Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

In opleiding voor ziekenverzorgende

Het bleek mijn laatste hoop op een baan in de gewone maatschappij te zijn, de opleiding tot ziekenverzorgende in een school te Veenendaal, streng christelijk bolwerk. Ik was samen met Jean B. de enige, mannelijke deelnemer aan deze opleiding.

Jean en ik bivakkeerden in een huis in Driebergen, waar we huurkamers hadden, naast elkaar. Ik zat persoonlijk in de knoei en daardoor had ik mijn Havo-diploma aan het Johannes Fontanus College in Barneveld niet gehaald. Ik wist meer van de literatuurgeschiedenis, dan van mijn examenvakken wiskunde en Engels. De romans van Frederik van Eeden kon ik dromen, maar sommen oplossen was abracadabra voor mij. Dan zette ik een grote, boze streep op het examenformulier en taaide ik snel af.

In mijn dagboek schreef ik verwarrende en verontrustende fragmenten over mijn turbulente gevoelsleven en 's avonds dronken Jean en ik rode wijn uit de collectie van zijn vader, terwijl wij over literatuur en mystiek boomden. Dat was ver voordat ik mijn psychiatrische diagnose kreeg en wist. Jean had het complete werk van William Shakespeare in zijn kast staan. Ik snapte pas later waarom. Hij had ook een dik touw in zijn auto liggen, dat daar lag om eventueel te gebruiken voor suïcide, zei hij doodleuk en macaber. We bezochten een vervallen seminarie en hij leek helemaal op te bloeien. Ook dat begreep ik later.

Jean had goed contact met een bepaalde lerares, met wie hij zo van bil kon gaan, beweerde hij. Ik had dergelijke gevoelens voor een andere lerares met zwart haar en grote borsten, altijd raak bij mij. De studie lukte mij niet en ik doezelde weg in de rode wijn. Op een avond was er een medestudente bij ons aanwezig, die niet tegen wijn kon en dus stomdronken werd. Ik weet nog hoe ik haar laat in de nacht in de auto hielp, terwijl ik, schavuit die ik was, haar volle borsten stevig betastte.

Het uur der waarheid naderde. Ik had ook een weekje praktijk gelopen, waarbij ik oude, gerimpelde vrouwen moest wassen. Sommigen hadden open wonden van het doorliggen, waar pus uit kwam. Ik werd zelfs geconfronteerd met een overleden bejaarde in een koelruimte. Het werd er niet gezelliger op en tot overmaat van ramp was ik de enige, die de theorielessen niet had gehaald, al had ik wel een negen op psychologie. Van de directrice kreeg ik de tip mee om 'Narziss und Goldmund' van Hermann Hesse te gaan lezen. Ik weet niet of dat wel zo slim was.

Uitgekotst door de gewone maatschappij belandde ik in de Sint-Adelbertabdij van Egmond-Binnen, waar ik helemaal ten onder ging. Op een bepaalde dag klopte Jean aan de kloosterpoort en trad hij in.
In Barneveld had hij ooit zijn auto straf geparkeerd en vertelde hij me dat hij een praktiserende homoseksueel was, net als Shakespeare. Ik vond het maar raar dat hij nu net als ik in een zwart habijt rond liep. Hij meed me als de pest, alsof hij me wilde terug pakken voor iets waar ik niets van begreep. Hij was wel als ziekenverzorgende geslaagd, maar hij gaf er de brui aan. Na Egmond, waar hij de organist was, ging hij naar een trappistenklooster en daarna werd hij net zo anoniem en belangeloos als ik.

Bij mijn afscheid van het benedictijnse klooster orgelspeelde hij vol vuur 'Jesu Joy of Men's Desire'.

Schrijver: Joanan Rutgers, 7 juni 2015


Geplaatst in de categorie: geschiedenis

4.0 met 4 stemmen 1.055



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Jean B
Datum:
16 juni 2015
Email:
beertje36zeelandnet.nl
herinneringen zijn mooie dingen, als bij kleurplaten neemt ieder een andere tint om de vlakken invulling te geven, zo was het onder andere niet BWV 147 maar de muziekzetting van een gedicht van Jaqueline van der Waals 'Wat de toekomst...'

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)