Inloggen
voeg je column toe

Columns

VAN VELO TOT VOUWFIETS

Nog even en de herenfiets met stang is uit beeld. Hoe stoer was het als een man staand op zijn linkerbeen het rechter over zijn fiets zwaaide en wegreed. Hoe heerlijk was het als je voor op de stang mocht zitten bij je vriendje. Als reden van de afschaffing van de stang wordt door Veilig Verkeer Nederland gegeven dat deze te snel tot ongelukken leidt. Een damesfiets met lage instap zou veiliger zijn. Daarbij komt, studenten en jonge vaders geven nu al de voorkeur aan de dames- of omafiets.
De senior verkiest hem ook, zeker als het een elektrische fiets betreft. De vergrijzing speelt een aardige rol mee wat betreft de voorkeur, want als 65 plusser zwaai je een been nu eenmaal niet meer zó makkelijk over een fiets. De uniseksfiets is daarom een goede oplossing. Hij doet even denken aan de unisekskleding uit de jaren ‘60 en ’70 waarin paartjes bijvoorbeeld dezelfde ribpakken droegen.
Veel mannen hebben moeite met het idee dat de stang van de herenfiets verdwijnt. Het leven is nu eenmaal aan veranderingen onderhevig. Misschien is het een idee de stang wel te blijven gebruiken voor de mountainbike? Gewoon vanwege de extra versteviging?


Het was een Duitser, Karl Drais die de lóópfiets uitvond. Deze was vrij gevaarlijk vanwege zijn hoge snelheid maar was al snel geliefd onder dandy’s en aristocraten. Toch werd hij geen succes. Drais raakte aan lager wal. Zijn ‘laufmachine’ verdween al in 1820, ondanks demonstraties ermee over de hele wereld.
De Schot Macmillan vond in 1839 de trappers uit en de Fransman Pierre Michaux ontwikkelde de fiets zoals we die nu nog kennen. De fiets van Michaux, met stalen frame en houten karrenwielen met een ijzeren hoepel en trappers aan het voorwiel, was loodzwaar. Toch was hij een groot succes. Er werden zelfs wedstrijden mee gehouden.
Op deze fiets volgde de hoge bi, ontwikkeld door de Fransman Eugene Meijer. Hij had een enorm groot voorwiel van wel 1.50 meter doorsnee, maar wel met dunnere spaken van ijzerdraad. Hij had nog steeds geen ketting, deze vélocipède. Je ging er rond 1870 al snel mee over de kop of viel al om bij het opstappen. (Historia) Er kwamen al snel tandemachtige exemplaren en grote driewielers op de markt.

Toen kwam de safety; een fiets met twee even grote wielen en een ketting die het achterwiel aandreef. John Kemp Starley was de bedenker. De fiets werd helemaal een hit toen John Boud Dunlop de rubberband bedacht. Dunlop werd later een grote bandenfabriek. (Historische Rijwielvereniging De Oude Fiets)

Voor 1887 reden de dames meestal op een loopfiets. Toch werd fietsen door vrouwen aanvankelijk gezien als aanstootgevend. Ook zouden de vrouwelijke organen beschadigd worden en zou fietsen het einde kunnen betekenen van de vrouwelijkheid. Borstvoeding zou erdoor ontregeld raken en voor de zenuwen werd het ergste gevreesd. Dat laatste gold ook voor het mannelijke zenuwgestel. Natuurlijk was er een beweging die wees op het gezonde van fietsen, vooral in de natuur. Voor dames kwamen er speciale fiets- en pofbroeken en opknoopbare rokken in de handel. Voor heren waren er al langer speciale wielerkostuums. Fietsen werd uiteindelijk gezien als gezond. De mens werd gehard, verzadigd met zuivere lucht en kreeg nieuwe levenskracht.

In 1916 werd 75% van het verkeer ingenomen door de fiets tegen 4% van de auto. In 1897 vond men in Duitsland dat fietsen goed was voor de arbeider en de zeden en dat het de welstand verhoogde.

Er werd in het verleden fietsles gegeven, de wielersport ontstond en al in WO11 bezat het Nederlandse leger vouwfietsen. Karren en wagens verdwenen uit het straatbeeld. De fiets beleefde zijn glorietijd in de jaren’30.

Vanaf 1906 werd de fietsbel wettelijk verplicht. Er was een tijd van 1900 tot halverwege de 20e eeuw dat men rijwielbelasting betaalde. De ANWB oftewel de Algemene Nederlandse Wielrijdersbond zorgde ervoor dat er fietskaarten en fietsverenigingen kwamen. De fiets en De Lage landen zijn en blijven vooralsnog onafscheidelijk of de herenfiets nu wel of niet een stang heeft.

Wat betreft het licht op de fiets, weet de jeugd anno 2017 nog wat een (fiets-)banddynamo is?
Een fietsdynamo is een wisselstroomdynamo die de fietsverlichting van een fiets van spanning voorziet. De rotatie van het fietswiel wordt overgebracht op de as van de dynamo. De dynamo levert dus alleen spanning aan de verlichting tijdens het fietsen. Nu werkt het voor - en achterlicht van een fiets op batterijen.

De hoge bi kreeg in 1870 een lantaarn die op olie brandde. Ook waren er kaarslantaarns. In Amerika echter leverde de vermenging van carbid met water een veel feller licht op. Olielantaarns waren het meest succesvol.(Antieke fietsverlichting)

Graag verwijs ik naar de doctoraalscriptie van Radoslaw Lesisz: Honderd Jaar Fietsen in Nederland van 1850 -1950. Een uitgelezen bron voor wie meer wil weten over de geschiedenis van het stalen ros.
Tot slot een deel van het ‘wielruiterslied’ van een vélocipédes club, in 1871 door middelbare scholieren opgericht; een Engels en Nederlands deel:
‘Making many a trip together, We will harden brains and bones, Caring not for chilly weather, Longer not for hotter zones. Beeft vrij, onbereden leken! Ziet ge ons rennen als de struis, Beenen kan men altijd breken, Zelfs bij moeder pappot thuis.’

Tip: Nationaal Fietsmuseum Velorama Nijmegen.

Schrijver: Anneke Haasnoot, 25 augustus 2017

3.7 met 3 stemmen 59



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)