Blik in het verleden
Zondagavond 7 januari 2017 keek ik naar het tv-programma 'Kruispunt' van de KRO. Het wekte natuurlijk mijn nieuwsgierigheid, omdat ik de plek, waar de uitzending plaats vond, heel goed kende.
De hoofdpersoon was de politicus Gert-Jan Segers van de ChristenUnie, die na een drukke campagnetijd nodig aan wat rust toe was en waar kan dat beter dan in een klooster. Hij belde wat laat aan bij de vernieuwde toegangsdeur van het benedictijnse Sint-Adelbert klooster in Egmond-Binnen, waar ik zo'n 33 jaar geleden als postulant was ingetreden. Ik heb het daar anderhalf jaar volgehouden en dat was enorm lang, gezien mijn persoonlijke omstandigheden. Ik zat daar op de totaal verkeerde plek, maar dat wist ik toen niet voldoende, met alle desastreuze gevolgen vandien. Voor meer informatie verwijs ik naar mijn korte autobiografie over die tijd 'Bij een minnares in de biechtstoel', die op deze schrijfsite in de rubriek 'Verhalen' is verschenen.
Gert-Jan belt aan en er volgt een ingesproken tekst door de intercom. Na een tijd doet de aimabele abt de moderne deur open en zegt hij 'Welkom!' tegen Gert-Jan. Ik vroeg me af of de oude binnenkomstdeur en binnenkomstvertrekken er nog wel waren. Het leek mij van niet, maar daar ben ik ooit midden in de nacht door de dorpsarts platgespoten, omdat ik een psychose had. Toen ik de abt zag, schreeuwde ik in grote paniek 'De duivel!'
Van die nieuwbouw herkende ik niets en het verbaasde me ook, omdat de vergrijsde gemeenschap hooguit nog maar 14 monniken telt. Met iets van vier monniken, die er in mijn tijd nog niet waren, onder anderen ene broeder George, een zeer aardige man en overduidelijk ook van de slappehandjesorde.
Gert-Jan moest zijn bagage even ergens parkeren en meteen mee naar de refter, waar de maaltijd begon. Hij paste prima in de monastieke sfeer van opgelegde deemoedigheid. Vader abt is weliswaar ouder geworden, maar zijn geest is nog steeds erg fris en scherpzinnig. Ik schrok een beetje van het kleine aantal overgebleven monniken. Zo zag ik broeder S. en broeder P.J. niet, maar ik weet dat velen geregeld naar andere kloosters gaan. Vader abt loodste Gert-Jan naar zijn gastenkamer. Hij draaide twee keer de deur open en zei: 'O, u zit hier zeker erg veilig!'. Flamboyant charmant versierend.
Ik keek mijn ogen uit, wat een overdreven luxe voor de gasten! Ik vermoedde zelfs een eigen douche. Het heeft alles van een sterrenhotel. De prijs zal wel flink gestegen zijn. De oude kloostersfeer is er niet echt voelbaar, dat kan niet. De refter is nu in de vroegere kapittelzaal, aanzienlijk kleiner, maar ja, gezien de matige aanwas heel logisch. In de oude refter zit nu de megabibliotheek, waar ik zo graag in grasduinde.
Ik ontdekte naast al die nieuwbouw ook nog een nieuwe lift. Hoe hebben ze daar het geld voor gekregen? Misschien gespaard met het gastengeld en de kaarsenfabriek, maar van hogerhand (de bisdommen en Rome) zal er ook wel een geldstroom lopen. Verder hebben ze tegenwoordig een eigen brouwerij, waarvan de biertjes in mijn AH in het schap staan. Was dat er maar in mijn tijd geweest, dan had ik dagelijks tripels ontvreemd. Ik hou niet voor niets van dichters als François Villon, Charles Baudelaire, Arthur Rimbaud en Jan-Jacob Slauerhoff.
Gert-Jan werd om kwart voor zes gewekt door een vrouwenstem, wat de filmmaakster moest zijn. Voor de sier knielde hij in de kerk op zijn gevouwen handen neer. Melodramatiek is hem niet vreemd. Dan ben je helemaal op het kloosterlevel. Goed geïntrigeerd.
Met broeder George deed hij nog een wandeling door de kloostertuin. 'Een dikke deur!', zei Gert-Jan over de deur naar de tuin. Ik ken die deur, ik ben er vaak doorheen gelopen om in de tuin of in de kaarsenfabriek te werken, maar ook om er 's nachts uit vandoor te gaan om doelloos rond te dwalen, om te ontsnappen aan het strakke, geestdodende, stressverhogende, uiterst benauwende regime. Gert-Jan polste nog even de politieke voorkeur van abt G.M., maar die liet niets los. Ik weet toevallig dat hij al jaren SP stemt, net als ik. Bizar om daar zo geheimzinnig over te doen.
Ik zag broeder O. aan de kloktouwen trekken, wat ik ook nog gedaan heb, al was er toen maar één, hij was toen zwartbehaard en is nu witbehaard en sterk verinnerlijkt, zag ik. Ik gooide ooit stenen naar hem, omdat hij een verkapte calvinist was (is?). In de keuken had hij destijds een grote trol neergezet, een souvenir uit zijn geboorteland Noorwegen. Vond ik wel grappig.
Ik zag broeder Cor eng in de camera kijken. Die was destijds de kok en nooit uit de middeleeuwen geëvolueerd. Toen ik griep had, vroeg ik hem om een sinaasappel, maar die wilde hij mij niet geven. Nadat ik de abt erbij gehaald had, overhandigde hij mij met de grootste moeite zo'n oranje bol. 'We zijn te gek om los te lopen!', zei hij eens tegen mij. Na die sinaasappelaffaire loofde ik zijn zelfkennis.
Ik herkende mijn oude buurbroeder B., die nu lange, witte haren heeft. Met hem deelde ik de voorliefde voor de literatuur en de poëzie. Hij is dé Ida Gerhardt expert. Was dik bevriend met haar. Had volgens broeder S. 'buitenechtelijke' relaties met biechtvrouwen, maar zelfs de roddels van monniken kun je niet altijd vertrouwen.
Broeder S. had vaak gesprekken met homo's, zei hij op de fiets tegen mij, volgens mij was hij zelf ook van de slappehandjesorde, maar camoufleerde hij dat op zeer gestudeerde wijze. Hij legde wel heel erg vaak op een speciaal warme wijze zijn hand op mijn bovenarm. Ooit dineerde hij samen met broeder R. (die mij openlijk zijn homo-zijn had bekend) en mijn vader (die ook homo was) bij mij in mijn ouderlijk huis te Voorthuizen. Ik zag het wel degelijk, er was geen vergissing meer mogelijk.
Volgens broeder R. was vader abt ook homofiel, maar is die nog slimmer in het verbergen daarvan. Van mij maakt het allemaal niet uit, maar in de huidige samenleving zijn er weer veel haatuitingen jegens anders-zijnden. En wat dit betreft komt de blinde haat niet alleen van kortzichtige, geïndoctrineerde, gefrustreerde moslim-jongeren. Heel veel simpele, autochtone Nederlanders reageren hun onvrede ook op anders-denkenden af. In die zin is het geen wonder dat veel homoseksuelen zich uit de maatschappij terug trekken en bijvoorbeeld voor de veiligheid achter dikke kloostermuren kiezen.
Gert-Jan werd liefdevol door broeder George uitgewuifd, die al snel met gepaste onthechting de peperdure, villawijkachtige, monsterlijk grote deur sloot.
Geplaatst in de categorie: psychologie