Inloggen
voeg je column toe

Columns

Duivenissen

In gedachten verzonken over het onderwerp van mijn column, was ik laat op de avond via het Singelplantsoen op weg naar huis toen duisternis uiteen werd gereten door een luidruchtig: "ROEKOE! ROEKOE!" In de schemering zat een gebogen oude man op een bankje. Hij strooide kruimels voor zich uit en zette zijn handen als een toeter aan de mond: "ROEKOE! ROEKOE!!" Ik ging naast hem zitten: "Sorry dat ik stoor, maar is het niet wat laat om duiven te voeren?" "Ach meneer! Wie is de baas van de tijd? Voor mij is het nooit te laat. Ik mis haar zo! Riekie, waar ben je toch?" zuchtte hij. Uit volle macht toeterde hij nogmaals door de randen van de nacht: "ROEKOE! ROEKOE!" "Weet u meneer, ruim vijftien jaar lief en leed gedeeld en dan op een dag kom je thuis, ligt er een cheque van 5 ton en een briefje op tafel en is ze weg, zomaar, voor altijd weg! Mijn duifje, met een Japanner met een bankrekening van hier tot Tokio!" "Uw vrouw Riekie, ontvoerd door een Japanner die aan ú losgeld heeft betaald? Da's ook raar!" "Welnee meneer, wat een onzin. Niet m'n vrouw. Da's Rikkie, ja, die is ook weg met die Japanner. Nou, hij mag haar houden met haar rimpelig geweten. Eén ding meneer, vertrouw ze nooit, contactadvertenties uit de Wouwse Weetjes. Je gaat voor schut." knarsetandde hij. "Nee meneer, ik heb het over Riekie, mijn lentegevoel, mijn harteduif, mijn alles." En door opwellende tranen klonk nogmaals een hartverscheurend en gebroken: "ROEKOE! ROEKOE!"

"Ziet u meneer, ik heb Fred Rutte van de VVD nog gebeld, om.." "U bedoelt Mark zeker? Hoewel ik niet snap wat.. " "Nee meneer, Fred Rutte! Mark Rutten is van PSV, Postduivenvereniging Schandalig Ver. Die heb ik ook nog gebeld om te vragen hoe ver het vliegen is naar Tokio. Een dikke negenduizend kilometer meneer, dat houdt mijn Riekie nooit vol. Dus ik bel Fred Rutte van de VVD, Vereniging van Vrije Duivenmelkers, of dat zo maar kan, dat meenemen en zo en die adviseerde me om de zaak aanhangig te maken bij het Meldpunt Japanners van de PVV." Ik keek verbaasd: "Meldpunt Japanners? De PVV heeft toch alleen een Meldpunt Polen?" Hij reageerde geïrriteerd: "Polen? Wat bazelt u nu meneer. Wat moeten duiven nou op de polen? Dáár vriezen ze zeker dood! Nee de PVV, Postduivenclub Vreemde Vogels, die bij monde van Geert Brinkman heeft laten weten dat het Meldpunt Japanners is opgeheven. Wegbezuinigd meneer, klaar, over, sluiten. Toen ik m'n beklag daarover deed bij Hero Verhagen van het CDA.." "Maxime?" probeerde ik. "Nee meneer, Hero. Zeg, zit u nu in de duiven of ik? Hero dus, van het CDA, het platform Criminaliteit tegen Duiven in het Algemeen. Nou, die ging volledig op til." "ttt, tilt, met een t!" bedoelt u "die ging volledig op tilT." Hij schudde z'n hoofd: "Nee, op til! Een woordgrapje onder duivenliefhebbers meneer. Bent u nu klaar met beren op laag water te zoeken?"

Het duizelde me allemaal door het hoofd. Hier was werkelijk geen touw aan vast te knopen. Bovendien, wat had ik nou helemaal met duiven. Ik zag ze het liefst gebraden in kriekbiersaus op een bedje van tuinbonen. Ik maakte aanstalten om op te staan, ik moest immers nog een column schrijven, maar hij hield me tegen: "Blijf toch even zitten meneer. Deze wereld is al zo jachtig, zo onpersoonlijk, zo onbegrijpbaar. Huurmoordenaars die schadevergoeding krijgen van de staat, terwijl voedselbanken moeten sluiten. Honderden miljoenen voor Spelen in tweeduizend-weet-ik-veel, waarvan we al weten dat we ze niet krijgen, terwijl het speciaal onderwijs diezelfde miljoenen moet inleveren." Hij keek me indringend aan: "Begrijpt u het nog meneer? U maakt het vast zelf mee, in uw leven, in uw werk. De spanning, de onzekerheid, het moeten schuiven met geld om het hoofd boven water te houden. Hoe moet het toch verder met ons? Zonder een Riekie in ons leven om ons te laten zomeren in barre maatschappelijke winters als deze?" Ik probeerde de voelbare negativiteit te doorbreken door in mijn beste Toon Hermans: "Doif is tôt mieneer!" te blèren, maar die opmerking kaatste via een volledig gebrek aan timing mijnerzijds terug naar een luidruchtige stilte.

In de verte sloeg de Lebuïnustoren elf keer. Ik keek op mijn horloge: "Goh! Is het al zó laat? Ik moest maar eens gaan. Nou, succes met Riekie dan maar!" De man zweeg en keurde me geen blik waardig. Onderweg bedacht ik dat er wel een kern van waarheid in zijn verhaal zat. We zijn vaak zo gefixeerd op wat we dreigen te verliezen, dat we weleens vergeten waar de kansen liggen. Kansen in onszelf, in het laten horen van een tegengeluid, oog hebben voor het positieve om ons heen. Natuurlijk, één Riekie maakt nog geen lente, laat staan een zomer, maar we hebben haar nodig om de dagen weer te zien lengen.

De avonden erna reed ik bewust (of was het schuldbewust?) rond dezelfde tijd langs het plantsoen, om te horen of de oude man er nog zat. En steevast als ik hoorde, hoe zijn stem de duisternis verscheurde met een niet aflatend: "ROEKOE! ROEKOE!", slaakte ik een zucht van verlichting, want ik wist: "Gelukkig! Hij is er nog. Er is nog hoop!"

Schrijver: Eric Martens, 27 maart 2012


Geplaatst in de categorie: actualiteit

4.5 met 8 stemmen 194



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)