Gezien: nog levende dichters!
Ik denk dat Drs. P de eerste was. Hem zag ik in de schouwburg annex bioscoop in Heerenveen. Achter de piano en wilde liedjes zingend. Sigaar rokend en whisky drinkend. Op de Havo-afdeling van de Pabo daar zag ik medeschoolkrantdichters, wat natuurlijk ook meetelt.
Rond mijn negentiende zag ik Ida Gerhardt op een afstand bij het Lioba-klooster in Egmond-Binnen, waar zij graag retraites hield.
Op het Johannes Fontanuscollege in Barneveld zat ik één jaar in de klas van de leraar Nederlands Hans Werkman, die naast prozaïst ook dichter is. Hij stelde me tijdens een protestantse boekenbeurs in Amersfoort voor aan Nel Benschop. Wonend op een goedkoop flatje aan de Berliozstraat in Amersfoort ging ik geregeld naar optredens van dichters in het Jazz-café 'Terminus' nabij het hoofdtreinstation. De voordrachtavond van Judith Mok, de dochter van Maurits Mok, is zeer gedenkwaardig. Ik zat alsmaar een tikkeltje jaloers naar haar Ierse man te loeren, maar toch vooral in de mysterieuze ogen van Judith, terwijl ik destijds nog groene blaadjes in mijn shag verpulverde. Rimbaud navolgend. Ik kende bijna alle cafés in Amersfoort en als ik dan tegen de ochtend thuis kwam, kladde ik wat poëzie in elkaar, die ik de volgende middag bevreemdend aanschouwde, maar wel vervolmaakte en naar dé literaire bladen stuurde. De grote stapel afwijzingsbrieven waren op mijn manier contact met dé literaire wereld en dus gaven die standaardbrieven mij hoop. Zelfs de handtekeningen van de secretaresses koesterde ik als bewijs van het serieus nemen van mijn dichterschap. Als magisch denkende kuste ik die handtekeningen hartstochtelijk.
Op 18 maart 1989 ging ik voor het eerst naar de Nacht van de Poëzie in Utrecht. Ik was 23 jaar. Ik zag o.a. J. Bernlef, H.H. ter Balkt, Judith Herzberg, Jean-Pierre Rawie, Joost Zwagerman, Elly de Waard, August Willemsen (vertaler van Pessoa), Elma van Haren, Miriam Van Hee en de entree van de jonge Jo Govaerts.
Op de twaalfde Nacht zag ik o.a. Arno Breekveld, Anna Enquist, Esther Jansma, Leonard Nolens en Toon Tellegen.
Op de dertiende Nacht zag ik o.a. Hugo Claus, Benno Barnard, Carla Bogaards, Herman de Coninck, Remco Campert, Lévi Weemoedt, Adriaan Morriën en Maria van Daalen, die mijn ex-uitgever via de fax overstelpte met haar gedichten.
Bij de veertiende Nacht zag ik o.a. Mensje van Keulen, Gerrit Komrij, Rudy Kousbroek, Eddy van Vliet en Titi Zaadnoordijk.
De vijftiende Nacht zag ik o.a. Eva Gerlach, Rutger Kopland, Tom Lanoye, Frank Koenegracht en Tonnus Oosterhoff.
Diverse dichters heb ik her en der weergezien. In een plaatsje verderop zat ik op de voorste rij van Anna Enquist haar voordracht te genieten. Ik keek vooral naar de elegante bewegingen, die ze met haar vingers maakte. Adriaan Morriën heb ik hier in Gouda in de Spiegeltent meegemaakt, ook alweer een whiskyslurper.
Joost Zwagerman was hier in een andere zaal. Ik vertelde hem nog dat Paul Verlaine niet volop homoseksueel was, maar dat hij ook naar de hoeren ging en aan het einde van zijn leven zelfs met een hoer samenwoonde. Een bekende gastheer/ex-politicus deed dat af met het grapje, dat ik familie van de Verlaines zou zijn. Niet ver bezijden de waarheid overigens. Denk spiritueel.
Ik was bij Poetry International, waar ik vooral van de Australische dichter Les Murray en de Russische dichter Joseph Brodsky onder de indruk was. Ook stonden er boxen, waarin toneelspelers (soms topless) op zwoele wijze erotische gedichten uit de oudheid reciteerden. In het café daar zag en sprak ik Gerrit Komrij, die als een orakel zinnen in de atmosfeer gooide. 'Joanan, hoe gaat het met jou?', zei hij op zo'n bezielende manier, dat ik het nooit meer vergeet. Dat ik in de herentoiletten naast Rutger Kopland in zo'n hangpot stond te urineren, was natuurlijk ook een onvergetelijk moment.
Ik denk, dat ik zo een redelijk inkijkje heb gegeven, al ebben de meeste herinneringen bij mij ook in sneltreinvaart weg. Dat ik achter Anna Enquist en een stomdronken August Willemsen zat, was ook best bijzonder. Terwijl ik met velen voor de ingang van Vredenburg stond te wachten om binnen gelaten te worden, herken ik ineens de erudiete dichter Jean-Pierre Rawie, die als een dandy opgedirkt zich door het gepeupel heen wurmt om met alle egards te worden ontvangen. Ik had hem dolgraag een flinke stomp gegeven!...
Geplaatst in de categorie: literatuur