Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

Alcoholische overpeinzingen

De Belgische dichter Jotie T'Hooft schreef in zijn prozawerk, dat kinderlijke snoepverslaving later tot drugsverslaving kan leiden. Als kind snoepte ik behoorlijk veel, wat ik meestal bij de Jamin kocht, winegums en Engelse drop, trekdrop en van die wielvormdrop, zuurtjes en salmiak, spekjes en van die ruitvormige, oranje-geel-achtige, hondebrokachtige zoeternijen. Ik was ook dol op die roomijs met chocolade en dunne wafeltjes. Om het suikergehalte nog meer op te voeren, dronk ik Coca Cola, 7-up, cassis, sinas en Rivella. Verder at ik paprikachips, Wokkels, Chipito's, Mamma Mia's, Nibb-it's etcetera. Volgens mijn herinnering zat ik in de laatste klas van de Paul Krugerschool in Coevorden, toen ik mijn eerste shandy heb gedronken. Dat heeft 1% alcoholpercentage. Genoeg voor mij om er verder mee te gaan. Ook omdat ik van nature een sterke verslavingstendens heb.

Op schoolreisjes tijdens mijn Mavo-tijd in Heerenveen dronk ik wel eens samen met anderen een biertje in een kroeg. Dat verhoogde vaak de pret. Op mijn zestiende had ik mijn eerste grote liefdesverdriet en daarna ben ik aan de goedkope notenwijn gegaan, bijna te vies om te drinken, maar ik wilde mijn verdriet vergeten en experimenteren met alcohol en tegelijkertijd het schrijven van gedichten, wat een prima combinatie bleek.

In Voorthuizen kocht ik iedere dag een fles Vin d'Alcase, wat destijds nog te betalen was. Mijn vader verzorgde de biertoevoer. Ik kon maar niet geloven, dat je bij meer biertjes extra aangeschoten kon worden, ik dacht dat het promillage hoe dan ook op 5% bleef. Een denkfout, die ik nog steeds niet helemaal begrijpen kan. Op kamers in Driebergen dronk ik iedere avond rode wijn met mijn studiegenoot. Hoe ik het anderhalf jaar in het klooster met nauwelijks alcohol heb volgehouden, is me een raadsel. Die ene slok tijdens de eucharistie moet toch naar meer gesmaakt hebben. Ik smokkelde wel eens bierblikjes mee naar binnen en ik was extra blij met de warme bisschopswijn en de appelcider bij de nasi-goreng.
Terug in Voorthuizen verzamelde ik de lege flessen wijn en sterke drank achter het schot. Mijn vader schrok zich rot toen hij de enorme hoeveelheid ontdekte.

In Amersfoort op mijzelf wonend, wist ik me van kroeg naar kroeg te bewegen en kocht ik in een bierwinkel de lekkerste soorten Belgisch bier. Whisky's in de aanbieding beschouwde ik als tovervocht. Zoals ik vroeger mijn sombere, verwarde, pijnlijke en negatieve gedachten met snoep weg at, zo deed ik dat later met alcohol, hasj en wiet. Mijn sociale isolement en het gevoel hebben geen contact met anderen te kunnen maken, maakte de drankzucht alleen maar groter.

Ik las veel vertaalde wereldliteratuur en dan ontdek je dat het schrijverschap en alcoholisme hand in hand gaan als twee gezworen kameraden. Alhoewel ik ook veel werk in nuchtere toestand heb geschreven en juist door de diepgang en zwaarte van het schrijven daarna mijzelf beloonde met de nodige alcoholische versnaperingen. Vaak was het een beloningssysteem na gedane, geestelijke arbeid. Ik denk dat het bij de meeste mensen zo werkt.

Ik ben vele keren over mijn nek gegaan en ik heb in de meest beroerde posities verkeerd door openbare dronkenschap. Voor het over je nek gaan raak je op den duur immuun. In Harderwijk stortte ik midden in de nacht in een Israëlische shoarmatent ineens van de barkruk. Iets wat ik ooit in een campingbar te Luxemburg ook al had gedaan. Later reed ik tegen een paal in het wegdek en vloog ik over mijn stuur met mijn kin keihard op het trottoir. Een groot weerlicht in mijn bovenkamers. Met een bloedende jaap in mijn kin sleurde ik mijn kapotte fiets mee. Ik lag letterlijk in de goot, waar een vroege straatkat zich door mij liet aaien. Ik lag op apegapen in een stekelstruik en ik dacht dat ik zou gaan hemelen, want ik meende boven mij Christus Jezus al te zien oplichten. Die oude rakker hield ook erg veel van wijn. 'Hé, wijnbroeder, kom mij eens lekker helpen, wil je?', bazelde ik.

In een politieserie was er een detective, die altijd steevast zei 'Never drink until sundown!' Die regel heb ik mij eigen gemaakt. Ik begin vaak rond half elf met een stevig biertje et cetera. Inmiddels heb ik een perfecte balans gevonden en sla ik niet meer door in jeugdige verwarring en onstuimigheid. Voor mijn doen dan. Van port (19%) blijf ik inmiddels af, ook al is er een of andere aanbieding van 50% korting, zoals nu bij de verleidelijke AH. Al heb ik soms nog wel een kruidenlikeur in huis, omdat ik die magische kruiden niet kan versmaden. Je weet nooit waar ze goed voor zijn, voor het humeur, voor de lever, voor het algemene welbevinden. Of misschien wel hét meest sublieme gedicht wat ik ooit zal schrijven.

Alcohol noemt men ook wel spiritualiën en spiritus betekent geest. Veel schrijvers schreven dan ook onder invloed van alcohol en/of andere (hard)drugs. Zij geven zich als ware sjamanen over aan de geestenwereld en doen zo nieuwe en heftige inspiratie op. Zij gebruiken de alcohol als middel om geestelijk goud te vergaren. Heel veel literaire helden van mij deden dat. Ik denk niet dat zij mij het verkeerde voorbeeld hebben gegeven. Zoals ik in elkaar steek en zij waarschijnlijk ook in elkaar staken, is dit bij-aspect bijna onvermijdelijk en noodzakelijk. Door al die uittredingen en roeseffecten zijn er weergaloze schoonheden geschreven, die anders nooit geschreven hadden kunnen worden.

Besef dat dronkenschap ook chic kan worden uitgevoerd en niet alleen maar vulgaire schrijfsels oplevert, hoewel, het soort louche proza van Charles Bukowsky is in al zijn rauwe directheid volgens mij mooier dan het academisch geprevel van bijvoorbeeld een Harry Mulish.

Schrijver: Joanan Rutgers, 9 juni 2016


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 3 stemmen 980



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
13 juni 2016
Geestelijk goud vergaar je niet door alcohol. Het is inderdaad een harddrug en letterlijk levensgevaarlijk. Met mate kan het wellicht een opwekkende werking hebben. Maar het probleem is dat die maat te vaak niet gevonden wordt. En dan maakt het, zoals het bekende gezegde luidt, meer kapot dan je lief is. Organen. Relaties. Levens.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)