tijdmachine te verschijnen, maar ik was moe en lusteloos en ik had geen idee wat die bijzondere ogen aan mij hadden gevraagd.
Terug in mijn schulp voelde ik goed, hoe ik werd buitengesloten, door die ogen die me in het duister van de nacht bedrogen.

Alle spontaniteit was uit mijn leven verdwenen. Ik werd opgebeld door de doktersassistente, ze herinnerde me aan mijn afspraak, maar ik vond het een naar mens. Ze was samen met de anderen uit een ruimteschip gestapt, en kwam me nu vertellen dat de tijdmachine op volle toeren draaide.
Ik ging de volgende dag naar de wachtkamer vanwege de afspraak met mijn psychologe, en in die wachtkamer zat mijn sociale begeleider met zijn intelligente jongensachtige verschijning.
Ik was geweldig blij dat ik hem weer zag, en tintelde in mijn bewustzijn, ik liet het even merken en kroop toen weer in mijn schulp.

Het driehoeksgesprek verliep tegen al mijn verwachtingen in heel goed. Ik bracht onder woorden wat me allemaal dwars zat. Het verdriet over mijn vader die ik voor zijn dood tien jaar niet gezien had, het verdriet over mijn beste vriend die al twaalf jaar ernstig ziek was, de problemen rond de erfenis, mijn moeite met het verkrijgen van sociale contacten, het kwam allemaal aan de orde.
Ze hadden mij met haarfijne precisie laten merken dat ik werd buitengesloten en dat ik daar zelf schuldig aan was, door mijn hardnekkige naïviteit en onvermogen om de werkelijkheid en haar serene stilte onder ogen te zien.

Ik nam het besluit om door te gaan met de therapie. Het was weliswaar een intimiderende inbreuk op mijn privacy, maar het waren twee aardige mensen, die echt van plan waren om mij te helpen.
Ik had liever dat ze voortaan U tegen me zeiden, ik was al op leeftijd en keerde onverrichter zaken weer naar huis.
Gevoelens van verliefdheid deden even niet ter zake, die ogen waren er om mij te helpen.
Ik moest mijn spontaniteit weer terug zien te krijgen, want zonder die spontaniteit was alles verloren.
Er waren nog twee dagen te gaan tot mijn verjaardag. Ik wilde me van alle sociale etiketjes verlossen, en gewoon weer de Bjarne zijn van voordat ik mijn spontaniteit had verloren.
Ik ging wandelen in het park, verzamelde daar een handjevol eikels en legde die in de fruitschaal in de woonkamer.
Het idee dat er iemand in mijn huis zou gaan komen om me te helpen deed me huiveren.
Er stak een straffe herfstwind op, ik ging naar de badkamer om mijn tanden te poetsen, maar ik vergiste me in de tube en stond even later met een mond vol scheerschuim te schuimbekken.
Ik keek in de spiegel en zag dat ik was veranderd in een horrorclown. Ik besloot me nooit meer te scheren, en liep naar de slaapkamer met lood in mijn schoenen.

Mijn familie had me buitengesloten omdat ik dezelfde fouten als mijn overleden vader had gemaakt.

Schrijver: Bjarne Gosse, 6 oktober 2016


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

4.5 met 2 stemmen 646



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)