Barbie-moeder
44.
Mijn leven met mijn ouders was voor mij zo normaal dat de gedachte dat het om verwaarlozing, mishandeling, misbruik ging jarenlang niet in me op kwam.
Toen ik een keer in een folder iets las over misbruik door een vertrouwenspersoon dacht ik: “O gelukkig, dat is bij mij niet aan de orde”.
Bij een vertrouwenspersoon dacht ik aan een huisarts of een dominee, maar niet aan mijn eigen vader of moeder. Met mijn ouders had ik geen vertrouwensband.
Ik las wel eens iets over kindermishandeling omdat ik in de verte wel voelde dat er iets niet klopte. Maar het bleef allemaal vaag en ik maakte mezelf wijs dat het op mij niet van toepassing was.
Het heeft jaren geduurd voor ik de realiteit onder ogen durfde zien.
Toen ik op mezelf ging wonen zei mijn moeder op een avond tegen mij dat ze blij was dat ik nu eindelijk het huis uit ging. Ze zei letterlijk: “Toen je klein was, ging je tenminste nog op tijd naar bed. Door jouw schuld heb ik bijna geen sociaal leven meer. Je zusje Rosa heeft tenminste nog een eigen leven met logeerpartijtjes bij vriendinnen, maar jij niet. Jij zat maar thuis”. Ze zat in de stoel van haar man – hij had een eigen stoel - en keek me op een koele afstandelijke manier aan. Ze zag me nog liever vandaag dan morgen vertrekken.
Meteen voelde ik me schuldig. Ik had natuurlijk al veel eerder weg moeten zijn. Ik zat haar in de weg. Ik kan het me nog goed herinneren, omdat het een van de eerste keren was dat ik enorm schrok van een opmerking van haar.
Ze was altijd koel en ongeïnteresseerd en maakte vaak kwetsende opmerkingen, maar niet vaak zo openlijk vijandig als deze keer.
Van kinds af aan was ik kwetsende opmerkingen van mijn moeder gewend. In mijn kinderlijke beleving was ik er van overtuigd dat ze gelijk had. Ik was een tegenvaller.
Omdat ik als afhankelijk kind de waarheid nog niet onder ogen kon zien, zei ik vaak tegen mezelf dat ze het niet zo bedoelde. Of ik verdraaide de pijnlijke opmerking in iets dat beter te verdragen was.
Een andere manier om er mee om te gaan was fantaseren over een lieve moeder. In mijn fantasie had ik een barbie-moeder. Mijn barbie-moeder was veel op reis naar verre landen, daarom kon ze niet bij me zijn. Op een dag zou ze op de stoep staan en zou ze me meenemen.
Ik schreef briefjes aan mijn barbie-moeder en voor mijn verjaardag had ik een verlanglijstje gemaakt. Bovenaan stond: Mijn grootste wens is dat mijn moeder komt logeren.
Toen mijn moeder het briefje vond, voelde ik me betrapt.
Ze reageerde nauwelijks, keek me aan en zei alleen maar: raar kind.
Geplaatst in de categorie: ouders