Inloggen
voeg je column toe

Columns

Fluitenkruid

Ze had al kanker, maar ze wou zich er niet onder laten krijgen. En dus gingen we fietsen. Zij op haar oude damesfiets, ik op de Sparta die zij me had gegeven om van het station naar haar toe te komen. Meestal kwam ik om een uur of elf; tegen de wind in langs het kanaal. Ik begon met puinruimen. In de keuken stonden de borden en pannen hoog opgestapeld. Zij was boven bezig; ze had nog een laatste was in de droogtrommel.
Het was een chaotisch huishouden.Haar drie tieners waren wild en creatief. Op zaterdagmiddagen waren ze meestal weg, maar ze hadden een spoor van troep achter gelaten.
Om een uur of twee stapten we op de fiets. Druk delibererend. Ik over mijn werk dat me altijd gestrest maakte. Zij over de zoveelste tegenslag in haar ziekte.
Maar af en toe keek ze me stralend aan. ‘Kijk, is het niet mooi hier?’ zei ze met een wijde zwaai naar het omringende land. Haar blauwe ogen fonkelden.
Het was inderdaad een droomlandschap. Het smalle kronkelende weggetje, de groene weiden, de verantwoord gerenoveerde boerderijen en daarachter het schemerwit van de duinenrij.
Het gras was bezaaid met boterbloemen. En natuurlijk fluitenkruid. Als zij me er niet op gewezen had, was het me nooit opgevallen want het bloeide niet overdadig. Het stond in grote lichtgroene bossen langs de slootkant. ‘Het geeft me zo’n feestelijk gevoel,' zei ze.
Op die fietstochten waren er de onvermijdelijke tegenslagen. Een keer brak zij haar heup bij de beklimming van een duintop, zomaar, omdat het bot bros geworden was.Woedend was ze er over. Een andere keer kon ze het zandpad niet meer af, dat van de top van het duin naar de zee liep. Het mulle zand was te vermoeiend. Huilend moest ze terug naar de fiets.
Maar soms lagen we in een duinpan van de zon te genieten. Ik lag dicht tegen haar aan en rook de strandgeur van haar huid. Dan pakte ze me plotseling beet, keek me met die stralende vioolblauwe ogen aan en zei: ’Ik houd van je’.
Of ze echt van me hield, of dat ze graag van iemand wilde houden omdat het zo heerlijk was om verliefd te zijn, dat weet ik niet.
En of ik echt van haar gehouden heb, of dat het alleen een zoet opgaan was in blond en kameraadschap, durf ik ook niet te zeggen. Er waren aan deze verhouding meer kanten.
Maar als ik het fluitenkruid zie dan bevangt me een gevoel van blijdschap, alsof pas dan het voorjaar echt begonnen is.

Schrijver: melvijn, 9 juni 2010


Geplaatst in de categorie: ziekte

2.0 met 2 stemmen 257



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)