Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

Gianluigi

Het was een fraaie najaarsdag in Utrecht, de stad waarin ik op kamers woonde bij mijn wispelturige hospita.
Ik was verward over de liefde. De tanende gevoelens voor Emma, die steeds meer een schim van zichzelf werd en de onbeantwoorde gevoelens voor Kees.

Het najagen van de hersenschim van liefde die ik in mijn dromen had gevonden had behalve nadelen ook voordelen. Zo hoefde ik me niet bezig te houden met de internationale politiek, ik volgde het wel maar ik had er geen commentaar op. Het boeide me zolang het me niet van mijn bezigheden hield.
Met de nationale politiek was het niet anders gesteld, ik liet me op de hoogte brengen, er gingen geen momenten ongemerkt voorbij, maar ik werd er niet warm of koud van, en ik deed er geen dingen door die ik anders niet had gedaan.
Ik had mijn eigen dromerige biotoop, met vogels die niet tam konden worden, wolven die achter muziek aan liepen en uilen die muizen vingen in de droomnacht.

Er waren kleine restanten van het zuchtend landschap tussen mijn prullaria te vinden. Een paar woorden die ik op had geschreven toen ik van het nachtleven van Utrecht hield. Een pijnlijke gedachte die ik had toen ik de route langs het water fietste.
Er waren inktzwarte duisterwolken die intense schaduw wierpen op het dansende verleden.
Dan zag ik de pijn op een manlijk gezicht met herinneringen van gestorven familieleden en huilende kinderen op de begraafplaats.

Het krassen van de kraaien zat ook in de muziek van mijn huurkamer, het wisselde de korte verhalen af met een roep uit de natuur. Het nodigde uit om iets over mijn leven te vertellen onder de oppervlakte laag waarover iedereen al wist. Maar ik kwam weer in mijn eenzaamheid uit bij contacten die ik had verloren en die zich niet meer zouden herstellen omdat de emotie te hevig was geweest en nooit in een mildere vorm terug kon komen.
Ik hield me vast aan de daadkracht van mijn favoriete schrijvers, zij lieten zich niet door stemmingen verstoren maar gingen stug door met de opdracht die ze hadden.

Er waren geen bruggen die ik kon verzinnen om de afstand naar de werkelijkheid te verkleinen, of zelfs maar begaanbaar te maken, de melancholie had me overvallen als een beklemmende zoet hangende mist. Achter de wolken klonk het geluid van een mondharmonica, er daalde een man de berg af en hij liep ons tegemoet.

Ik was weer terug in mijn dromerige biotoop in afwachting van wat de muzikanten kwamen vertellen.

De dag dat mijn een eenentwintigste verjaardag zou gaan plaats vinden naderde met rasse schreden. Ik zou eindelijk volwassen zijn en serieus zoals dat bij volwassenen mocht horen.
Vreemd was het dat Kees niet van zich liet horen en dat Emma veel langer in Berlijn bleef dan was afgesproken. Ik liep wat vaker door de straten om me te ontspannen tussen de leerstof voor de examens door.
Deze fraaie herfstmiddag kwam ik de Italiaanse vriend van Peter tegen. Ik had hem een keer eerder vluchtig ontmoet toen Peter hem aan mij voorstelde, maar hij herkende mij meteen. Hij zag er modieus uit met zijn stoere jasje van Italiaanse snit. Een goed verzorgd kapsel en mooie donkere golvende haren. Zijn oogopslag was indringend, maar wanneer hij glimlachte, en dat deed hij vaak, was er een glunder te zien die aandoenlijk was.

Gianluigi was enthousiast. Hij sprak nog geen perfect Nederlands, maar wist zich met veel handgebaren verstaanbaar te maken. Het was duidelijk dat hij mij iets moest vertellen, maar het werd niet helemaal helder wat dat dan was.

Hij nodigde mij uit om in een kroeg een kop koffie te drinken samen. Ik aarzelde, maar hij wist mij te overtuigen. Hij was een charmante verschijning, met zijn mooie kleren en knappe uiterlijk. We gingen op zoek naar de dichtstbijzijnde kroeg. Toen we in een kroeg koffie aan het drinken waren kwam het er plotseling uit.
Hij was vreemd gegaan. Met emotionele bewoordingen maakte hij me duidelijk dat hij zich schuldig voelde tegenover Peter, die het onmiddellijk uit had gemaakt toen de waarheid boven tafel kwam.

Ik had met de aantrekkelijke Italiaanse Gianluigi te doen. Hij was een knappe kwetsbare man met een jongensachtig voorkomen. Een jaar of vijf, misschien zes jaar ouder dan ik. Ik hoorde het hele verhaal aan. Hij was zichtbaar opgelucht dat ik wilde luisteren. Het werd laat. We dronken nog een Baileys. Hij begon met zijn benen tegen mijn benen te wrijven.
“Ik moet nog studeren Gianluigi, ik moet nu gaan, ik denk dat Peter wel bijdraait”, zocht ik als excuus,
Ik zag een glimlach op zijn gezicht. We gaven elkaar een hand en ik ging weer terug naar mijn kamer om Scheikunde te studeren voor het eindexamen.

Terwijl ik naar mijn schrift staarde, begonnen mijn gedachten te dwalen.
Je hoefde in het leven niet diep in de ziel te kijken om te voelen dat de maatschappij met al zijn aardse tekortkomingen onrechtvaardig was. Nergens was er gelijkheid, er waren zelfs vele mensen die er op kikten om op andere mensen neer te kijken. En toch moest iedereen met dat verrotte systeem meedoen om niet als buitenbeetje te worden bestempeld. In het kielzog van de economische haast versplinterde de medemenselijkheid steeds verder uiteen. Overal werden er zondebokken gezocht, dat was al eeuwen zo, al lang voordat de berggeiten naar de stad trokken om er brood te eten in plaats van gras.
Ik had er bewondering voor dat Gianluigi zo emotioneel over zijn schuldgevoelens had durven te vertellen. Onder de indruk van zijn verschijning was ik en ik had het gevoel dat hij met mij was gaan flirten. Hij had me gevraagd om zondag iets in een andere kroeg te gaan drinken. Ik had al min of meer ja gezegd.

Scheikunde was een ingewikkeld vak. Ik moest me beter concentreren.

Schrijver: Bjarne Gosse, 2 oktober 2019


Geplaatst in de categorie: mannen

4.0 met 3 stemmen 1.410



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)