Inloggen
voeg je column toe

Columns

Onvoorstelbaar Onvoorspelbaar

Ik schreef eens een lied met deze titel.
Toen ik verliefd was op een prachtige Kreeft.
Net niet tegenover mijn eigen sterrenbeeld, maar toch..
Want je wordt verliefd omdat de ander onvoorspelbaar is.
Onvoorstelbaar onvoorspelbaar.
Enige tijd daarna kwam 'de Kast' uit de kast met een hitje en een bustour/tourbus van dezelfde strekking.
Ik zie nog die ene viriele Fries, hoe heette die ook al weer, uit het bovenlicht van de bus steken. Met allemaal dames van de
Friesche vereniging voor huisvrouwen.
De Fryske Krite Fan Hüsfamkes. Of zoiets. Met veel dakjes en accenten op de klinkers.
Op weg naar de Veemarkthallen in Leiden of de RAI hangars in Amsterdam.

Ik ben nog blij dat mijn versie nix geworden is.
Stel je voor.
Ik was eens, een lutje tijd geleden, in de RAI, op de Huishoudbeurs.
Mijn zussen (6) zouden er ook zijn. En hun kinderen.
En alle anderen natuurlijk.
Wat een ellende!
Ik als vreemde Platypus temidden van graaiende en snaaiende, kraaiende en vlaaiende huisvrouwen.
Wat zocht ik daar ook weer?
O ja, het Onvoorstelbare.
Dat was er in alle maten, geuren, treuren en staten.
Met karretjes en invalidenwagentjes, rugzakken en rollators, om maar zoveel mogelijk proefzakjes en ander monsterlijkheden mee te zeulen.

Dus voor mij geen hit.
Pareltje Jozefzoon zong in een witte jurk tegen een witte achtergrond als een buiksprekerspop waarvan het hoofd in de lucht zweeft. Terwijl iedereen zijn chips zat te knisperen en zijn parfum-samples rondsproeide. In de volgende zaal wachtten de braadworsten op hun verlossers.
De kakofonie van geuren was onvoorstelbaar.

Dus ik ben blij dat het nix geworden is.
Met die hit van mij.
Ik gun het ze van harte, die Kast jongens en Wiebe... of heette die nou Siebe?
Ik volg dat niet zo.

Twarres, ja dat wás wat. Children of the Sun. Klasse.
Krijg ik nóg kippensoep van als ik ze wel es hoor in de supermarkt.
Blijf ik even staan om het te voelen.
Soms wellen tranen op.
Ik ben een sentimentele ouwe idioot.
Kan zó huilen om iets stoms. Dat voor mij niet stom is.

Van de week liep ik in het bos. Op de terugweg.
Dan ben je meestal minder alert als op de heenweg.
Dan ga je immers weer naar huis.

Zag ik een héél klein wezentje..
Ter grootte van een egeltje.
Met zo'n gestreept pyjamaatje aan.
En nog een streepje navelstrengetje. Piep-Piep-Piep, midden op het zandpad. Zo uit de berm.

Dan ga ik daar dus tegen praten: Oo, m'n Liefje, wat is er? Hoe is 't met je?
Ik ben een idioot! Schatje, m'n kleine dotje, kom maar liefje, tut-tut-tut..
't Was een everzwijntje, zonder familie.
Het kwam naar me toe.
We hebben even staan praten. Op zo'n half metertje afstand. Wat moet je doen?
Ze kwam verder naar me toe. Dacht dat ik haar grote vriend was. Wás ik ook.

Ik heb haar naar een boom gelokt en haar daar achtergelaten.

Ik ben niet geschikt voor de wereld van Beurzen, Hits, Verenigingen voor Huisvrouwen..

Ik ben een grote FAN van de Onvoorstelbaar Onvoorspelbare Echte Wereld.
Waar je moet huilen en lachen om de weerloze en vertederende en onvoorstelbare verrassing van wat mensen NIET gemaakt hebben.

En vanaf moeten blijven...

