Nye Hemelriek nabij Gasselte
Toen wij in Kollum en Coevorden woonden, hadden wij een stenen zomerhuis aan de rand van Gasselte. Daar konden mijn broers en ik heerlijk door de bossen struinen. We bouwden er een ondergrondse hut met drie kamers, waar we dan paprikachips knabbelden en coca cola dronken. Ik denk dat we zaklampen gebruikten. We gingen vaak een dagje naar het pretpark van Drouwener Zand, waar we bij twee flipperkasten wisten hoe we er kwartjes uit konden halen. Eerst op tilt duwen en dan weer aan zetten. Soms bleven de kwartjes maar rollen. Daar kochten we ijsjes en snoep voor. Met de blote voeten door het hete zand terug. De bloeiende heidevelden door. Ik waande me in een woestijn met altijd de angst voor een adderbeet. Dat natuurcontact was helend voor me.
Op hete dagen gingen we vaak lopend naar het Nye Hemelriek, dat helemaal aan de andere kant van Gasselte ligt en een behoorlijke tippel was. Bij het supermarktje in Gasselte kochten we dan wat zakken chips en flessen frisdrank. Het asfalt was vaak gloeiend heet door de zon en soms moesten we er wel met blote voeten over lopen, omdat we geen schoenen bij ons hadden. Een soort vuurloopritueel. Nadat we een lange tocht gemaakt hadden, lonkte de grote zwemplas tussen de prachtige bomen. Ik zei, dat daar een reus geplast had, Ellert of Brammert. Ook stond ik graag met mijn hoofd in het zand, waardoor ik een high gevoel kreeg. Als kind al een behoorlijke verslavingstendens om mijn chronische depressie te ontvluchten. Ik lag vaak met mijn hoofd voorover op de keukentafel en ik werd dan Sinaspriltje genoemd.
In die tijd wist men nauwelijks iets van depressiviteit en ernstige persoonlijkheidsstoornissen, laat staan van autisme. Onlangs kopte de Trouw met het gegeven, dat men veel mensen een borderline-diagnose heeft gegeven, terwijl men het autisme-probleem niet heeft herkend. Voor de persoonlijke problemen maakt het naambordje natuurlijk niets uit. Je moet er mee zien te roeien, hoe dan ook.
Naast het Nye Hemelriek was een veel grotere waterplas, waar men zandafgravingen in deed. Daar lagen grote, roestige boten, waar we dan vanaf doken. Hoe dieper ik dook, hoe kouder het water werd. Ik vond die enorme stilte heel spannend en ik flirtte met de diepte, wat levensgevaarlijk was. Ik zag wel vaker de gevaren niet en ik was nogal extreem. Het gaf een enorme kick om zover mogelijk van een hoge berg te springen, waarbij je enkele seconden zweefde, maar wat je zo een gebroken been had kunnen opleveren.
Ook was er een hoge, houten uitkijktoren met een weids uitzicht over de bossen. Mijn hart stroomde over van avontuurlijk geluk.
Na nog wat watergespatter gingen de Daltons, de belhamels, de deugnieten weer over de hete wegen terug naar het zomerhuisje, waar we genoten van pannekoeken met stroop, kaas en appel. En daarna een cowboyfilm op een zwart-wit tv-tje met antenne en Chipito's, Mamma Mia's, Nibb Its, paprikachips, coca cola, cassis, 7-up en sinas.
Geplaatst in de categorie: vakantie
In eerdere generaties - toen wij nog kind waren - werd inderdaad nauwelijks aandacht besteed aan psychische problemen bij kinderen, en werd alles met een sinasprilletje 'verholpen'.
Jouw verhaal is daar een sprekend voorbeeld van. Toen negeren, nu overmedicaliseren; er is nog een wereld te winnen als het gaat om goede hulpverlening aan kinderen.