Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

Een verschrikkelijke ervaring in Berlijn

8.1.

Ik ben zestien jaar en zit in de vierde klas van de mavo. We gaan met school een week naar Berlijn en logeren daar in een jongerenhotel. Als we na een lange dag in de bus ’s avonds bij het hotel aankomen, blijkt er een probleem te zijn. Er zijn niet genoeg kamers vrij. Er wordt door de leerkrachten en de leiding van het hotel koortsachtig overlegd en besloten dat wij (vier meisjes) een kamer krijgen op de zesde verdieping. Alle andere leerlingen plus de leerkrachten worden verdeeld over andere verdiepingen.

Als we op de zesde verdieping uit de lift stappen, blijkt de gang, zowel rechts als links vol te staan met ijshockeyspullen. Grote zwarte sporttassen staan her en der. Complete ijshockeytenues hangen aan verwarmingsbuizen te drogen en er hangt een penetrante zweetlucht. De hele zesde verdieping op één kamer na (onze kamer) is in gebruik genomen door Canadese ijshockeyers. De jongens (18 tot begin 20, schat ik) beginnen te joelen als wij met onze koffers de gang in lopen op zoek naar onze kamer.

’s Avonds wordt er op de deur geklopt. Een groep jongens staat in de deuropening. Ze hebben duidelijk gedronken en flessen drank bij zich.
Ik schrik en wil niet dat ze binnen komen. De andere meisjes vinden het spannend en laten de jongens binnen. Ik weet me niet goed raad met de situatie en houd me zoveel mogelijk afzijdig. Na een tijdje heb ik er genoeg van. Ik ben doodmoe en wil graag gaan slapen. Ik denk het slim aan te pakken, ga naar de badkamer, doe alvast mijn nachtpon aan en schiet vervolgens snel in mijn slaapzak onderin een stapelbed. Een van de Canadezen, een grote blonde jongen, vat mijn “hint” (dat ik moe ben en wil slapen) verkeerd op en komt op de rand van het bed zitten en gaat vervolgens een beetje over me heen leunen. Ik voel me ongemakkelijk, trek de rits zo ver mogelijk dicht en maak geen oogcontact.

De andere meisjes begrijpen mijn “hint” wel en besluiten om met de jongens mee te gaan. De grote blonde twijfelt even, maar gaat dan toch mee. Ik ben opgelucht. Als ze allemaal weg zijn ga ik nog even naar de badkamer om mijn tanden te poetsen. Plotseling gaat de deur open en staat die grote blonde jongen die eerder op de rand van mijn bed zat in de badkamer. Ik schrik enorm en weet niet zo snel wat ik moet doen. Hij loopt op me af en tilt me met één beweging in de wastafel. Ik schrik van zijn kracht en weet meteen dat ik bij een worsteling geen schijn van kans heb. Hij begint me wild te zoenen en graait met zijn handen onder mijn nachtpon. Mijn hoofd draait overuren, ik ben in paniek en ga dieper in de wastafel zitten. Maar als ik dat doe doet de kraan ontzettend pijn in mijn rug en moet ik wel weer wat hoger gaan zitten, waardoor ik weer dichter tegen hem aan zit.
Ik ben bang dat ik met wastafel en al op de grond zal vallen. Ik ben ook bang dat hij mijn hoofd tegen de spiegel zal slaan en dat er een stuk glas in mijn hals komt of zo. Ik ben bang dat ik met mijn hoofd op de rand van het bad zal vallen. Ik ben bang dat hij mij zal wurgen als ik mij te veel verzet.

Mijn grootste angst is dat ik het niet zal overleven. Ik laat hem daarom maar min of meer zijn gang gaan en hoop dat het dan snel voorbij is.

Als hij klaar is en zijn greep wat verslapt, spring ik uit de wastafel en ga snel de badkamer uit. Ik kruip in mijn slaapzak en kan het gewoon niet geloven. Ik kan niet bevatten wat er zojuist is gebeurd.
Ik hoor dat hij weggaat en de deur achter zich dicht doet. Aan de ene kant voel ik een enorme opluchting dat het voorbij is en dat ik het heb overleefd. Aan de andere kant voel ik me ontzettend vies en leeg en raar en zou ik het liefst onder de hete douche gaan staan, maar ik durf de badkamer niet meer in.

Ik heb het ijskoud en lig te rillen. Ik wil huilen, maar dat lukt niet. Als versteend blijf ik liggen. Na een tijdje - ik heb geen idee hoe lang kan een kwartier zijn, maar ook een paar uur - komen mijn kamergenootjes terug. Ze denken dat ik slaap en doen heel stilletjes. Ik heb niets laten merken. Ook de volgende dag heb ik niets verteld.

Van Berlijn kan ik mij weinig meer herinneren. Eten en slapen ging niet meer.

Schrijver: Lone Wills, 11 mei 2015


Geplaatst in de categorie: misdaad

3.8 met 6 stemmen 330



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
11 mei 2015
Wat ontzettend moedig van je om deze brute verkrachting zo adembenemend onder woorden te brengen, lonely Lone.
Je had het meteen aan een leraar/lerares moeten vertellen, zodat die vervloekte misdadiger gearresteerd kon worden. Die laffe, bezopen ijshockeyer had met een flinke bodycheck uitgeschakeld moeten worden. Om niet te zeggen, dat zijn vlijmscherpe schaatsijzers over een bepaald deel van zijn lichaam mochten krassen. Al heb je hem hiermee ook te kijk gezet en overwonnen. Wat een smerige gluiperd om jou te overvallen en te overmeesteren. Kerels die hun fysieke kracht op deze manier misbruiken zijn gestoorde maniakken zonder enig meetbaar iq en eq. Het tragedie is deels te wijten aan het lakse toezicht van jouw leraren, die jullie onverantwoordelijk naar de zesde verdieping stuurden, zonder te checken wat voor beestenbende daar heerste. Ik hoop maar dat je het voldoende verwerkt hebt.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)