Inloggen
voeg je column toe

Columns

LALALALA LALALALALA HET IS DE ZOMERZON

Het is heet. Er heersen absurd hoge temperaturen in een land dat toch vooral als een land van mist, zout, sneeuw en regen bekend staat. Alle ramen en deuren van het tehuis zijn dicht. Op de kamers overstemmen de ventilatoren de vele geslaakte zuchten. Ach, het personeel doet zijn best, al is dat dan een tandje lager. Luchtige kleding vervangt hun verplichte, witte uniforme. Het tropenrooster is ingegaan.
Ik vraag me al geruime tijd af, waarom bejaarde mensen steeds slechter voor zichzelf gaan zorgen bij het klimmen der jaren. Is het aandachttrekkerij? Is het levensmoeheid? Natuurlijk laat ik daarbij de Alzheimerpatienten en andere hulpbehoevenden buiten beschouwing. Het is me vooral om hen te doen die geestelijk en lichamelijk nog redelijk goed bij de pinken zijn, of ze nu nog deels of helemaal zelfstandig wonen of niet.
Ik heb een intense bewondering voor allen die in de zorg werken. Zelf werd ik daarvoor ongeschikt bevonden. Men zag mij liever in een functie als die van maatschappelijk werker.
Diep in mijn hart wist ik wel dat ik als verzorgende binnen de kortste keren zou zijn opgebrand, maar ik was bereid ver te gaan voor een baan indertijd, overdenk ik ‘dorstig in mijn eigen Dapperstraat’.
Op de radio zegt een geïnterviewde directrice dat er veel vaker met koffie, thee en ranja wordt rondgegaan deze dagen. Zelfs op ijs wordt getrakteerd. Toch klinkt slechts een enkele ondervraagde bejaarde opgewekt en positief.
Het weer is altijd al een geliefd en ijsbrekend ‘onderwerp van gesprek’ geweest. Meestal geeft het aanleiding tot gemopper, minder vaak komt het voor dat men er zielstevreden mee is, zoals, zij het sporadisch, in de lente. Ooit keek ik er van op dat iemand genieten kon van onweer en storm, maar later overkwam het ook mij.
Ook ik houd alles potdicht vandaag. Ook ik word gekoeld door ventilatoren.
Vanuit de flat tegenover mijn huis klinkt bonkende rapmuziek. Op slag heb ik medelijden met de konijntjes in de tuin van de buren en vooral met mezelf. Tijd voor mijn oordoppen? Stel je niet aan zeg ik tegen mezelf, alles heeft een keerzijde, zo zou er geen stilte zijn zonder lawaai, dat wist de wijsgeer Heracleitos al. Natuurlijk weet ik, en nog, hoe opzwepend de warmte kan werken, maar toch, ook al woon ik in een zogenaamd gedogend land, het tolerant noemen lukt me niet meer, het kan niet allemaal van één kant komen!
’s Zomers verandert de wereld nu eenmaal voor de een in een hel en voor de ander in een hemel. Ik begin bij de steeds groter wordende grijzende groep te horen en dat heeft blijkbaar zijn uitwerking op mij.
Zo maak ik maak me ernstig zorgen om een akelige roep die uit het niets te voorschijn lijkt te komen. Men zou erover denken om hoog bejaarden geen dure zorg meer te verlenen en dat alles ter bezuiniging van de almaar hoger oplopende kosten daarvan. Ze hebben toch lang genoeg geleefd? Waarom hun levens nog eens verlengen?
Droom ik? Is dit een scene uit een horror- of sciencefictionfilm vraag ik me af?
Ooit zong Herman van Veen voor zijn dochtertje: ‘Anne, de wereld is niet mooi, maar jij kunt hem een beetje mooier maken.’ Hij had gelijk, maar vergat erbij te zeggen dat zoiets enorm veel inspanning vergt. Een oud spreekwoord zegt dat men moet hooien als de zon schijnt.
Dus grijp ik deze hitte met beide handen aan om een column te oogsten in augustus. Ik ben me er daarbij terdege van bewust dat het niet overál zomer is, waar de zon schijnt.

Schrijver: Anneke Haasnoot, 21 augustus 2012


Geplaatst in de categorie: actualiteit

1.0 met 2 stemmen 127



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)