Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

de stoep

Als ik thuiskom, voel ik een beetje spijt. Denk ik. Of schuld. Twijfelend vraag ik mijzelf af of ik terug moet fietsen naar ‘de plek des onheils’.
Dan slaat de vermoeidheid in mijn lijf echter toe en steek ik mijn middelvinger op. Zo, dat schuldgevoel is weggevingerd.

Vanmorgen ben ik vanuit een drukke nachtdienst direct doorgegaan voor het halen van de Paasboodschappen. Aangezien wij niet in het bezit zijn van een auto, is mijn fiets de pakezel voor de benodigde spullen. Na twee ritjes Albert Heijn, alwaar het, gezien de drukte, lijkt alsof alles gratis is, rest mij nog één gang. De slager. Het fietstochtje duurt tien minuten en mijn benen voelen aan als lood. Ik ben per slot van rekening ook geen 20 meer en heb er al een nacht werken opzitten.
Bij de slager hoef je nog net geen nummertje te trekken. Naar schatting staan er zo’n elf man te wachten. Ik vraag wie er voor mij aan de beurt is en wacht. En wacht. En wacht. Het personeel neemt ruimschoots de tijd om de vaste klanten te entertainen met doodgeslagen grapjes en tipjes. Familieperikelen worden hier uitgebreid besproken, met naam en toenaam. Zo ben ik getuige van het feit dat de schoonzoon van een klant is vreemdgegaan met het nichtje van de buurman van haar dochter. Ik zal hier geen namen noemen. Integriteit is mij niet vreemd namelijk.
‘Klootzak’, als ik mij goed herinner.

Na drie kwartier ben ik eindelijk aan de beurt en kan ik vier varkenshaasjes bestellen. Aangezien ik geen vaste klant ben, sta ik binnen een minuut weer buiten. Wat roddel en achterklap betreft ben ik buitengewoon oninteressant voor het personeel.
Mijn fietsbanden zijn wat aan de zachte kant en ik zoek een afgevlakte stoeprand om de weg op te komen. Die is er niet in de directe omgeving. Om geen extra spanning te zetten op mijn arme bandjes fiets ik, illegaal, een stukje over het trottoir.

Twintig meter verder zie ik een dame met krukken midden op de stoep staan. Ze heeft een uitgezakt permanentje, draagt een versleten fleece-vest en een te korte joggingsbroek met daaronder grijze gymschoenen en witte sokken. Als ik dichterbij kom zie ik een grimmige mond met daarin een paar afgebroken tanden. Behendig wil ik om haar heen fietsen om zo de straat op te rijden, maar dat gaat zomaar niet.
De dame zet haar twee krukken wijdbeens op het trottoir en verhindert mijn doorgang.
‘Dit is een stoep en geen fietspad.’ Nu zie ik dat ze wel meer tanden mist.
Ik probeer haar te negeren en manoeuvreer mijn fiets vlak langs haar rechterkruk.
Die kruk tilt ze op en zwaait vervaarlijk dicht langs mijn gezicht.

‘Dit is geen fietspad!! Dit is een stoep!’
‘Dat weet ik mevrouw. Mag ik er even langs? Ik ga zo de straat weer op.’
‘Niks ervan! Je mag hier niet fietsen. En nu opgerot!’ Wederom zwaait ze haar kruk richting mijn gelaat. Mijn irritatieklier speelt op.
Heel rustig stap ik af en zeg:
‘Dan passeer ik u te voet. Mag ik er even langs?’
Met tegenzin laat ze mij gaan, ziet daarna dat ik weer op mijn fiets stap, mijn weg vervolg via de stoep en schreeuwt:
‘Ik hoop dat je weinig kinderen hebt! Je bent een slecht voorbeeld! Asociaal wijf! Brand maar in de hel!’

Al fietsend draai ik mij om, rijd terug naar de verkeerspolitie en grijp in eén beweging beide krukken uit haar handen. Met een grote zwaai flikker ik die naar de overkant van de straat en sis haar toe:
‘Luister dame. Ik heb zes volwassen zonen en ik weet nu waar je woont. Dus ik zou maar een beetje dimmen als ik jou was. Fijn weekend!’

Ik fiets naar huis en daar aangekomen heb ik een beetje spijt. Heel even maar.

Schrijver: Nachtzuster, 26 april 2017


Geplaatst in de categorie: algemeen

3.8 met 5 stemmen 501



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Han Messie
Datum:
26 april 2017
Email:
hmessielive.nl
Nachtzuster, wat een genoegen om jou in regelmatige terugkeer te zien. Elf man in een winkel, en dan nog drie kwartier wachten... Dat is voor zo'n aantal nog uitzonderlijk lang. Worden de winkeliers niet al te persoonlijk met hun vaste klanten? Inderdaad, laat hen wat meer aandacht aan de nieuwkomers besteden.
Die ruzie wist jij ook vernuftig en komisch bij te leggen. Dat verdiende zij wel! Ja, oude vrouwtjes met krukken kunnen vaak nog heel venijnig wezen.
Je leeft heel intensief: zes zonen grootgebracht en ook je wisseldienst als verpleegkundige doen!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)