Klem
"Vergeet verdriet en woede, schaamte is de krachtigste emotie van allemaal," las ik, en de zin bleef hangen.
Ik zat in de tram naar Utrecht, oortjes in, luisterend naar muziek. Niet van Spinvis, maar van een vriend, vermomd als zanger. Al doe ik hem daarmee tekort: hij maakte alles zelf, van muziek tot tekst.
Ik dacht aan schaamte en aan de muziek die ik zojuist beluisterde van iemand die er vol mee zat. Ik voelde alleen maar opwinding.
Bij het Jaarbeursplein stapte ik net op tijd uit. Er was een tijd dat je rustig kon uitstappen, omdat de tram daar eindigde. Sinds een paar jaar is dat anders. Nog nooit ben ik blijven zitten om te kijken waar de tram me verder brengt. Ik dacht dat ik van afwisseling en verrassingen hield, maar van verrassingen toch niet. Wel van afwisseling. Maar niet altijd. Voorspelbaarheid is een noodzaak op sommige dagen.
Voor ik het wist, stond ik in een pashokje, neus aan neus met mijn spiegelbeeld, in het schrale licht van een designpeertje. Het vest beviel me en ik nam het mee naar de kassa.
Even later stak ik het plein over, tussen de marktkramen. ‘Jezus leeft’ stond er op een wit bestelbusje, vlak voor het akelig leeg ogende winkelpand, ooit mijn lievelingswinkel. Even stond ik stil. Het contrast tussen die tekst en de dode etalage was groot.
Snel liep ik door, stak de straat over in de stroom van mensen en liep een bekend warenhuis binnen. Samen met een bonte stoet meiden liep ik door het beveiligingspoortje. Het alarm ging af. Eén jonge vrouw werd tegengehouden. Ik wandelde rustig verder, langs de make-up van Dior en andere klassiekers.
Ik nam de roltrap naar de derde etage en liep naar het toilet. Er klonk opnieuw een harde piep. Het schelle geluid sneed door mijn oren. Ik voelde de blikken op me branden.
"Mag ik uw rugzak? Zou u er nog eens doorheen willen lopen? Soms zitten er labels in kleding die ineens weer geactiveerd kunnen worden."
Het bleek aan mijn jas te liggen: naast het labeltje met wasvoorschriften zat een metalen beveiligingsstrip. De verkoopster knipte het eruit. Het voelde alsof ze me bevrijdde. Mijn drang om te kopen smolt weg.
Bij de uitgang ging het signaal opnieuw af. Pavlov joeg mijn hartslag omhoog. De medewerker luisterde naar wat ik net met haar collega had besproken. Omdat ik samen met anderen door de uitgang liep, vroeg ze hen één voor één opnieuw door het poortje te lopen.
"Loopt u maar door", gebaarde ze naar mij.
Met lichte schaamte stond ik even later bij het stoplicht en liep daarna in een rechte lijn naar het station, waar ik de tram naar huis pakte.
De volgende ochtend trok ik mijn nieuwe vest aan en stuitte op een zwarte beveiligingsklem aan de boord. Ineens zag ik de verkoopster van het vest voor me, haar onzekere blik, de aarzelende handelingen.
Ik dacht aan degenen die opnieuw door de beveiligingspoort moesten en hierdoor misschien hun bus of trein hadden gemist. We hebben geen idee tot hoever onze invloed kan reiken, zelfs bij mensen die we nooit ontmoeten.
26 september 2025
Geplaatst in de categorie: individu