Inloggen
voeg je column toe

Columns

OPKNAPPER AFKNAPPER

In de metro check ik even of ik mijn sleutelkoord wel bij me heb. Mijn tas heeft diepe vakken, dus dat wordt eerst graaien en dan alles eruit halen.
Dat had ik beter thuis kunnen doen. Nu wordt het dus aanbellen als ik terugkom en dat zal de nog uitslapende echtgenoot niet echt kunnen waarderen.
Ik stop alles weer terug en knijp in mijn neus, zodat mijn mondkapje wat vaster zit. Mijn beslagen bril berg ik zuchtend op. Het is nog vroeg in de ochtend. Ik ben op weg naar Evenementenhal Ahoy en aangezien de rit twintig minuten duurt, sluit ik nog even mijn ogen.

Als ik het metrostation verlaat, hoef ik me alleen maar mee te laten voeren met een stroom meest grijze en kalende hoofden, senioren met en zonder stok, met of zonder scootmobiel en met of zonder rollator. Fietsende en kwiek lopende of schuifelende leeftijdgenoten en rolstoel duwende begeleiders.

Na vier zebrapaden te zijn overgestoken arriveer ik aan de zijkant van het gebouw en ik ben dus niet de enige. Net als in pretparken ook hier slingerdeslang hekken die je naar je bestemming sluizen. Bij de deur de eerste controle. Paspoort, gezondheidsformulier en afspraakbrief dienen te worden getoond. Dan volgt een aardige tippel naar de ingang van de prikhal. Het krioelt van de hosts en controleposten, voordat ik eindelijk bij loket 23 aan de beurt ben. Ik bof. De heer die mij zal injecteren, profileert zich als ervaren prikker. ‘Zo meid, lekker even een uitje?’
De achtenzestigjarige ´meid´ beaamt het. In de derde lock-down is elke kans om even te ontsnappen aan het je opgesloten voelen welkom. Al is het stilstaan en het langzaam schuifelen in de wachtrij tussen het hekwerk niet te vergelijken met dat van een wachtrij bij een attractiepark.

Ik ben blij als ik het gebouw verlaat en ruk mijn mondkapje maar wat graag af. Even een diepe teug frisse lucht en een take-away koffie met chocoladebroodje heb ik wel verdiend.

Voor de roltrap hangt een rood-wit lint. Buiten werking! Na wat heen en weer zoeven met de lift, kom ik erachter dat ik de stationshal niet ga bereiken op deze manier. Terug naar het begin dus. Dat houdt in naar de begane grond, een stuk omlopen en de roltrap aan de andere kant van het metrostation nemen. Dan keert alles ten goede. Ik beland in de hal en ga de draaideur door die naar de meeneemkoffie leidt.

Zodra ik de deur door ben, komt een dakloze medemens op mij af en vraagt om een kleine bijdrage voor een slaapplek.
‘Ik heb het zoooo koud mevrouw.’
Ik vind het zelf wel meevallen met negen graden Celsius, want tijdens de kerstdagen, drie dagen terug, vroor het. Misschien was hij toen onderkoeld geraakt. Ik zeg hem dat ik vrijwel nooit meer cash bij me heb en dat het me spijt dat ik hem niet kan helpen. Hij probeert me mee te krijgen naar een geldautomaat met het verzoek daar iets voor hem te pinnen. Volgens mij weet hij drommels goed dat het pinbedrag minimaal tien euro is en dat tien euro biljetten zelden aanwezig zijn! Ik zie me al met een mes in mijn rug mijn rekening leeghalen en ik zeg hem dat ik ook alleen maar mijn AOW’tje heb. Met een ‘succes hoor’ loop ik door en zie nog net een man een twee euro stuk voor hem neerleggen op de sponning van het raam naast de draaideur. Ik schaam me een beetje.
Zou de arme man gevaccineerd zijn? Op een bankje zit een hevig proestende maat van hem. Ik vrees het ergste. Ik heb me wel in het hol van de leeuw gewaagd begrijp ik. Maar hopen dat mijn booster en de daaraan voorafgegane injecties me afdoende beschermen.

Als ik naar huis loop, houdt een man van middelbare leeftijd me staande. Hij loopt achter een rollator en heeft duidelijk een beroerte gehad. Zijn kuiten zijn dik omzwachteld en de veters zijn uit zijn oude, ooit stevige, maar nu versleten schoenen gehaald.
Hij prijst het dat ik me zo langzaam en zonder enige haast voortbeweeg. Aan mijn opmerking dat dit gedwongen is, in afwachting van een knieprothese, heeft hij geen enkele boodschap. Hij praat aan één stuk door - en dat vrijwel onverstaanbaar - over onthaasting. Beleefd hoor ik hem aan, hopend dat dat hem op zijn beurt een soort boost geeft.
Als ik weet weg te zwemmen uit zijn onophoudelijke woordenstroom, wenst hij me geloof ik een fijne jaarwisseling.

Ik ben al halverwege als ik me realiseer dat ik mijn pak chocomel op de geldautomaat heb laten staan en dat dwingt me terug te keren. De man met de rollator schuilt voor de regen in het portiek van het gezondheidscentrum. Laf neem ik een andere weg, zodat ik niet weer met hem word geconfronteerd.

Hoe geef je een bedelende zwerver een stoot liefde en energie? Dat weet ik drommels goed. Die had ik een tientje in zijn handen moeten drukken, zoals ik vroeger deed, toen er nog geen of nog maar kort pinpassen en geldautomaten bestonden, laat staan Corona en Omikron! Dat zou nog eens een ´oppepprik´ zijn geweest! Ik neem me voor toch maar weer wat cash bij me te steken voortaan.

Schrijver: Anneke Haasnoot
29 december 2021


Geplaatst in de categorie: actualiteit

4.3 met 3 stemmen 224



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Joke de Groot
Datum:
1 januari 2022
Graag gelezen!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)