Schrijver: Ton Hettema, 21 mei 2015


Geplaatst in de categorie: religie

3.2 met 8 stemmen 160



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
Ton Hettema
Datum:
24 mei 2015
Wat een rijke reacties. Dank voor jullie delen
van onze menselijkheid.
Je had als kind al die diepgang, gelukkige
Gabriëla, ontroerend versje.
En JR ik zie die scène zó voor me met die
Goudse Stroopwafeltjes. Gisteren troffen de
Twarresjes me weer midden in m'n hart met
wêr bisto... dat is nou synchroniciteit toch?
Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
22 mei 2015
Er is niks geks aan om tegen dieren te praten. Ze verstaan ons nog ook.
Als je een vlieg vraagt om uit je kamer weg te gaan, dan doet ie dat. Wel de deur open doen, anders vindt ie de uitgang niet. En als je tegen planten praat, groeien ze beter. Wel ook water geven en wat zonneschijn, anders werkt het niet en gaan ze dood.

Kleine dieren zijn weerloos, en doen een beroep op ons gevoel ze te beschermen en voor ze te zorgen. Alles van waarde is weerloos, zei Lucebert. Maar dat geldt dus ook voor de neushoorns en olifanten waar laf jacht op wordt gemaakt. Insecten zijn ook kleine dieren, waar ik voor het merendeel geen fan van ben. Vooral niet de muggen en de vliegen, reden om de spinnen te koesteren die ze in gemene webben vangen en opvreten.

Maar op de een of andere manier heb ik altijd iets gehad met mieren. Als tiener keek ik naar zo'n kleine mier en dan stelde ik me voor dat wij mensen allemaal mieren zijn op een mierenhoop die aarde heet, en dat wat wij aarde noemen, dus eigenlijk een soort van universum is voor de mieren.

Ik schreef er in mijn jonge jaren een versje over dat ik jaren geleden instuurde op aanverwante gedichtensite, en dat heel gemeen niet geplaatst werd. Terwijl het best een lief schrijfseltje is, wat ik al een jaartje of veertig koester.

De minimier

Soms voel ik mij zo nietig
Soms voel ik mij zo klein
Dat ik me wel eens afvraag
Waarom zou ik hier zijn

Waarom zou ik hier wezen
Waarom ben ik toch hier
Ik voel me dan zo nietig als een kleine minimier

Maar is het straks weer zomer
En pieker ik niet meer
Dan trap ik wreed en schuldloos
Zo'n kleine mier neer

Indachtig dit gedichtje zag ik in de trein ooit een mier lopen. Het was in die tijd dat ik dagelijks in dezelfde trein zat, in dezelfde coupé. Een paar dagen achtereen zag ik steeds weer diezelfde mier. Ze was heel alleen, geen andere mier te bekennen. Geen idee hoe ze in de trein was gekomen, maar ze kon lastig zelf uitstappen. Ik vond het maar triest dat ze haar mierenfamilie kwijt was. Die trein moest voor haar een soort van ruimtereis zijn, zo ver van haar mierenhoop vandaan.

Na een paar dagen nam ik het besluit haar te helpen. Een flesje leeggedronken limonade gebruikte ik om haar in te laten kruipen. Dat vond ze nog lekker ook, die suikerzoete binnenkant van het flesje. Ik nam haar in het flesje mee naar buiten en liet haar vrij. Nu was ze in ieder geval de trein uit en had ze kans een mierenhoop te vinden waar ze zich weer thuis kon gaan voelen. Op zoek naar een nieuwe aarde in haar grote universum dat onze aardkloot is.
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
21 mei 2015
Wauh, Ton, je hoeft niet dronken te zijn om deze formidabele column te bejuichen. De Kast was iets met Sieb van der Ploeg of zoiets. Die speelde Jezus op de Goudse kerktoren. Ik heb de CD 'Stream' van Twarres, met dat fantastische 'Wêr bisto', gezongen door Mirjam Timmer, die lijkt te zijn verdwenen.
Ik snap je ontroering aangaande dat baby-wildzwijntje. Ik praat ook meer tegen de dieren dan tegen de mensen, omdat dieren eerlijker en ongecompliceerder zijn. Ik zag een kraai tegen een papieren stroopwafelomhulsel pikken en ik zei: 'Ik denk dat er niets meer in zit, lieve kraai, volgende keer beter!'.
De schoolkinderen, die van een reuzestroopwafel smulden, keken mij aan, alsof ik de grootste gek van Gouda ben!...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)